De TomTom is de rekenmachine voor het geografisch gevoel. Net zoals rekenen als gevolg van de rekenmachine is verworden tot een kwestie van intikken zonder nadenken.

Noorderbreedte is geen Kampioen. Toch mogen we ook in Noorderbreedte best eens (wat meer) aandacht besteden aan bijvoorbeeld de landschapsbeleving vanuit de auto. We kunnen wel doen alsof we alleen maar lopend, fietsend en varend onze omgeving kunnen verkennen, maar dan steken we de kop in het zand. Een groot deel van onze verplaatsing van A naar B gaat nou eenmaal per auto. Jammer dan dat de weggebruiker steeds meer geïsoleerd wordt van de omgeving.

Het verschil in beleving van de omgeving is duidelijk voor degenen die met de auto in de zomervakantie naar het warme zuiden rijden. Je kunt via de befaamde tolwegen en dan ook nog het liefst ’s nachts zo snel mogelijk naar je tijdelijke rustplaats in Zuid-Frankrijk, Spanje of Italië jakkeren. De Route du Soleil voert over péages die soms een glimp van het landschap tonen, maar grotendeels steriel in het landschap zijn verpakt. Hoe anders is het om een fractie rustiger en meer ontspannen over de Route Nationale te kachelen; soms een tijdlang achter een landbouwtrekker of ander convoi exceptionel; op het ene moment tussen de stuivende graanvelden waar gecombined wordt, en op het andere moment aan de voet van een wijngaardhelling met zicht op een bijkans verlaten oord (maar altijd met kerktoren), om vervolgens een dorpje binnen te rijden waar de plaatselijke boulangerie verse croissants en pains au chocolat verkoopt die op het dorpsplein bij de jeux-de-boules-baan kunnen worden verorberd…

Hetzelfde verschil in landschapsbeleving merken we in ons dagelijks leven. Het maakt nogal wat uit of we in een lange rij via de snelste weg naar een eindbestemming begeven of dat we iets meer tijd kunnen nemen en een meer ‘toeristische’ route kunnen nemen. Maar het verschil wordt steeds groter, en steeds meer lijken we ons te beperken tot de snelle en meest efficiënte weg. Het lijkt alsof Rijkswaterstaat de opdracht heeft gekregen om de weggebruiker op de snellere routes steeds verder los te rukken uit het landschap. Op de A28 ten zuiden van Groningen is bijvoorbeeld tegenwoordig de helft van het landschapsbeeld weggestopt achter hoge betonnen muren in de middenberm. Bij nacht zorgt de nieuw aangebrachte verlichting ervoor dat de reiziger door een tunnel van licht rijdt. Op steeds meer andere plaatsen functioneren geluidsschermen als oogkleppen en als het niet zoveel geld zou kosten, zouden we het liefst half Nederland ondertunnelen om het verkeer maar helemaal weg te stoppen. Er wordt zelfs gedacht aan het overkappen van kilometers lange tracés. We glijden in het verkeer af naar één vraag: hoe bereiken we zo snel mogelijk onze eindbestemming? Daarbij verliezen we de vraag uit het oog hoe de reiziger de taal van het landschap nog kan blijven volgen.

Om het besef van de omgeving nog meer te reduceren hebben we tegenwoordig de navigatiesystemen. De voorspelling is dat binnen een paar jaar iedere automobilist over zo’n ‘digitale kaartlezer’ beschikt. We hebben geen analoge kaarten meer nodig; we toetsen immers de eindbestemming in en kunnen zonder nadenken op weg gaan. Het gevoel voor richting en omgeving wordt met een navigatiesysteem als het ware overgedragen aan het apparaat, dat door middel van GPS-technologie toch precies weet waar we zijn.

De context van een reis en het besef van waar je eigenlijk bent werd voorheen altijd duidelijker door het raadplegen van kaarten. Kaarten leren het landschap lezen. Met de navigatiesystemen lijken we de verkeerde weg in te slaan. Net zoals die automobiliste die na de aanwijzing ‘ga bij de volgende afslag rechtsaf’ pardoes het diepe water inreed. Anekdotisch, maar waar gebeurd.

De TomTom is de rekenmachine voor het geografisch gevoel. Net zoals rekenen als gevolg van de rekenmachine is verworden tot een kwestie van intikken zonder nadenken, zo dreigt de basisvaardigheid van het kaartlezen te degenereren tot het intoetsen van een eindbestemming in een navigatiesysteem.
Op 1 november was het Rekendag in het Abe Lenstrastadion in Heerenveen. De onderwijsverbeterorganisatie Cedin probeert met dit soort acties om het rekenonderwijs door leerkrachten en studenten van de Pabo op te krikken en het rekenonderwijs weer op de kaart te zetten. Het zou mij niet verbazen als er over een paar jaar in de Euroborg een Kaartleesdag wordt georganiseerd. Om de geografische beleving weer op de kaart te zetten.

Trefwoorden