Tijdens het Saalien, de voorlaatste ijstijd, werd door het uitbreidende landijs een grote hoeveelheid puin vanuit Scandinavië meegesleurd. De poolijskap breidde zich over Nederland uit tot ongeveer de lijn Haarlem-Nijmegen. Na het afsmelten van het ijs bleef het over de bodem meegeschuurde materiaal ter plekke liggen: de zogenoemde grondmorene, vooral bekend onder de naam keileem.

De Hondsrug, van Emmen tot Groningen, vormt de scherpe grens tussen het Drents Plateau en het oerstroomdal van de Hunze. Het is de meest oostelijke van een aantal rechtlijnige en parallelle ruggen die zuidoost-noordwest zijn georiënteerd. Over het ontstaan van dit ruggencomplex is lang gespeculeerd en meestal wordt het in verband gebracht met de beweging van het landijs. Het bewijs hiervoor is echter nog steeds flinterdun en daarom wordt ook niet uitgesloten dat de Drentse ruggen door een breukenpatroon in de aardkorst zijn ontstaan.
Kenmerkend voor het Drents Plateau is de aanwezigheid van een laag keileem die gedurende de laatste ijstijd is bedekt door een decimeters tot meters dikke deken van zand dat door de wind is afgezet. Keileem bestaat uit materiaal dat werd getransporteerd en …