De boerderijen die we nu ‘historische’ boerderijen noemen, zijn allemaal in of na de zestiende eeuw ontstaan. Tot die tijd was het langhuis of woonstalhuis de gangbare boerderijvorm. Mens en dier leefden onder één dak en er was geen scheiding tussen woongedeelte en stal. Het hooi en de oogst werden apart op het erf opgeborgen.
Vanaf de zestiende eeuw ontstond de behoefte om vee en voer onder één dak te krijgen. Bovendien hadden de boeren meer ruimte nodig. Allerlei veranderingen in de bedrijfsvoering, zoals het in gebruik raken van de zeis en de dorsvlegel, hadden een efficiëntere productie en grotere oogsten tot gevolg gehad.
De meeste boerderijen in Noord-Nederland vertonen een aantal overeenkomsten. Ze hebben (door gebrek aan natuursteen destijds) allemaal een houten skelet of gebint…
Wij willen onze journalistiek zo open mogelijk houden omdat we onze liefde voor het Noorden graag met iedereen delen. Om deze onafhankelijke journalistiek mogelijk te maken, investeren wij veel tijd. Wij hebben lezers nodig om dit te kunnen blijven doen. Voor slechts €52,50 per jaar kun je ons steunen en krijg je vier keer per jaar ons tijdschrift opgestuurd.