De stadsvernieuwing zoals die in Leeuwarden vanaf 1970 is uitgevoerd, is over het algemeen zeer geslaagd. Veel karakteristieke wijken van vóór 1940 maken nog steeds deel uit van het stadsbeeld en spelen een onmisbare rol in de volkshuisvesting. Maar met de Vegelinbuurt, een volkswijk aan de rand van de binnenstad, liep het anders af. Na de sloop van alle 220 huizen is onlangs een begin gemaakt met de nieuwbouw van betaalbare koop- en huurwoningen. Ter gelegenheid daarvan is een essay van Meindert Schroor over de Vegelinbuurt heruitgegeven. Dit artikel is een verkorte versie.

Leeuwarden heeft een lange, zeer gemengde reputatie op het gebied van de volkshuisvesting. Ga maar na: in 1900 telde het van alle steden met meer dan 20.000 inwoners verreweg de meeste éénkamerwoningen (49 procent) en woonschepen. De Leeuwarder Transvaalwijk was in de jaren 1969-1971 landelijk de eerste ‘particuliere’ wijk met een zelfontwikkeld rehabilitatieplan. Tezelfdertijd verdwenen de laatste resten van een aantal negentiende-eeuwse volksbuurten zoals Tulpenburg en het IJsbaankwartier. De Linnaeusbuurt was na een bestaan van nog geen dertig jaar in 1977 de eerste naoorlogse wijk in Nederland die werd gesloopt. Omgekeerd werden in de kwarteeuw na het begin van de stadsvernieuwing in de Transvaalwijk circa 10.000 vooroorlogse woningen opgeknapt. En net als in veel andere steden werd…

Trefwoorden