Een veiliger, toegankelijker Stadspark met meer attracties: om dat te bereiken heeft de gemeente Groningen een nieuw ontwerp laten maken. Als de plannen doorgaan worden de cultuurhistorische en natuurwaarden van het uitgestrekte park ernstig aangetast, betoogt Bob Jonge Poerink.

In 1909 richtte een groepje Groninger notabelen de Vereeniging Stadspark op, die de beroemde landschapsarchitect Leonard Springer opdracht gaf voor het ontwerp van het Stadspark. Springer, bekend als ‘componist in groen’, ontwierp een schilderachtig park in Engelse landschapsstijl. Deze stijl kenmerkt zich door vloeiende lijnen. Springers’ ontwerp kon door de giften van industrieel en weldoener Jan Evert Scholten en de inzet van de ‘Werkverschaffing’ worden gerealiseerd in de periode 1913-1929.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd veel schade aan het park aangericht, waardoor het in 1948 moest worden overgedragen aan de gemeente. De gemeente heeft in de jaren zestig het park aan de noordzijde uitgebreid. In de laatste decennia is in het park het nodige gebouwd; vooral de aanleg van de Westelijke Ringweg dwars door het Stadspark, de bouw van het Martini Trade Park en het kantoor van de Gasunie hebben het aanzien van het Stadspark ingrijpend veranderd. Momenteel wordt een busbaan aangelegd door de noordrand van het park en binnenkort start de aanleg van een afrit van de A7 door de zuidrand van het park. Verder heeft de gemeente het onderhoud van het park tot een minimum teruggebracht, waardoor sommige delen een verwaarloosde indruk maken. Dat neemt niet weg dat de oude bomen en de rust in het Stadspark door veel bezoekers worden geprezen.

Dependance Groninger Museum

In 2001 heeft de gemeente Groningen het architectenbureau Karres en Brands opdracht gegeven om een kaderplan op te stellen voor de herstructurering van het Stadspark, want de gemeente wil een veiliger, toegankelijker en overzichtelijker park waar meer te beleven valt. Inmiddels is het concept-kaderplan onder de titel De Verborgen Schat gepresenteerd aan de gemeenteraad en het college van B&W. Welke consequenties heeft dit plan voor de cultuurhistorische en natuurwaarden van het park?
Het voorgestelde ontwerp gaat uit van een ruimtelijke en functionele driedeling: het ‘Springerpark’, het ‘Natuurpark’ en de ‘Park Boulevard’. Om een dergelijke driedeling te realiseren zullen er twee kaarsrechte wegen door het Stadspark worden aangelegd: de Verlengde Concourslaan en de Natuurparklaan. Daarnaast wordt een groot deel van het padenstelsel geherstructureerd en worden entrees uitnodigender gemaakt. Een aanzienlijk deel van de huidige beplanting zal worden verwijderd om het park opener te maken.
In de Park Boulevard komt ruimte voor beeldende kunst, paviljoens, een dependance van het Groninger Museum, een openluchttheater, horeca en ‘Energy Valley’, een initiatief van de Gasunie gericht op voorlichting en educatie over Groningen als energiestad.

Engels klassiek

In de bestaande beleidsnota Kleur geven aan groen, thema’s voor de Groninger parken hebben de parken in de gemeente Groningen een eigen thema gekregen, waardoor ieder park een specifiek segment van de recreatiebehoefte dekt. Dit thema moet volgens de beleidsnota sturend zijn voor de verdere inrichting. Omdat het ontwerp van Springer beeldbepalend is, is aan het Stadspark het thema Engels Klassiek gegeven. Vreemd genoeg komt deze term in het kaderplan herstructurering helemaal niet voor.
Een karakteristiek deel van het door Leonard Springer ontworpen Springerpark zal worden doorkruist door de kaarsrechte Verlengde Concourslaan. Daarnaast zal de Park Boulevard grotendeels worden aangelegd in het eveneens door Springer ontworpen Arboretum, waar vele bijzondere en oude bomen staan. De padenstructuur wordt hier gewijzigd in een rechtlijnige padenstructuur. Het ontwerp van Karres en Brands heeft daarmee een dominerende en catastrofale invloed op het historische ontwerp van Springer.
Ook het Scholten-monument, een monument ter ere van oprichter Jan Evert Scholten, ontkomt niet aan ingrijpende maatregelen. Dit monument is in 1931 zeer bewust en in overleg met Springer aan het eind van de huidige Concourslaan geplaatst. Aangezien juist hier de verlenging van de Concourslaan is gepland, zal de huidige rustieke en bosachtige ligging verdwijnen.

Rosse vleermuis

Het Stadspark is vanwege de vele oude en bijzondere bomen opgenomen in het Register van Monumentale Bomen van de Bomenstichting. Als de plannen doorgaan zullen honderden monumentale bomen worden gekapt. ‘De bomenlaan langs de Concourslaan is aan vervanging toe’, aldus het kaderplan voor de herstructurering van het Stadspark. Als argument wordt de beperkte draagkracht van de bodem en de hoge grondwaterstand aangevoerd. Volgens het kaderplan zou de bodem van het Stadspark uit veen en klei op veen bestaan. Uit door mijzelf verrichte boringen blijkt echter dat de grond ter plaatse van de Concourslaan geen veen bevat, maar volledig uit klei bestaat. Eerder onderzoek bevestigt dit beeld. In het boek Groningen 1040, archeologie en oudste geschiedenis van de stad Groningen staat een artikel van A.E. Clingenborg met de titel De bodem in en rond de stad Groningen. Uit de bodemkaart bij dit artikel blijkt de afwezigheid van veen en aanwezigheid van klei ter plaatse van de Concourslaan.
Bovendien doet slechts een beperkt deel van de beuken langs de Concourslaan het niet goed. Op die plekken is sprake van verdichting van de bodemstructuur door menselijk handelen (bijvoorbeeld bouwverkeer, parkerende auto’s en het leggen van kabels en leidingen). In combinatie met het achterstallige onderhoud is dit de werkelijke oorzaak van de verminderde vitaliteit van deze beuken. Bij voldoende bodemverbeterende maatregelen, zoals drainage, bemesting, bekalking en toevoer van organisch materiaal, kunnen de beuken een hoge ouderdom bereiken.
Overigens bevinden zich vaste verblijfplaatsen van de streng beschermde rosse vleermuis in de oude bomen van dit deel van het Stadspark. Op basis van de Europese habitatrichtlijn zou dit de kap kunnen verhinderen. Het is tegenwoordig gebruikelijk om vooraf via een zogenoemde Natuurtoets te bepalen welke natuurwaarden in een gebied aanwezig zijn, en vervolgens de ruimtelijke structuur af te stemmen op de beperkingen die uit deze toets naar voren komen. Deze strategie is bij het Stadspark helaas niet gevolgd.

Alternatieven

Het is duidelijk dat het kaderplan verstrekkende gevolgen heeft voor zowel de cultuurhistorische als de natuurwaarden van het Stadspark. Er zijn diverse alternatieven voor het plan denkbaar. Zo kan veel schade worden voorkomen door de gekozen rechtlijnige structuur los te laten en in plaats daarvan de huidige vloeiende padenstructuur eenduidiger te maken. Daarnaast zou een centrale parkeermogelijkheid bij de drafbaan de verkeersdrukte in het park aanzienlijk kunnen terugdringen. Daarmee ontstaat ruimte voor het Energy Valley-project op de huidige parkeerplaats van de Gasunie, zodat het Springerarboretum als zodanig kan worden behouden. Ten slotte zou het accent vooral moeten liggen op verbetering van het onderhoud van de bodem en de beplanting. Een verwaarloosd park wordt al snel ervaren als een onveilig park. Ook met behoud van de bestaande cultuurhistorische en natuurwaarden is het mogelijk om het Groninger Stadspark voor de toekomst op de kaart te zetten. < Bob Jonge Poerink is milieukundig ingenieur. Hij is als praktijkdocent flora en fauna werkzaam aan het Van Hall Instituut te Leeuwarden.