'Kom, ga je mee naar Lhee? Nee, ik ga liever naar Diever, of verder naar Vledder! En spring als een vlo naar Dwingeloo!' Dit rijmpje zeiden mijn broertjes en ik altijd op als we in de omgeving van Dwingeloo fietsten.

‘Kom, ga je mee naar Lhee? Nee, ik ga liever naar Diever, of verder naar Vledder! En spring als een vlo naar Dwingeloo!’ Dit rijmpje zeiden mijn broertjes en ik altijd op als we in de omgeving van Dwingeloo fietsten. Wat een pret! We waren dan aan het logeren bij pake en beppe, in de stacaravan op camping de Noordster. Misschien een beetje raar om een pake en beppe in hartje Drenthe aan te treffen, maar daar waren we ons toen nog niet van bewust. We vonden het prachtig. In onze ‘woonomgeving’ (de Noordoostpolder) had je niet zulke mooie plaatsnamen. En ook niet zo’n fantasierijke omgeving. In het bos rondom de Noordster was bijvoorbeeld een heuse vijfsprong in het bos. Daar zochten we altijd naar de zesde en zevende weg, net als in de spannende tv-serie De Zevensprong. Ook kon je hele stukken door het bos fietsen zonder dat je zag waar je heen ging of vandaan kwam. En dan de heide met de schaapskudde. Schapen hadden we thuis ook, maar de herder sprak wel heel erg tot de verbeelding. Hoe hield je het vol, de hele dag in je eentje op de hei?
Langs de rand tussen bos en hei ligt ‘de sterrenwacht’. Een mysterieuze kruising tussen een vliegende schotel en een omgekeerde paddestoel. Ik heb altijd gedacht dat de sterrenwacht ons moest beschermen tegen aanvallen uit de ruimte. Het is tenslotte een ‘wacht’. Pas later drong tot me door dat je het heelal juist kunt bestuderen met zo’n ding. Het is maar goed dat er nu een voorlichtingscentrum gebouwd is. Wat we in ons nieuwe land ook niet kenden was een historische dorpskern. Dat er dorpen bestonden met een brink, waar de schapen ’s avonds kwamen (helemaal vanaf de hei, wat een afstand!). En waar oude boerderijen omheen stonden, met rieten daken!

Over de naam Dwingeloo dachten we nooit na, behalve dat’ie mooi in het versje paste. Het loo heeft zonder twijfel met bos te maken. Maar wat is er nu zo dwingend aan Dwingeloo? Wie dwingt wie? Werd het dorp of de omgeving ooit bewoond door een heer die de bevolking volledig onderwierp aan zijn heerschappij? Dan zou Dwingeloo een variant zijn op dwingeland, en het niet om een landheer maar om een bosheer gaan. Een soort omgekeerde Robin Hood? Of komt het dwingerige meer uit de omgeving voort? Zoals de kerktoren met de karakteristieke ui? Die zou hooguit tot tranen dwingen. Het is ook mogelijk dat Dwinge een afgeleide van dwinger is. Waren hier vroeger geheime vestingwerken om Noord-Nederland tegen de rest van Nederland te beschermen? Of om een eventuele aanval van vreemde wezens uit de ruimte bij Dwingeloo te kunnen stoppen? Dat er daarom nu zo’n sterrenwacht is?
De ware oorsprong van de plaatsnaam Dwingeloo is niet bekend. Het vermoeden bestaat dat het een samensmelting is van het Germaanse thwangi (riem), dat in plaatsnamen de betekenis van smalle strook land heeft, en lo (bosje op hoge zandgrond). Een andere verklaring gaat uit van de ‘dwangbos’-variant. Hierbij wordt verwezen naar Balloo. Balloo zou dan een verbastering van banlo zijn. Waren de Drenthen dan zo dwars en kort voor de kop dat er zowel een banwoud als een dwangwoud nodig waren om het uitschot heen te sturen?

Trefwoorden