Afgelopen voorjaar kampeerden Olaf en ik in de vrieskou aan de Calcasieu-rivier in Louisiana. Terwijl wij ons warmden aan hete koffie en de eerste zonnestralen, keken we naar de snapping turtles die op boomstronken en stukken drijfhout klommen.

Afgelopen voorjaar kampeerden Olaf en ik in de vrieskou aan de Calcasieu-rivier in Louisiana. Terwijl wij ons warmden aan hete koffie en de eerste zonnestralen, keken we naar de snapping turtles die op boomstronken en stukken drijfhout klommen. Soms drie, vier tegelijk, de lange nekjes ver uitgestrekt naar de zon. Olijke beestjes, die snel het water in doken wanneer we te dichtbij kwamen. ’s Avonds liepen we, gewapend met zaklamp, langs het moeras. Overal waren bordjes die vertelden wat je kon verwachten in de zomp. Beverratten. Die hadden we al door het kroos zien glijden. Reusachtige baarzen. Olaf kreeg ze maar niet aan de haak. Via een houten loopbrug nog verder het donkere moeras in. Aan de andere kant weer een bordje. ‘De alligators niet voederen!’ stond erop. Dan konden ze wel eens erg hongerig zijn.
Opeens voelden we ons, als enige kampeerders in een tentje aan het water, niet meer zo veilig. Dat gevoel moeten mensen rond de IJssel ook hebben, nu daar een invasie van snapping turtles is. Ongetwijfeld rukken de schildpadden massaal op naar Sneekermeer en Drentsche Aa, waar ze surfers van planken zullen scheuren en kano’s doormidden bijten. Mijn tante, als Nederlandse wonend in Amerika en dus zelf een exoot, veegde eens behulpzaam met een handvegertje een bijtschildpad van de weg. Het beest beet de veger in een hap doormidden. Kleuters die eendjes willen voeren en schoothondjes die graag zwemmen, kunnen uit veiligheidsoverweging voortaan maar beter thuisgelaten worden.

Sinds de snapper of bijtschildpad de nieuwe komkommerpoema is, wordt er weer volop gespeculeerd over het effect van exoten op de natuur. Halsbandparkieten nemen luidruchtig stadsparken over, nijlganzen verdrijven agressief elke andere levensvorm uit weilanden, wolhandkrabben vegen rivieren schoon als sleepnetten, en de grote waternavel verstikt sloot en plas. Faunavervalsing wordt grotendeels door de mens zelf veroorzaakt. Soms met opzet, zoals het uitzetten van konijnen voor vlees en bont, en graskarpers om walkanten kaal te vreten. Vaak per ongeluk door een deurtje open te laten staan. Beestje weg, om later weer op te duiken tussen de inheemse flora en fauna.
Ook ik heb me schuldig gemaakt aan faunavervalsing. Zo ontsnapte een roodwangschildpad uit de koeiendrinkbak waarin hij ’s zomers woonde. Brulkikkervisjes van de Intratuin werden brulkikkers en trokken naar elders. Uiterst zeldzame maar zeer agressieve New Zealand brown ducks, niet van de vrouwtjes-wilde-eend te onderscheiden, zwemmen nu boosaardig ergens in een zandgat rond.
Maar met de bijtschildpadden valt het allemaal wel mee. Dat zeggen tenminste reptieldeskundigen die beweren dat het te koud is voor de schildpadden om zich voort te planten. Ook te koud om te bijten. Zelfs de veel gevaarlijker alligatorschildpad laat zich gewillig vangen. En weer terugzetten, want geen opvangcentrum wil ze hebben. Gelukkig komt er verandering in dat passieve schildpaddengedrag. Want volgens andere deskundigen stijgt de wereldtemperatuur nog steeds gestaag, waardoor ook het water stijgt. Binnenkort heeft iedereen een permanent ondergelopen kelder, met daarin een zich razendsnel voortplantende populatie wild om zich heen bijtende krokodillen en snapperschildpadden. Deze zomer kon er tijdens een wolkbreuk in Noord-Drenthe al door de straten gekanood worden en moest de brandweer komen pompen. Tijd dus om de voorraad vooroorlogse weckflessen uit de kelder te halen en de inhoud weg te spoelen met flessen bordeaux uit diezelfde kelder. Straks kun je er niet meer bij. Schaf op de vogeltjesmarkt in Antwerpen een geweer of een berenklem aan. Zowel krokodillen- als schildpaddenvlees schijnt een delicatesse te zijn. Neem altijd een paraplu mee om die rechtop in de bek van happende reptielen te kunnen zetten. En geloof vooral niets van wat je leest. Wij hebben bijvoorbeeld niet één alligator gezien in Amerika.

Trefwoorden