Staatsbosbeheer betrok de inwoners van het Groningse Kornhorn bij de inrichting van een natuurgebied en droeg vervolgens het beheer over aan de dorpsgemeenschap. Een schoolvoorbeeld van brede plattelandsvernieuwing.

In het Groningse Westerkwartier beheert Staatsbosbeheer ongeveer 1300 hectare. In 1997 werden in dit gebied de eerste percelen grasland van Wiep Wierenga verworven, ten zuiden van Kornhorn, een langgerekt streekdorp met 700 inwoners, gelegen op een van de uitlopers van het Drents Plateau. Dit gebied werd tot in de jaren zestig gekenmerkt door boerderijtjes, arbeiderswoninkjes en paadjes, die niet allemaal even herkenbaar meer waren ten tijde van de aankoop.
Voor Wierenga was het afstaan van zijn weidegronden geen makkelijke beslissing. Hij en andere dorpsbewoners veronderstelden dat na de verkoop de toegang niet meer vrij zou zijn, er zou immers natuur komen! En dat terwijl zij juist de wens hadden om in het gebied de oude paden weer in ere te herstellen.
De verbazing was dan ook groot toen opzichter Nico Boele van Staatsbosbeheer naar de vereniging Plaatselijk Belang Kornhorn kwam met de vraag ‘Hoe zullen we dit gebied gaan inrichten?’ Zonder plannen en schetsen vooraf werd het dorp gevraagd om samen een plan te maken voor een ‘multifunctioneel’ natuuurgebied. De dorpsbewoners, legde Boele uit, konden het gebiedje zo inrichten dat de geschiedenis er weer tot leven zou komen. Ze zouden er kunnen wandelen, fietsen, even bijkomen, even praten, kortom kunnen recreëren in de natuur.
De plannen werden vormgegeven door een werkgroep vanuit Plaatselijk Belang met de naam C&HEK (Cultuur en Historisch Erfgoed Kornhorn). Nico Boele is hierin vanaf het begin een dynamo geweest.

Groenploeg en bouwploeg

Sinds de oprichting van C&HEK in 1997 is een indrukwekkend aantal projecten uitgevoerd, op basis van de inzet van vrijwilligers uit het dorp. In totaal werd ongeveer
€ 65.000 subsidie verkregen, onder meer via het Platform Plattelands Beleid Zuidelijk Westerkwartier en het project 1000 jaar Westerkwartier, de provincie Groningen en de gemeente Grootegast. De plannen moesten de aanwezige natuurwaarden versterken en ‘nieuwe’ natuur tot ontwikkeling brengen, maar ook recreatieve ontsluiting en NME (natuur- en milieueducatie) stimuleren.
Naast de vergadergroep werden twee veldwerkgroepen gevormd, een zogenoemde groenploeg en een bouwploeg, bestaande uit tientallen oudere dorpsbewoners. Zij zorgden eigenhandig voor de bouw van een hooikiep, de aanplant van houtsingels en de aanleg van wandelpaden, compleet met verharding en bruggetjes. Er is een spiksplinternieuw heideveld ontwikkeld en er worden historische gewassen verbouwd, zoals winterrogge, boekweit, lupine, haver, komkommerkruid en zonnebloemen.
Verder zijn er twee thematische wandelroutes van elk vier kilometer in de omgeving uitgezet, voorzien van een gedetailleerde routebeschrijving. Hiervan is in het dorp een papieren versie verkrijgbaar, ‘Het Curringhepad’, maar de route is ook digitaal beschikbaar via de dorpssite www.Kornhorn.nu. In de routes zijn vijf panelen geplaatst met daarop natuur- en cultuurhistorische informatie over de omgeving en er werd een ‘markeringssteen’ aangebracht op de plaats aan de Polmalaan waar IJe Wijkstra in 1929 de vier veldwachters vermoordde, die Aaltje Wobbes kwamen halen voor een verhoor over het lot van haar kinderen.
Kortgeleden is een nieuw project gestart, de ‘ekohorn’. Een bouwwerk van natuurlijke materialen, zoals boomstronken en grond, met ‘schone’ bouwmaterialen als stenen en dakpannen, waarin zich planten en dieren zullen vestigen, maar dat ook voor mensen toegankelijk wordt; een amfibieëntheater dat, als een kringloop, in principe nooit ‘af’ zal zijn.

Duurzaamheid

Door het dorp te betrekken bij de inrichting van het natuurgebied heeft opzichter Nico Boele inhoud gegeven aan de ‘vermaatschappelijking’ waar Staatsbosbeheer naar streeft. Hij is geen boswachter die als een politieagent in knickerbocker de natuur onder een glazen stolp houdt, maar treedt op als één van de gastheren uit de dorpsgemeenschap, die bezoekers welkom heten in hún natuurgebied.
Staatsbosbeheer is in dit pilot-proces van vermaatschappelijking zo ver gegaan dat het in 1997 aangekochte natuurgebied in 2001 officieel werd overgedragen aan het dorp. Dat gebeurde via een beheer/bruikleenovereenkomst, te beginnen voor een periode van vijf jaar.
Het dorp werd hiermee zelf verantwoordelijk voor het beheer en ontvangt daarvoor ook de jaarlijkse financiële bijdrage. Onderdeel van de overeenkomst is dat C&HEK contacten onderhoudt met scholen in de omgeving. Zo maakt de basisschool gebruik van een heus buitenleslokaal dat door vrijwilligers is gebouwd in het natuurgebied. In deze prachtige werkschuur zijn werkbladen aangebracht en het magazijn werd ingericht met een gift van gereedschappenfabriek De Wit uit het dorp. Het gebied wordt op deze manier aan de kinderen doorgegeven, een mooi voorbeeld van duurzaamheid.

Multifunctioneel centrum

In 2002 ontvouwde C&HEK nieuwe plannen in een toekomstvisie. De oppervlakte van het natuurgebied dat hierin centraal staat, bedraagt circa 60 hectare; momenteel is daarvan nog geen 10 procent door Staatsbosbeheer verworven en ingericht. Belangrijke wens van C&HEK was ‘een ruimte om publiek te ontvangen’ aan de rand van het natuurgebied. Dit viel, toevallig of niet, samen met een discussie in het dorpshuisbestuur over de verbouw of nieuwbouw van het sterk verouderde dorpshuis. Een soortgelijke discussie was gaande over de toekomst van het honderd jaar oude gebouw van de Maranatha basisschool. Het idee van een multifunctioneel centrum voor Kornhorn was geboren: nieuwbouw, aan de rand van het natuurgebied, van een ‘groen’ dorpshuis, annex basisschool, annex bezoekerscentrum. Deze combinatie lijkt zeer efficiënt. Daarom is vanuit het Plaatselijk Belang een nieuwe brede werkgroep ‘Kornhorn Vitaal’ opgericht. Er is inmiddels een werkplan ingediend bij het provinciale loket ‘Vitale Dorpen’, en met hulp van DBF (Doarp en Bedriuw Fryslân) wordt een haalbaarheidsplan opgesteld. De visie kreeg als ondertitel: ‘hoe een dorp kans ziet natuur en landschap, recreatie, voorzieningen als dorpshuis en school zó te verweven dat 1+1+1+1 = 44 wordt.’ Het plan is enthousiast door het dorp, de gemeente en de provincie ontvangen.
Op verzoek van de gemeente Grootegast heeft de werkgroep haar voorstel in oktober ingezonden voor de Europese dorpsvernieuwingprijs 2004. De inzending is gekozen bij de vijf Nederlandse genomineerden. De
beoordelingscommissie sprak van een degelijk en enthousiast initiatief, een uniek project met een breed draagvlak onder de bevolking.
Al met al kunnen de ontwikkelingen in Kornhorn, zeven jaar na de aarzelende verkoop van Wiep Wierenga’s landerijen, gerust een schoolvoorbeeld van brede plattelandsvernieuwing worden genoemd. Ze getuigen van lef en moed van alle belanghebbenden. Opzichter Nico Boele stak zijn nek uit in onze maaiveldcultuur en bewerkstelligde dat inspraak van dorpelingen gaandeweg overging in daadwerkelijke gebruikersparticipatie. < Frank Blok is inwoner van Kornhorn, lid van C&HEK en emeritus docent Plattelandsvernieuwing aan het Van Hall Instituut te Leeuwarden. Gerrie Koopman is docent Bodemkwaliteit en Plattelandsvernieuwing aan het Van Hall Instituut te Leeuwarden en redacteur van Noorderbreedte.