Ruimtelijke ordening is sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw vooral verworden tot een verzameling reclameslogans en one-liners uitgevoerd in hijgerig reclamebureau- en ontwerpersproza. Een van de zeldzame keren dat Groningen in de Nota Ruimte wordt genoemd, blijkt dat de stad en haar omgeving zich ‘vanwege de aanwezigheid van kennis en bedrijven op het gebied van gasvormige energiedragers’ tot ‘Energy Valley’ moeten ontwikkelen.

Ruimtelijke ordening is sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw vooral verworden tot een verzameling reclameslogans en one-liners uitgevoerd in hijgerig reclamebureau- en ontwerpersproza. Een van de zeldzame keren dat Groningen in de Nota Ruimte wordt genoemd, blijkt dat de stad en haar omgeving zich ‘vanwege de aanwezigheid van kennis en bedrijven op het gebied van gasvormige energiedragers’ tot ‘Energy Valley’ moeten ontwikkelen. O ja, denk je dan, die kennis en bedrijven zullen de Gasunie en het Slochterenveld dan wel wezen, want nergens volgt enige uitleg waarom precies.
Reclame bestaat bij de gratie van beelden en associaties. Dus heb ik nog wel een leuke voor de tekstschrijvers. Energy Valley als eigentijdse variant op Groningen als centrum en openlegger van het grootste turfwinningsgebied van West-Europa in de zeventiende eeuw: het Bourtanger Moeras. Ze zouden er denk ik gezien de al jaren voortschrijdende debilisering van het onderwijs (uitbannen van feitenkennis en inhoud en het accent op vorming en vrijblijvendheid) waarschijnlijk zelf nooit op zijn gekomen.
Elders in den lande is sprake van brainports, greenports en mainports (Schiphol, Rotterdam). De laatste als variant op het enkele jaren geleden opgeld doende ‘Nederland-Distributieland’, ofwel dozenschuivers in de Delta. Nederland als reclameslogan: sense and simplicity. Zelfs hoogleraren ruimtelijke wetenschappen (sinds de aanduiding geografie is verdwenen, wordt ook daar maar wat geroepen) doen mee aan deze ongein en debiteren volstrekte onzin. Een van hen werd onlangs door collega-redacteur Lukas Koops op deze pagina te kijk gezet. Wie verlost ons van deze nikserigheid, die onze hardwerkende medemensen in India en verder naar het oosten een gouden toekomst garandeert maar Nederland tot een luxe achterbuurt degradeert.

Voorheen plachten (nog zo’n ouderwets woord) Nota’s Ruimtelijke Ordening – waarvan de eerste in 1960 verscheen – nogal eens een overzicht van de stand van zaken te geven en van de historische ontwikkelingen die daaraan ten grondslag lagen. Dat gebeurde dan in de vorm van tabellen, kartogrammen of grafieken. Die boden de lezer feitelijke informatie over hoe het er met dit land en zijn bewoners en de verschillende regio’s voorstond. Lezers die nu iets willen weten over het aantal Nederlanders per vierkante kilometer, de bevolkingsdichtheid per provincie of gemeente, het gemiddelde inkomen, het ruimtebeslag van de verschillende activiteiten, opbrengsten per hectare of functie, milieubelasting en noem maar op, kortom alles wat van belang is voor de ruimtelijke- ordeningpraktijk of het bijstellen ervan, zoeken vergeefs naar deze informatie. Het moderne ruimtelijke
ordenen is geheel en al gericht op de toekomst, hoewel van een tweetal voor Noordoost-Nederland heel essentiële plannen (Meerstad, de Blauwe Stad) geen woord is terug te vinden in de Nota Ruimte. Kennelijk hebben de regionaal gestationeerde rijksambtenaren zitten slapen.

De nota telt meer ongerijmdheden. Bijvoorbeeld waar het over de Nationale Landschappen gaat. Daarvan is een twintigtal geselecteerd. In Friesland zijn drie gebieden aangewezen, waaronder Westergo. Ik citeer: ‘Nationale landschappen zijn gebieden met internationaal zeldzame of unieke en nationaal kenmerkende landschapskwaliteiten’. Wat Westergo betreft klopt dit helemaal. Het is het oudste permanent (2500 jaar) bewoonde kustgebied van Nederland met een recorddichtheid aan terpen. Maar gemakshalve wordt er even aan voorbijgegaan dat het regionaal stedelijk netwerk Westergozone (Leeuwarden-Harlingen) dwars door het gelijknamige nationale landschap loopt, en dat al eeuwen. Het is één van de twee economische kernzones in een provincie die altijd alle zeilen bij moet zetten. De Westergozone is ook een van de weinige plekken waar aangesloten wordt bij een tamelijk grootschalige, vanouds aanwezige infrastructuur.
Wat de gevolgen zijn voor de economie nu Westergo een Nationaal Landschap wordt, vertelt de Nota Ruimte niet, en dat geldt eveneens voor de grootschalige glastuinbouw bij Berlikum. Ook die ligt in Westergo, richt daar heel wat meer landschappelijke schade aan en vormt bovendien een hinderlijke lichtbron in een relatief duister gebied.

Nog zo’n hype: de zweeftrein. Alleen de naam al voorspelt weinig goeds en inderdaad is hij op zweverige aannames gebouwd. Toen de spoorwegen er nog maar net waren, in de jaren 1845-1870, struikelden de plannenmakers als het ware ook al over elkaar om Noord-Nederland ergens op aan te sluiten (Twente, Salzbergen, Ruhr, Hamburg, Wladiwostok wat mij betreft). Het werd een bescheiden lijntje Harlingen-Nieuweschans, begonnen in 1863 en pas in 1876 aangesloten op de lijn Emden-Dortmund, die er al in 1854 lag! Een lullig enkelspoortje, waarvan het onlangs gedeeltelijk verdubbelde baanvak Leeuwarden-Groningen nog het beste loopt. Er bestaan zelfs plannen om Harlingen-Leeuwarden (Westergozone!) op te heffen. Steek dat geld van die zweeftrein maar in het handhaven van deze eenvoudige voorziening, of beter nog in het onderwijs. Niemand die het in z’n hoofd zal halen om van Hamburg via Groningen naar Holland te reizen. Het baanvak Hamburg-Berlijn wordt niet eens aangelegd en terecht. China heeft er wel een. Sjanghai-shih is een stadsprovincie met evenveel inwoners als Nederland op een oppervlak van half Noord-Nederland en hier zoeft zo’n trein door de vermoedelijk meest dynamische metropool ter wereld. Daar kan-ie al niet eens uit. Noord-Nederland heeft één tiende van het aantal inwoners en een dichtheid die twintig keer zo gering is. Stoppen met die onzin!

Trefwoorden