Doordat de wereldtemperatuur in de toekomst gemiddeld twee graden stijgt, zal een kwart van alle zoogdieren uitsterven. Ons leven zal er dan volgens deskundigen aanmerkelijk saaier uitzien. Met deze opwekkende gedachte ging ik onlangs naar de Pyreneeën.

Doordat de wereldtemperatuur in de toekomst gemiddeld twee graden stijgt, zal een kwart van alle zoogdieren uitsterven. Ons leven zal er dan volgens deskundigen aanmerkelijk saaier uitzien. Met deze opwekkende gedachte ging ik onlangs naar de Pyreneeën. De amandelbomen waren roze, de mimosa geel en zelfs de struiken rozemarijn staken hun paarse lipjes vooruit. De vogels waren dezelfde die je bij ons in de winter aantreft, wat me enorm tegenviel. Zoogdieren zag ik sowieso niet waardoor ik me afvroeg of het zo erg is dat een kwart van hen verdwijnt.
Het kan in de Pyreneeën verrekte koud zijn en de knoestige, geknotte wijnranken stonden als stramme mannetjes te wachten op warmere tijden. Dat die niet lang op zich zouden laten wachten bewezen de vele caves waar de wijn van voorgaande jaren lag opgeslagen. Elk dorp heeft hier zijn eigen cave coopérative waar de inwoners hun druiven laten persen en hun wijn opslaan. Mijn vriend Olaf en ik mochten een weekje de geneugten van een huisje in de Franse Pyreneeën proeven en de bijbehorende wijn, die je voor niets in jerrycannetjes bij de cave kon ophalen. De eigenaar van het huisje waarop wij pasten had 975 wijnranken (wij hebben ze geteld).
Een beekje kabbelde langs het huis en drinkwater kon een paar honderd meter verderop uit een bergwand worden getapt. Hout was overal te verzamelen. Selfsupported leven leek hier makkelijk. De buurman (vijfhonderd meter verderop), een klein, dik kunstenaartje op leeftijd, hield het er in elk geval al dertig jaar vol. Hij beklaagde zich dat de schoorstenen niet trokken vanwege de rare valwinden tussen de bergen, dat hij goedkope wijn moest kopen omdat hij te weinig werk verkocht, zijn vriendinnen altijd wegliepen, de buren niet bij hem langskwamen en de leider van zijn achttien honden de geit had doodgebeten. Ons voorstel om de geit op te eten bracht hem bijna in tranen. De geit moest begraven worden en wij moesten een borrel komen halen tegen verdriet en eenzaamheid. Zo dronken we lokale likeur en aten eend uit blik in het schijnsel van zijn laatste kaarsen met kwijlende hondenkoppen op schoot. Ach, wat had deze man het toch slecht getroffen met een atelier waar drie families riant konden wonen en een prachtig huis in dit wonderschone landschap. Maar waarom geen wijngaard en zelf jerrycannetjes bij de cave halen? Voor 1500 euro heb je daar al een struikje of vijfhonderd. Helaas, hij had de pest aan de directeur van de coöperatie.
Bij thuiskomst lagen de foutieve aanmaningen, de te hoog geschatte gasrekeningen en andere bureaucratische papieren klaar om ons goede humeur te verpesten. We wilden gelijk terug, een bouwval in de bergen kopen, met een overwoekerde wijngaard, een bron en voldoende sprokkelhout. Al moesten we de rest van ons leven wilde rozemarijn en thijm eten en onze eenden zelf inblikken. Als we maar niets meer met regeltjes te maken hoefden te hebben.
Gelukkig gloort er hoop voor wie het Noorden niet wil verlaten. Er is namelijk een subsidieaanvraag ingediend voor een onderzoek naar de haalbaarheid van wijnbouw op Ameland. Een prima voorstel van iemand met een vooruitziende blik. Over een jaartje of vijftig is de temperatuur zo toegenomen dat iedereen in Noord-Nederland druiven verbouwt. Dat door de stijging van de zeespiegel het land regelmatig overstroomt is alleen maar gunstig. Druiven doen het goed op beroerde grond. Iedereen een wijngaard in achter- en volkstuin. Elk dorp een coöperatie zonder inmenging van de overheid, waar iedereen zijn jerrycan wijn voor eigen gebruik kan halen. Saai zal het nooit meer worden wanneer we onze dagen in lichte beschonkenheid doorbrengen, want voor die al uitgestorven zoogdieren komen vast en zeker roze olifanten in de plaats. <

Trefwoorden