We bevinden ons aan de rand van het Drents-Fries Plateau. In de Noordoosthoek van het kaartbeeld duikt het reliëf onder een paarse laagte van veen. Hier zijn al sporen van de Noordzee te vinden in de vorm van klei-op-veenlagen. Het Leekstermeer ligt op minder dan een kilometer afstand ten noorden van de kaart.

Het reliëf van het kaartblad is sterk geërodeerd. Een groot deel van het keileem is tijdens de laatste ijstijd weggespoeld en daardoor zijn oude bodems, die dateren uit de Elster-ijstijd, aan de oppervlakte gekomen. Erosie op deze schaal komt elders niet voor in Noord-Nederland. In de omgeving van Roden, Nietap en Lieveren is potklei daardoor de overheersende bodemsoort.
Voor de vegetatie heeft de aanwezigheid van potklei grote betekenis vanwege de kalkrijkdom. De talloze bosanemonen die ieder voorjaar de bossen van Roden en Lieveren van een fraai wit tapijt voorzien, zijn hier een voorbeeld van. Wie wat nauwkeuriger rondspeurt, zal tussen de anemonen soorten ontdekken die elders in het Noorden niet of nauwelijks te vinden zijn, zoals groot heksenkruid, heelkruid, gulden boterbloem, boszegge en schedegeelster.

Adderwortel

Het Lieversche Diep en de Steenbergerloop doorsnijden beide de potkleilaag. Op de overgang van de potklei naar de flanken van deze stroompjes is sterke kwel aanwezig. De kalkrijkdom van de potklei zorgt voor een bijzonder samenstelling van het kwelwater, zodat langs het Lieversche Diep de adderwortel floreert. In juni kleuren duizenden bloemstengels het beekdal geheel roze. Tussen de adderwortels zijn zeldzame soorten aan te treffen als vleeskleurige orchis en Spaanse ruiter.
De bosbeelden van dit potkleilandschap zijn eveneens bijzonder, gezien de vele groeivormen die reageren op de grote afwisseling in grondsoorten en vooral op het grondwaterpeil. De bossen tussen Roden en Nietap staan royaal
(3 à 4 meter) boven NAP, maar voeren op veel plekken toch een strijd met het hoge grondwater, dat in de vette potklei alleen maar door verdamping en worteldrainage kan verdwijnen. Bekende boomsoorten als zwarte els en zomereik komen daarom vaak als strubbe-achtige gedrongen exemplaren voor die zichtbaar moeite hebben om te overleven.

Nieuwbouw

Ook voor woningbouw zorgt de potklei voor beperkingen. De nieuwbouw van Roden staat op veel plaatsen veel te nat en het water blijft vaak gedurende het hele jaar onder de vloeren staan. Eigenlijk is potklei helemaal niet zo’n geschikte grond om op te bouwen. Dit brengt ons meteen naar de bouwopgave van nieuwe woningen in dit landschap.
In het kader van de Regiovisie Groningen-Assen 2030 zijn de gemeenten Noordenveld en Leek gehouden de komende 25 jaar 5300 woningen in het gebied te bouwen. Een lastige klus, alleen al wat betreft de noodzakelijke drooglegging van het grillige patroon van potklei en keileem in de bovengrond. Eigenlijk zou dat ‘wilde’ bodempatroon de stedenbouwkundige vorm moeten bepalen. De lage gronden (blauw-blauwgroen op de kaart), zoals het oerbeekdal van de Steenbergerloop en de lage gronden tussen Nieuw-Roden en Leek, zouden dan bebouwingsvrij moeten blijven en worden ontwikkeld tot floristisch soortenrijke natuur op gronden die rijk zijn aan kwelwater. Zo creëer je lange natuurzones die in verbinding komen te staan met het bekenstelsel van het Lieversche Diep en het Peizerdiep en het veenweide-natuurgebied van het Leekstermeer. Dit zou de groene mal kunnen worden voor de contramal van de hogere gronden, waarop de geschikte bouwplekken worden gezocht. Dit zou wel eens een verrassend spreidingsbeeld kunnen opleveren dat wordt bepaald door de plaatselijke meer- en minderkosten voor drooglegging van de grillige ondergrond.
Het landschap is door die variatie verre van saai, wat de kaart ook laat zien; een variatie die in het stedenbouwkundig plan terug zou moeten komen en het groene landschap ook als woonlandschap aantrekkelijk zou moeten maken.

Trefwoorden