Inkomen genereren door schoner water. De Friese Water Alliantie wijst de weg in een aanpak die wereldwijd aandacht trekt. De Friese kennis op het gebied van watertechnologie wordt momenteel al in diverse landen vermarkt.

Een stern vliegt krijsend over de Potmarge, het kleinste riviertje van Friesland en een van de oudste middeleeuwse waterlopen van de provincie, nabij het Leeuwarder centrum. De oevers zijn lichtglooiend, afwisselend breed en smal, zoals het riviertje hier weer diep en daar weer ondiep is gemaakt. In dit ‘plas-drasgebied’ zijn waterplanten en riet aangeplant om het zelfreinigend vermogen van het rivierwater te ondersteunen. Dat is helder en op sommige plekken is de bodem zichtbaar. Even verderop is een houten vlonder geplaatst, waarop een visser naar zijn hengel staart. Nieuwe aangelegde bankjes, bruggetjes en kanosteigers wijzen op kleinschalige recreatie in deze kronkelende groene long, die vanuit het buitengebied de stad instroomt. De Friese Water Alliantie (FWA) is een ietwat abstract begrip, geeft Simon Tijsma van de FWA toe. Maar wie het concreet uitgewerkt wil zien, moet eens een bezoekje brengen aan de Potmarge, raadde hij aan. ‘Je ziet de salamanders er weer zwemmen.’ Het is een van de vele projecten die tot doel hebben de waterkwaliteit op duurzame wijze te verbeteren, en hierdoor ook het leefklimaat te veraangenamen en kleinschalige recreatie mogelijk te maken.

Watertechnologie op wereldniveau

De Alliantie, opgericht in 2000, is een uniek samenwerkingsverband tussen Friese overheden (provincie Friesland, Gemeente Leeuwarden, Wetterskip Fryslân), kenniscentra (Universiteit Twente) en ondernemers die bij water betrokken zijn. Friesland is bekend om zijn vele meren. Het doel van de FWA is om de kennis en expertise op watergebied te exporteren. ‘We willen op het wereldniveau van de watertechnologie opereren’, verwoordt Tijsma het doel. ‘Top of the bill worden. Als er ergens op de wereld problemen zijn met betrekking tot waterzuivering moet er direct aan Friesland worden gedacht.’Via drie lijnen moet de doelstelling gerealiseerd worden: via marktontwikkeling, via kennisontwikkeling en door de opzet van projecten in het buitenland. Momenteel lopen er negentien projecten (waarvan zes buiten Europa) met een totale omzet van 45 miljoen euro.
Een belangrijk project is de Blauwe Diamant in Leeuwarden, ontstaan uit het project Water City International, waarin Leeuwarden, Emden, Norwich, Göteborg, Sneek, Malmö, het Deense Odense, Stockton-on-Tees/Middlesbrough en de Noorse steden Skien en Porsgrunn samenwerken aan de ‘upgrading’ van stedelijk water. Het verbeteren van het watersysteem in de steden moet tevens een stimulans zijn voor sociale en economische ontwikkeling. Voor ondernemingen is een aantrekkelijke en schone woonomgeving vaak een factor bij het besluit tot vestiging. De gedachte achter Water City International, dat gesubsidieerd wordt door het Europese Interreg-programma, is dat wanneer de kwaliteit van het water verbetert, dit leidt tot een aantrekkelijker stad met meer recreatiemogelijkheden.
Voor kennisontwikkeling is het onderzoeksinstituut Wetsus in de Friese hoofdstad opgericht, waarin Unilever, Shell, de Universiteit Wageningen en de Universiteit Twente participeren. Bedrijfsleven en universiteiten werken hier samen om nieuwe technologieën voor waterzuivering te ontwikkelen. Een ander waterkenniscentrum is dat van Vitens, en sinds vorig jaar bezitten de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden (NHL) en het Van Hall Instituut twee lectoraten watermanagement.

Leeuwarden, stad van water en cultuur

Onderling wisselen de deelnemende steden van Water City International kennis en ervaring uit op congressen, zoals vorig jaar op het symposium Water en Economie in Sneek. Daar werd ook de Leeuwarder aanpak besproken, die realisatie van schoon water in de stadsgrachten behelst, de aanleg van een museumhaven en een opknapbeurt van stadspark De Prinsentuin. Door het verbeteren van de recreatieve voorzieningen hoopt het stadsbestuur de toeristen langer vast te houden. ‘Leeuwarden moet de toerist verleiden als stad van water en cultuur’, stelt Tijsma. ‘De stad moet een belevenis worden.’ Studenten van de opleiding Technische Bedrijfskunde (TBK), Hogere Informatica (HI) en Communicatie en Multimedia Design (CMD) stelden een interactieve watergids samen. De waterrecreant die in de stadsgrachten vaart, krijgt aan de hand van dit routebegeleidingssysteem informatie over wetenswaardigheden zoals monumenten. Het is slechts een voorbeeld van een nieuw product dat de aantrekkingskracht van de Leeuwarder grachten op de toeristen moet vergroten. Het Leeuwarder budget voor Water City International bedraagt 2,2 miljoen euro. En dit leidde weer tot een investering van 17 miljoen euro, stelt Hans van Meerendonk, coördinator internationale projecten. ‘Je kunt dus spreken van een sneeuwbaleffect.’

De Leijen biologisch gezuiverd

Een ander project dat tot schoner water moet leiden, is dat in De Leijen, bij Drachten. Krachtens de Europese Waterrichtlijn Water uit 2000 hebben de Europese lidstaten zich verplicht om het oppervlaktewater in een goede ecologische toestand te brengen. In NOLIMP (North Sea Regional and Local Implementation) werken regio´s uit zes lidstaten samen, namelijk Aberdeenshire in Schotland, Nordjylland in Denemarken, Vastra Gotaland in Zweden, het Nationaal Water Instituut (NIVA) in Noorwegen, de Provincie Fryslân en het Duitse Oldenburg. Friesland is leider van dit project en verzorgt onder meer de internationale kennisuitwisseling over gezamenlijke waterkwaliteitsproblemen. In alle landen zijn lozingen uit het riool en van de landbouw bronnen van waterverontreiniging. In elke regio worden pilotprojecten opgezet die zijn gericht op een schoner oppervlaktewater. In Noorwegen bijvoorbeeld wordt geëxperimenteerd met het wegvangen van verontreinigde stoffen met behulp van netten. In Göteborg wordt het vervuilde water van een plas in een druk bezocht stadspark opgepompt en gezuiverd met behulp van rietvelden. In Friesland wordt het troebele en voedselrijke water van boezemmeer De Leijen via natuurlijke weg voorgezuiverd voordat dit het oppervlaktewater bereikt. ‘De industriële lozingen lagen al aan banden, nu moeten de overige lozingen worden teruggedrongen’, licht Hans van Meerendonk toe. ‘Op agrarische bedrijven komen gesloten waterketens. Natuurvriendelijke oevers houden voedingsstoffen tegen. Water van slootjes dat op de Leijen uitkomt, wordt door een rietveld geleid zodat het biologisch gezuiverd wordt.’
Volgens Van Meerendonk is kennisuitwisseling tussen vertegenwoordigers van deelnemende landen zeer nuttig. ‘We leren veel van elkaar. In september gaan we naar Malmö, waar ze experimenteren met regenwater, dat door betonnen geultjes op straat naar de meren loopt in plaats van in het riool, zoals bij ons. Zo maak je zichtbaar wat er met het regenwater gebeurt.’ De buitenlanders keken op hun beurt op van de zelfbedieningspontjes en pontjes op zonne-energie. De projecten waren voor zowel de Wereldbank als het Interreg-secretariaat in het Deense Viborg aanleiding om meer informatie te vragen over de opzet van Water City International. Van Meerendonk: ‘Na het congres in Sneek kregen we een uitnodiging van de Wereldbank om naar Washington te komen, omdat zij dit concept ook willen toepassen voor de Zwarte en de Rode Zee en het Victoriameer. Dat is toch een geweldige erkenning. De Wereldbank wil namelijk meer regionaal en niet alleen via nationale overheden gaan opereren.’ Ook viel het op dat in de Blauwe Diamant overheden, bedrijfsleven en kenniscentra zoals Vitens en Van Hall samenwerken. In februari toog een delegatie vanuit Leeuwarden naar Washington. Daar werd afgesproken om eind dit jaar een symposium in Leeuwarden te houden met vertegenwoordigers van het Waterprogramma van de Wereldbank, de Europese Commissie, het Interreg-secretariaat uit Viborg en Water City-partijen om kennis uit te wisselen en mogelijk nieuwe projecten op te zetten.

Friese kennis in China, Polen en Zuid-Afrika

Een ander voorbeeldproject van kleinschalige waterzuivering is dat op het Kameleoneiland bij Terherne, waar jaarlijks ongeveer 40 000 bezoekers naartoe worden gevaren vanuit het Kameleondorp. Het is de bedoeling dat straks alleen nog gezuiverd rioolwater op de Terkaplester Poelen wordt geloosd. Op het eilandje zelf wordt een systeem aangelegd voor de bereiding van spoel- en mogelijk drinkwater, vertelt Van Meerendonk. ‘De stroom die hiervoor nodig is, wordt opgewekt met zonne-energie. Verder willen we de hele waterhuishouding op het eiland verbeteren. Als het nu regent loopt het eiland onder. Als het eiland eenmaal zelfvoorzienend is, kunnen we dit proces ook toepassen in China en Afrika.’
In de Chinese provincie Hebei zetten lokale overheden drie jaar geleden met het Leeuwarder Van Hall Instituut en NUON Water (Vitens) een Sino/Dutch Demonstration, Research en Training Centre for Water Treatment (DETCWAT) op. Dit kenniscentrum moet een leidende rol gaan spelen in het trainen en opleiden van studenten en deskundigen op het gebied van reiniging van vervuild oppervlaktewater. ‘Voor Van Hall betekenen deze contacten veel, want ze trekken inmiddels studenten uit China aan, die hier een opleiding watermanagement volgen’, stelt Tijsma. Waterverontreiniging is overigens een belangrijk thema in China, en men hoopt er met hulp van moderne technieken iets aan te kunnen doen. De Friese Water Alliantie werkt verder samen met de Poolse overheid en maatschappijen om voorbeeldprojecten op het gebied van waterzuivering op te zetten. Door de toetreding van Polen tot de EU moet het land immers voldoen aan de Europese richtlijnen voor waterkwaliteit. Dit vergt grote investeringen en biedt de Friezen een nieuwe markt waarop zij hun kennis van watertechnologie en –management kunnen aanbieden. Doel van het project, waarin ook de Universiteit van Krakau en de Poolse provincie Malopolska participeren, is om een innovatief en betaalbaar concept te ontwikkelen voor het waterprobleem in Wisnowia. Voor de Provincie Fryslân betekent dit dat het nieuwe contacten kan opdoen en mogelijk nieuwe partners kan vinden die willen deelnemen in gezamenlijke Europese projecten.
Een ander aansprekend project van de Alliantie is in 2001 opgezet in Zuid-Afrika, waar onder meer afvalwater wordt gezuiverd met membraantechnologie. Vooral de Zuid-Afrikaanse wijnsector, die belangrijk is voor de economie, heeft behoefte aan zowel voldoende als schoon water. Friesland werkt er samen met het Ministerie van Water en Bos en wijnboeren in een project dat tot 2006 loopt. ‘Ons voordeel is dat we vanuit Friesland vrij kleinschalig opereren’, stelt Van Meerendonk. ‘We hebben de kennis zelf in huis. De praktijk leert dat het bedrijfsleven makkelijker ingang heeft bij buitenlandse overheden als onze eigen overheid er ook bij betrokken is.’