Ze waren vroeger buren, de melkveehouders G. Westert en J. Remmelts. Ze bezaten elk een rietgedekte boerderij aan de Dokter Larijweg in Ruinerwold, een prachtige weg met hoogstam-perenbomen erlangs. Maar een jaar of tien geleden verplaatsten ze hun bedrijf en betrokken ze een nieuwe, onder architectuur gebouwde woning. Westert ging naar Havelte, Remmelts bleef in Ruinerwold.

De veranderingen hingen samen met de ruilverkaveling Ruinerwold-Koekange. In 1990 maakte Westert gebruik van de mogelijkheid om een groot aaneengesloten stuk land te verwerven. Eerder lagen zijn hectares verspreid over dertien plaatsen in verschillende dorpen. Ook Remmelts had aan de Dokter Larijweg slechts een deel van zijn land bij de boerderij liggen, de rest bevond zich aan de andere kant van het dorp. Hij verhuisde in 1994 naar een gloednieuw onderkomen met 37 hectare grond.

Welstandsprijs

Westert schakelde voor het woonhuis en de bedrijfspanden architect P. Brink uit Ruinerwold in: ‘Ik wilde iets moois neerzetten’, zegt hij. Een van zijn wensen was dat de woning slaapkamers kreeg op de begane grond, ‘want ik ben geen fan van traplopen’.
Tot Westerts grote verbazing kreeg de nieuwbouw de welstandsprijs 1993 van de Stichting het Drents Welstandstoezicht, die dat jaar ‘agrarische bebouwing’ als thema had. ‘We dachten: is dit complex nu zó bijzonder? In onze ogen is het vrij gewoon en vooral functioneel.’
De jury roemde evenwel de ‘perfecte balans’ tussen de verschillende bedrijfsonderdelen en het landschap, dankzij de situering van de oprit naast de loopstal, de beplanting langs de oprit en de ruime afstand van het bedrijf tot de weg. In de smaak vielen verder de detaillering, het kleurgebruik, de maatvoering van de kozijnen en de samenhang tussen woning en bedrijfsdeel qua materiaal, kleur en vorm.
Het staal van de schuur en de kozijnen waren aanvankelijk grijsblauw. ‘Maar dat vonden we een beetje somber’. Daarom werden de kleuren veranderd in geel, blauw en wit.
Qua bedrijfsvoering is hij heel tevreden over de nieuwe locatie, zegt Westert, die er zestig koeien op na houdt. En het huis bevalt op zich ook goed. ‘Maar als ik 65 ben wil ik wel weer terug naar de Dokter Larijweg. Die plek heeft toch meer karakter.’

Eigen veranda

In 2001 was agrarische bebouwing wederom het thema voor de Drentse welstandsprijs. Genomineerd werd toen onder meer de nieuwbouw van Remmelts. In tegenstelling tot Westert wilde hij aanvankelijk gewoon met een aannemer in zee gaan. Die bracht hem echter in contact met de eerdergenoemde architect Brink.
De architect richtte zich vooral op de woning. ‘Ik wist zelf wel hoe ik de stal wilde hebben,’, zegt Remmelts. Het eerste ontwerp (‘een groot voorhuis met een vrij platte kap’) wees hij resoluut af. ‘Ik zei toen dat het me wel wat leek om na het werk op mijn eigen veranda te zitten en daar is hij op door gegaan.’
Het eindresultaat trekt de aandacht door de driehoekige vormen, waaronder de uilenborden die verwijzen naar de nabijgelegen traditionele boerderijen van de Dokter Larijweg. Sterk punt vond de jury de ‘interne samenhang’, die onder meer werd bereikt door toepassing van zwart damwandprofiel voor de gevels van zowel de woning, de stal als de werktuigberging. Ook was er lof voor de situering van de silo’s achter de bebouwing (zodat je ze niet ziet vanaf de openbare weg) en de inrichting van het gehele voorerf als siertuin.
Remmelts zelf over het geheel: ”t Is zeer functioneel, maar er spreekt ook warmte uit’.