Er gebeurt nog niet veel op het gebied van watereducatie, ook al is er veel reden om de burger bewust te maken van de waterproblematiek. Liefst van jongs af aan.

Dat waterschappen aan educatie doen, lijkt voor de hand te liggen. Toch gebeurt het nog maar mondjesmaat, geven de noordelijke waterschappen toe. Educatief medewerkers zijn er nauwelijks, lesbrieven of onderwijspakketten voor het eigen gebied al helemaal niet. Dit kan en moet beter, vinden de waterschappen zelf. Want zó vanzelfsprekend is onze waterbeheersing niet. Zowel de bodemdaling als de zeespiegelstijging vragen om actie, anders komt de huidige generatie jongeren met de voeten in het water te staan. Wat gebeurt er momenteel al wel op het gebied van watereducatie? Twee projecten springen eruit: Watch en de grondwatermeters.

Watch

Sinds een jaar loopt binnen waterschap Noorderzijlvest en Wetterskip Fryslân het project Watch. Dit educatieve programma voor de basisschool is overgewaaid uit Engeland en bestaat uit drie thematische delen: water, oever en stroomgebied. De noordelijke waterschappen werken nu alleen nog aan het onderdeel water, waarin leerlingen gegevens verzamelen over beekjes, plassen of rivieren in de buurt.
Gerben de Jong van Wetterskip Fryslân is tevreden over Watch. ‘Watch is een zeer uitgebreid programma. Kinderen meten hoe doorzichtig het water is, bestuderen beestjes, bepalen de zuurgraad en nemen watermonsters. Voor de leerkrachten is er lesmateriaal. De kinderen vullen ieder een eigen logboek in en krijgen de Watch-krant, waarin ze ook over andere Watchers lezen. Verder is er nog een website, www.watchweb.nl, waarop iedere Watcher zijn ervaringen kwijt kan in een rapport. Zo kun je dus ook rapporten lezen van kinderen in andere delen van het land.’
Iedere Watch-onderzoeker besluit het rapport met een advies aan de Watch-kikker: ik raad mijn kikker aan wel (of niet) in dit water te wonen! Helemaal waterdicht is Watchweb overigens nog niet. Wie zoekt in de provincie Drenthe naar waterrapporten, krijgt zonder blikken of blozen een rapport uit Stadskanaal en Katwijk op het scherm.
In de provincie Groningen loopt het Watch-project al wat langer. Het is de bedoeling dat in de loop van dit jaar gestart wordt met projecten in de stad Groningen en in zuidwest Friesland. In Drenthe speelt het Watch-project helemaal (nog) niet.

Grondwatermeters

Waterschap Hunze en Aa’s doet te weinig aan educatie, beaamt hydroloog Geert Nijhof. ‘We zijn nog niet zo gewend te communiceren met de burger. Oorspronkelijk was een waterschap op landbouwkundige belangen ingesteld. De laatste jaren krijgen we een steeds meer maatschappelijke rol toebedeeld. Educatie is van groot belang. Uiteindelijk zijn we toch een aanmerkelijke post in de huishoudlasten. We moeten de burger duidelijk maken dat een waterschap meer doet dan alleen ervoor zorgen dat Nederland niet onder water loopt. Daarom zijn we begonnen met grondwatermeterprojecten.’
De grondwatermeters staan in gebieden waar maatregelen zijn genomen om verdroging tegen te gaan. De meter zelf is een buis die voor een deel onder de grond staat. Via gaten onder in de buis komt het grondwater in de buis te staan. Op dit water drijft een koker die in het bovenste gedeelte van de buis laat zien hoe het met de grondwaterstand gesteld is. Bezoekers kunnen in één oogopslag de stand aflezen en zien of de maatregelen effect hebben. Naast de meter staat een tekstbord met informatie over het betreffende gebied. De grondwatermeters staan verspreid over heel Drenthe en vallen onder de waterschappen Noorderzijlvest, Hunze en Aa’s, Reest en Wieden, en Velt en Vecht.
Nijhof: ‘De meters dragen bij aan het begrip van burgers: men wordt zich bewust van de grondwaterstand. Want hoewel het altijd lijkt te regenen in Nederland, hebben we toch ook met verdroging van de grond te maken.’ Wanneer Nijhof bij een boer komt en naar zijn grondwaterstand vraagt, staat de boer vaak met een mond vol tanden. Onbegrijpelijk, vindt Nijhof. ‘Het niveau is sterk bepalend voor het bewerken en berijden van het land. Ook burgers moeten weten van dalingen en stijgingen van het grondwaterpeil. Het hele systeem van waterafvoer in de grond moet je inzichtelijk maken. Daar moet je dus eigenlijk jong mee beginnen.’
Met educatie hoopt Nijhof op meer begrip voor het feit dat niet onder alle omstandigheden het grondwaterpeil kan worden beïnvloed. Zo krijgt het waterschap veel klachten over ondergelopen kruipruimtes. ‘Dan moeten wij weer uitleggen hoe het systeem in elkaar zit. Vroeger waren ze slim, gingen ze gewoon op hogere gedeeltes wonen. Nu worden steeds meer lager gelegen gedeeltes bebouwd en ja, we kunnen niet íedere situatie beheersen.’
Overigens heeft het waterschap Velt en Vecht als enige een bijbehorende lesbrief ontwikkeld bij hun grondwatermeterproject.

Gunstige doelgroep

Ook beleidsmedewerkers van de provincie Groningen zijn ervan overtuigd: noorderlingen moeten zich bewust worden van de waterproblematiek. Droge voeten zijn geen vanzelfsprekendheid. ‘Waterschappen hebben hun werk té goed gedaan’, zegt beleidsmedewerkster Saskia de Lint. ‘Het is bijna vanzelfsprekend geworden dat water beheersbaar is. Toch zullen we het water ook weer wat ruimte moeten teruggeven.’
De vraag is hoe die bewustwording tot stand kan worden gebracht. Jongeren zijn wat dat betreft een gunstige doelgroep: deze nattevoetengeneratie is gevoelig voor argumenten en praat er nog met hun ouders over. De provincie Groningen richt zich met een nieuw project op de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Het project staat nog in de kinderschoenen en heeft als werktitel ‘Droge Voeten’ meegekregen.
Arjan Woertink, consulent van Natuur- en Milieueducatie (NME) en van de IVN Groningen (Vereniging voor Natuur- en Milieueducatie): ‘Het voortgezet onderwijs wil graag iets dat actueel en maatschappelijk relevant is. Voor docenten is het vaak lastig de juiste ingang te vinden. In dit project is het aanbod gebundeld, zodat docenten bij één loket terechtkunnen met hun vraag naar watereducatie. Dat maakt het aanbod helder, en wij kunnen maatwerk leveren.’ Vanaf 2004 moet hiermee gewerkt kunnen worden. ‘Het is heel praktisch’, vindt Guus Hoen, beleidsmedewerker milieubeleid. ‘En het kan op elk niveau worden gebruik, van vmbo tot gymnasium!’
Tot slot is er nog het project Scholen voor Duurzaamheid van het IVN, gesubsidieerd door de drie noordelijke provincies. Binnen dit project wordt docenten en leerlingen de mogelijkheid geboden om praktisch en in hun eigen leefomgeving met duurzaamheid aan de slag te gaan. Daarbij spelen zowel de waterproblematiek als duurzaam ondernemen een rol. Het pakket bestaat uit inleidende lessen over de problematiek en de geschiedenis ervan, een buitenactiviteit en een website. Leerlingen kunnen ook deskundigen uitnodigen.

Internet

De waterschappen Velt en Vecht, en Reest en Wieden hebben samen met de Overijsselse waterschappen Groot Salland, en Regge en Dinkel onderzoek laten doen naar watereducatie. Het onderzoeksbureau heeft scholen benaderd in Overijssel en de IVN in Drenthe. Daaruit blijkt dat de waterschappen het best goed doen op het gebied van watereducatie. Belangrijkste punt van aandacht in de toekomst is internet. ‘De dingen die we aanbieden vallen in de smaak’, vertelt Inez Nooitgedacht van Velt en Vecht. ‘Vooral de excursies vallen goed bij kinderen in de hogere groepen van de basisschool. Uit het onderzoek blijkt dat er vooral behoefte is aan een goede website voor jongeren. We zijn nu wel te vinden op internet, maar die website is niet echt op het onderwijs ingesteld.’
Vooral de groepen zeven en acht van de basisschool zijn geïnteresseerd in alles wat met water te maken heeft. Voor de kleinsten is het onderwerp vaak nog te moeilijk. Toch zijn de waterschappen niet van plan het lesmateriaal op de hoogste groepen van het basisonderwijs af te stemmen. ‘Ze kunnen goed terecht bij IVN of NME. We gaan wel kijken of we het pakket voor deze leeftijd kunnen uitbreiden. We denken aan iets met muskusrattenbestrijding. Maar eerst gaan we aan het werk met internet. Dat wordt nog een heel gedoe!’