Bushokjes, hekken, oude gemalen, rolpalen, bruggen, schotbalkenhuisjes, blikvangers ze zijn het meubilair van het landschap. Vaak zie je ze niet staan. Soms valt het pas op als ze weg zijn. Welke moeten blijven? Welke zouden weg mogen? Noorderbreedte bekeek het landschapsmeubilair in Noord-Nederland door de ogen van vier deskundigen.

Er staan mooie en lelijke meubelstukken in het Friese landschap, daar is Peter Karstkarel, kunsthistoricus en landschapsdeskundige, heel duidelijk in. Om met wat moois te beginnen: oude gemaaltjes. Dat vindt hij van die kleuterschoolhuisjes: vier muren, een puntdak en een deur. Bij Heeg weet hij een vooroorlogs gemaaltje. Het staat bij een kruising van wegen, wat hoog in het landschap. ‘Je weet: daar moet ik rechtsaf. Heel markant. Wie het onderhoudt? Geen idee. Het staat er gewoon.’
Wat hij ook bijzonder waardeert zijn de ‘rikbakens’. ‘Die staan in hetzelfde gebied. In de jaren vijftig, zestig kwam dit deel pas tegen de zomer droog te liggen, ze konden er niet tegen malen. Er was nog veel binnenvaart, ik heb ze nog zien zeilen. Die vaarlui konden echt niet zien waar een plas eindigde …