Nieuwlande heeft de naam in oorlogstijd een bijzonder dorp te zijn geweest. Tussen 1940 en 1945 hebben hier vele bewoners korte of langere tijd joodse onderduikers in huis gehad of anderszins hulp aan joden geboden. Meer dan veertig van hen hebben van de staat Israël de Yad Vashem-onderscheiding gekregen. Jo Schonewille is een van hen.

Het is een dorp van rechte lijnen. Een veenkolonie. Een dorp dat is ontstaan door het afgraven van het veen. De wijken liepen van west naar oost. De ontstaansgeschiedenis van dit zuidelijke deel van Drenthe valt op de kaart nog af te lezen. Ooit woonden in het dorp en omgeving alleen maar veenarbeiders. Aan het eind van de jaren dertig waren dat vooral boeren en landarbeiders. De boeren waren vanuit Groningen of de Drentse Veenkoloniën naar Nieuwlande gekomen. Ze waren gereformeerd en stemden Anti-Revolutionair. De arbeiders kwamen vooral uit Hoogeveen en waren hervormd of niet godsdienstig. Ze stemden Christelijk Historische Unie of SDAP. Er waren in die vooroorlogse jaren ook nog enkele liberalen en communisten, maar de NSB kreeg in Nieuwlande geen voet aan de grond.
Jo Schonewille (1926) vertelt over het dorp dat hij als geen ander kent. Ik vraag hem wat de naam ‘Moorends’ op zijn boerderij betekent. ‘Dat is een plaatsje in Engeland waar mijn ouders vanaf begin 1900 een jaar of tien als veenarbeiders gewerkt hebben. Later zijn ze hier op deze boerderij begonnen waar ik geboren ben. Mijn vader ging al omstreeks 1880 naar socialistische bijeenkomsten. Ik ben ook links georiënteerd en vooral pacifist. Toen de oorlog uitbrak waren wij al op de hoogte van de kampen aan de andere kant van de grens. De mensen in Nieuwlande zaten ondanks religieuze en politieke verschillen snel op één lijn. Dat kon omdat er een gezamenlijke vijand was en dat kwam ook door dominee Slomp, die de bevolking opriep om actief te zijn. Op 10 mei 1940 kregen we de eerste onderduikers in huis en de hele oorlog door bleef het een komen en gaan van mensen die hulp nodig hadden. Soms voor kort, maar soms ook voor een veel langere periode. De onderduikers zaten in een kamertje onder het hooi, maar ook in een hol in de grond achter op het land. Dominee Slomp, die de schuilnaam Frits de Zwerver kreeg, was ook degene die Johannes Post stimuleerde om in het verzet te gaan.’
Jo Schonewille laat mij nog zijn oorlogs- en verzetsmuseum zien dat hij de afgelopen tien jaar in zijn boerderij heeft ingericht. Een enorme hoeveelheid foto’s, documenten en voorwerpen herinnert aan de periode waarin veel inwoners van Nieuwlande zo dapper waren dat ze hun leven waagden voor dat van een ander.