Nu nog zijn het weilanden, een drassig gebied van zo'n 40.000 vierkante meter: het stroomgebied van de Drentsche Aa ten oosten van de A28 en de Molenbuurt in Haren. Als het aan Haren ligt komt daar drastisch verandering in.

Over een nacht ijs zijn ze niet gegaan daar in Haren. Ook daar moet worden gebouwd in het kader van de Regiovisie, de toekomstvisie van het gebied tussen Groningen en Assen. Nu heeft Haren een niet onaantrekkelijke locatie aan de snelweg. Het is een kwetsbaar gebied op de flank van de Hondsrug in het stroomgebied van de Drentsche Aa. Overtuigd van het feit dat het hier om een kwalitatief zeer hoogwaardig gebied gaat dat een zelfde kwaliteit bebouwing verdient, werd een team samengesteld. Onder leiding van projectleider Hanneke Swart van Swart Consultancy uit Nieuwolda werden diverse workshops gehouden met een keur aan creatieve lieden, zoals een stedenbouwkundige, een landschapsarchitect, architecten, beeldend kunstenaars en een grafisch ontwerper. Vier plannen werden uitgebroed. Een daarvan moet het worden: Het Hoge Veld. Een ambitieus stedenbouwkundig plan. Een groen bedrijventerrein in het groene Haren.

Gebouwschap

Trendsettend, zo noemt landschapsarchitect Wim Boetze van de Dienst Landelijk Gebied het plan. ‘Zichtlocaties tellen niet meer zo. Langs de snelweg gekleurde neon en reclame is niet meer in tel. Bedrijven willen trots zijn op de plek waar ze zitten, op een spectaculair ontwerp. Je kunt wel spreken van een zichtlocatie, maar in nieuwe betekenis. Het wordt een panoramische beleving, ook vanaf de snelweg, met oplopende grashellingen en daartussen her en der een kantoorgevel die boven het maaiveld uitsteekt.’
Architect Alex van de Beld van Onix spreekt van een ‘gebouwschap’. Integratie van landschap, stedenbouw en architectuur. ‘Denkbeeldig hebben we het landschap opengeknipt, waardoor de gebouwen niet los in het bedrijventerrein liggen. Geen terrein met een hek erom, maar een terrein met een driedubbele functie: bedrijfsvestiging waarvoor we het maaiveld hebben verdiept, integratie met het dorp door voor de buurt op maximaal vijf meter hoogte op de groene daken een wandelgebied te situeren, en als derde een uitwijkplek voor weggebruikers in de vorm van bijvoorbeeld een restaurant.’ Dubbel of meervoudig ruimtegebruik. Ook de lat voor de collectieve voorzieningen moet hoog worden gelegd: bevoorrading, parkeren van auto’s en een dubbel gebruik van de ruimtes zoals gezamenlijke kantine, kinderopvang, vergaderruimte en flexplekken.

Landschap Drentsche Aa ook de diepte in

Een ander uitgangspunt in het plan was het water van het stroomgebied van de Drentsche A te integreren. ‘De karakteristiek van het veld is dat het regelmatig onder water stond. Niet dat je daar nog iets van ziet, want het wordt druk bemalen.’ Om het water buiten de deur te houden wordt op een diepte van drie meter een nieuw maaiveld gecreëerd door een gigantische betonnen bak aan te brengen met waterkerende muren. Toch wordt er ook in het park ruim gebruikgemaakt van water. ‘We hebben het waterrijke verleden van het stroomgebied van de Aa willen terugbrengen,’ aldus Wim Boetze. De waterlijn die door het bedrijventerrein heen loopt, haakt aan op een klein stroompje, het restant van de Drentsche Aa. De waterlijn komt aan de zuidkant binnen op de hoogte van het oorspronkelijke maaiveld. Via een waterval wordt hij het complex binnengelaten om vervolgens door het complex en eventueel de bedrijven zijn weg te vervolgen naar een tweede waterval. Twintig meter breed ontneemt hij het zicht op geparkeerde auto’s. Een ondergronds landschap. Maar wel zo dat hier in tegenstelling tot het organische landschap buiten, geen sprake is van meandering. De lijnen zijn hoekig, passend bij de architectonische vormgeving van Onix. In het natste gedeelte aan de noordkant is een borgterrein gesitueerd als entree en aansluiting op de Hondsrug en de huidige bebouwing. Een scharnier van het lage stroomgebied naar de hoger gelegen bestaande bebouwing. ‘Het zou mooi zijn als hier een laan met bomen richting de Rijksstraatweg zou leiden’, aldus de landschapsarchitect.

‘Flappen’ zorgen onder de grond voor licht en lucht
Drie maaivelden liggen ten grondslag aan het Nesciopark, waarbij het onduidelijk wordt waar het maaiveld nog natuurlijk is en waar gemanipuleerd. Een bak moet het mogelijk maken op een of meerdere niveaus ondergronds een deel van de bedrijfs- en kantoorbebouwing te realiseren. Zelfs op het onderste niveau zou een landschap moeten ontstaan door de inrichting en de diversiteit aan functies. De niveaus krijgen onderling een maximaal contact. Lange daklijnen, altijd gerend ten opzichte van elkaar. Nooit horizontaal maar altijd hellend. Een referentie aan de natuurlijkheid van het landschap. Dakvlakken die een deel van een gebouw zichtbaar maken, worden aan een zijde verbonden met het oude of nieuwe maaiveld. Deze omhoogschietende ‘flappen’ ontstaan door een ingreep ergens anders: ‘Als je hier drukt komt het ergens anders omhoog’. Dit ontleent zijn betekenis aan het gegeven dat ergens anders een plek zakt om licht en lucht te verschaffen aan gebouwdelen ondergronds.

Inbreng toekomstige bedrijven

Om het concept geen keurslijf te laten zijn is er in het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitplan van stedenbouwkundige Ruurd Gjaltema van Buro Vijn in Oenkerk ruimte gelaten voor een eigen inbreng van de toekomstige bedrijven. Gedacht wordt aan bedrijven op het gebied van hightechproductie, onderzoek en ontwikkeling, biotechnologie, ICT en business-to-business. Deze inbreng moet garant staan voor een eigen identiteit van de diverse gebouwen in het plangebied. Maar ook de openbare ruimte is bepalend voor het beeld van het nieuwe landschap. Een harde overgang is gepland aan de zuidzijde van het bedrijvenpark, waar de ontsluiting voor autoverkeer drie meter beneden het maaiveld ligt. Aan de westzijde, als overgang naar de Molenwijk, wordt gedacht aan gebouwdelen die door omvang en contour overeenkomen met de aangrenzende bebouwing. De noordelijke rand zoekt via glooiende overgangen aansluiting bij het landschap net als langs de A28: horizontaal en evenwijdig aan de rijksweg.

Dit artikel is eerder in een afwijkende vorm verschenen in het Dagblad van het Noorden.