‘Wat niet binnen de bekende typologie valt, lijkt geen enkele waarde te hebben en wordt dus niet beschermd’, zegt Jacob van der Vaart van de Fryske Akademy. Dit geldt volgens hem onder andere ook voor de boerderijen met een neoclassicistisch voorhuis, die in de tweede helft van de 19e eeuw door rijke boeren met name in het noorden van Friesland werden gebouwd. En het geldt zeker voor de boerderijen van keuterboertjes en kleine ‘gardeniers’. Deze tuinders, die soms ook wat vee hielden, bouwden in de 19e eeuw boerderijtjes die zijn afgeleid van de bekende types. In Noordwest Friesland leidde dit tot de bouw van kleinere varianten van de stelp en kop-romp. De in Noordoost Friesland woonachtige gardeniers bouwden met name boerderijtjes met een doorlopende nok, vaak met een steil opgaande vo…
Wij willen onze journalistiek zo open mogelijk houden omdat we onze liefde voor het Noorden graag met iedereen delen. Om deze onafhankelijke journalistiek mogelijk te maken, investeren wij veel tijd. Wij hebben lezers nodig om dit te kunnen blijven doen. Voor slechts €52,50 per jaar kun je ons steunen en krijg je vier keer per jaar ons tijdschrift opgestuurd.