Zijn idee baarde opzien. Wat heet, rijksbouwmeester Mels Crouwel kreeg zelfs ‘verschrikkelijke mailtjes’ toen hij tijdens het Friese toekomstdebat Fryske Fiersichten vorig jaar opperde 3.000 woningen te bouwen op de Afsluitdijk. Crouwel zelf, rijksadviseur infrastructuur Jan Brouwer, Hans Vos van Rijkswaterstaat IJsselmeergebied en directeur Hidde van Kersen van de Waddenvereniging geven hun visie.

Het was een brainstormmiddag bij de Friese Commissaris van de Koningin thuis. In de woning van Ed Nijpels in Dijken bracht rijksbouwmeester Mels Crouwel vorig najaar zijn idee naar voren om milieuvriendelijke woningen te bouwen op de Afsluitdijk. Het is een prachtige plek om te wonen, de fundering ligt er al en de afstand tussen Friesland en Holland wordt verkleind, luidde zijn redenering. Zon, wind en water kunnen de energie voor de woningen leverden, opperde hij. Het voordeel van woningbouw op de dijk is dat dorpen elders in Friesland gevrijwaard blijven van lelijke nieuwbouw, de beruchte witte schimmel. Crouwel: ‘Een van de problemen van Friesland is dat de provincie geïsoleerd ligt, hoor je vaak. Woningen op de Afsluitdijk zouden Friesland dichter bij Noord-Holland kunnen doen brengen.’ Maar de hoofdreden voor zijn idee was dat Friesland zijn fraaie, open landschap wil behouden en een dam heeft opgeworpen voor ongebreidelde nieuwbouw aan de randen van de dorpen. Crouwel: ‘Als je de mooiste stukken echt wilt beschermen, moet je misschien wel een rigoureuze oplossing zoeken. Huizen die je nodig hebt zou je op of bij de Afsluitdijk kunnen groeperen.’
Het coulisselandschap in grote delen van Friesland en de wadden verdienen naar zijn oordeel ‘keiharde bescherming’. ‘Die moeten gevrijwaard blijven van bebouwing en bedrijventerreinen. Als je dat verbiedt, moet je wel een innovatieve oplossing zoeken voor waar dat wel kan.’

Bouwen zonder horizonvervuiling

Een ander argument voor bebouwing van de beroemde waterkering is het grote ruimtegebrek in Nederland, verklaart Crouwel: ‘Er zijn onvoldoende woningen en er is onvoldoende diversiteit, dus je zou stom zijn als je de Afsluitdijk geen woonfunctie geeft. Hoewel ooit bedoeld als technische waterkering, moet je niet alleen naar die functie kijken. Dat is te eendimensionaal.’ In welke vorm de dijk moet worden bebouwd, moet verder worden uitgezocht. Maar een aantal van 3.000 woningen noemt Crouwel een getal ‘waar je niet van moet schrikken.’ Crouwel kent de Afsluitdijk goed. Als jochie reed hij er met zijn ouders geregeld over naar zijn grootouders in Groningen. ‘Het is een van de mooiste en rustigste plekken van Nederland.’ Maar het argument dat de fysieke dijk als rechte zichtlijn in tact moet blijven, zoals tegenstanders van bebouwing aanvoeren, verwerpt hij. ‘De Afsluitdijk is nooit bedoeld als monument. Bij de aanlandingspunten zijn genoeg plekken waar je zou kunnen bouwen. Alleen zeggen: het mag niet, is je kop in het zand steken.’ Volgens de rijksbouwmeester is het overigens goed mogelijk om woningen te bouwen die geen afbreuk doen aan de kwaliteit van de leegte en het uitzicht. ‘Je kunt bouwen zonder horizonvervuiling. Daarvoor bestaan heel interessante mogelijkheden.’ Studenten van de Academie voor Bouwkunde hebben bijvoorbeeld plannen gemaakt voor patiowoningen, die zo’n zes meter onder water liggen. ‘Je slaat vierkante putten van beton in het IJsselmeer. Mensen wonen dan dus op de bodem, terwijl het uitzicht over het water super is.’

Strandtoerisme

Crouwel onderstreept dat Rijkswaterstaat al zo’n dertig, veertig jaar studies uitvoert over het combineren van functies bij dijken. ‘Wonen is er nog niet van gekomen. Je moet natuurlijk goed over woningbouw en de daarbij behorende voorzieningen nadenken. Er zijn talloze mogelijkheden. Je kunt lineair bouwen, dus langs de dijk, maar ook in de dijk of op steigers ervoor. Je kunt ook voor de kust eilandjes als versterkingsconstructies tegen het water bouwen en die tegelijkertijd benutten voor woningbouw. In Dubai heb je allemaal van dat soort eilandjes. Waarom hier dan niet? Ik zeg niet dat het moet, maar ik wil ook niets uitsluiten.’ Ook voor de recreatie kunnen ze van belang zijn. ‘Een nieuw eilandje kan strandtoerisme genereren. Laatst las ik een publicatie waarin stond dat door de klimaatverandering over 50 jaar het Noordzeestrand veel meer toeristen zou trekken. En de jachthavens bij de kop van de Afsluitdijk zijn heel gewild bij watersporters. Daar kunnen nog best wat ligplaatsen bij.’ Een ander idee is om de snelweg en het fietspad óp de dijk aan te leggen. Crouwel stelt zich voor dat er geen woningen aan de onderkant van de woningmarkt, noch in het topsegment moeten worden gebouwd op de Afsluitdijk. ‘Het moet in elk geval geen Vinexwijk worden.’ Het visuele aspect hoeft niet bepalend te zijn, meent Crouwel. ‘De Afsluitdijk is zo lang. Als je vijf kilometer voorbij bij het Monument bent, zie je dat al niet meer.’

Afsluitdijkstad

In verband met het 75-jarig bestaan van de Afsluitdijk dit jaar vroeg rijksadviseur infrastructuur Jan Brouwer drie jonge architecten een visie te geven op de Afsluitdijk, waarbij moest worden uitgegaan van verbreding en verhoging. In juli jl. werden de plannen intern gepresenteerd. Brouwer was verrast over de drie totaal verschillende inzendingen. ‘Het NJArchitectuur uit Leeuwarden liet de Afsluitdijk geheel in tact en voegde er vijf poëtische gebouwtjes aan toe, waar je de temperatuur, de wind, de bewolking, de neerslag en de luchtdruk van de dijk kon ervaren.’ Het bureau Monolab ontwierp een archipel rondom de dijk, bestaande uit duizenden woningen. Brouwer: ‘Een soort Afsluitdijkstad, heel verfrissend, met woonwijken, werkplekken en een visfabriek. Ontzettend interessant.’ De woningen zijn gesitueerd aan de IJsselmeerkant en worden via een brug met de Afsluitdijk verbonden. De derde architect ‘Zus’ ontwierp aan de Waddenzeekant een waterkering van alfabetische, driedimensionale betonnen elementen in verschillende maten, waarvan de grootste ook als woon- of werkplek zouden kunnen dienen. Aan de Friese en Noord-Hollandse kant was als toegang een vistrap gedacht, waarbij vis vanaf de Waddenzee over de dijk naar het IJsselmeer werd geleid.

Hans Vos, senior adviseur van Rijkswaterstaat IJsselmeergebied in Lelystad, geeft aan dat ‘slimme combinaties in, op en langs de Afsluitdijk’ mogelijk zijn. Hij herinnert aan de oproep van staatssecretaris Tineke Huizinga van verkeer en waterstaat tijdens het jubileumfeest van de Afsluitdijk in mei dit jaar. Ze nodigde het bedrijfsleven uit om met toekomstige inrichtingsvoorstellen te komen. Vos denkt daarbij overigens vooral aan recreatieve functies zoals de bouw van een restaurant of hotel bij Breezanddijk. Persoonlijk is hij overigens geen voorstander van woningbouw op de dijk. ‘Bepaalde historische plekken in Nederland moet je laten zoals ze zijn. De Afsluitdijk is zo uniek voor de waterstaatsgeschiedenis van ons land, dat je daar weinig aan moet veranderen.’ Als er gebouwd gaat worden, moeten de plannen hiervoor in elk geval worden getoetst aan de Wet op de Waterkering. Rijkswaterstaat is beheerder van de Afsluitdijk en heeft een wettelijke taak om de bevolking via dijken te beschermen tegen water. ‘Wij staan voor veiligheid en elk bouwplan moet je toetsen aan de normen die aan waterkeringen als de Afsluitdijk worden opgelegd.’ Die normen worden om de vijf jaar bijgesteld. Ze hebben onder meer betrekking op de hoogte van de dijk, het binnenlichaam en de sterkte van de stenen bekleding. Rijkswaterstaat moet ook een eventuele vergunning verlenen voor woningbouw. Een woning hoeft overigens geen zwakke schakel te zijn in een waterkering, stelt Vos. ‘We hebben in ons land voorbeelden van woningen die op waterkeringen staan. Die hebben aangepaste constructies en dikkere muren.’ Als gevolg van de klimaatverandering en dreigende hogere waterpeilen laat Rijkswaterstaat een extra spui bouwen bij Kornwerderzand. Zo komt er meer ruimte om water vanaf het IJsselmeer op de Waddenzee te lozen. Eventuele woningbouw mag geen invloed hebben op het uit te voeren peilbeheer, onderstreept Vos. ‘Je moet op de lange termijn denken. Als je woningen voor honderd jaar neerzet moet je rekening houden dat het waterpeil in 2100 flink kan zijn gestegen. Je zou dan bijvoorbeeld drijvende woningen kunnen bouwen die met de waterstand omhoog of omlaag kunnen gaan. Of je zou woningen zo kunnen construeren dat ze bij hoger water letterlijk worden opgekrikt of gemakkelijk kunnen worden afgebroken. Dat is een uitdaging voor het bedrijfsleven.’ Net als Crouwel noemt Vos het voorbeeld van woningen die zelf deels als waterkering dienst doen, zoals in Kampen gebeurt. ‘Er staan daar woningen op de boulevard. Als de waterstand van de IJssel hoog is, kan het waterschap dwarsschotten bij voordeuren neerzetten en in de steegjes tussen de woningen waterkerende deuren sluiten.’

Zwarte zwerm vliegjes

Vos wijst op een aantal aspecten waarmee rekening moet worden gehouden bij een besluit tot woningbouw op de Afsluitdijk, zoals de daarmee gepaard gaande verkeersstroom. ‘Mensen moeten van en naar hun huizen rijden, dus moeten er aan- en afvoerwegen komen en parkeerplaatsen. Ze moeten hoe dan ook naar de doorgaande snelweg. Ook kun je ze eerst via een parallelweg naar een vast punt leiden, waarna ze de grote weg opgaan.’ Verder geeft hij aan dat wonen op de Afsluitdijk betekent dat je je in een dynamisch en uniek stukje Nederland vestigt. Dat kan prachtig zijn, zoals een eventueel fraai uitzicht over het IJsselmeer of de Waddenzee, maar het kan ook schaduwzijdes hebben. ‘Mensen moeten zich bijvoorbeeld realiseren dat het er heel hard kan waaien. Met windkracht negen, tien of elf beuken de golven op de dijk en mogelijk leidt dat tot wateroverlast binnen. Daar moet je bij de inrichting van je huis rekening mee houden. In Engeland hebben bewoners hun koelkast niet op de betonnen vloer staan, maar dertig centimeter daarboven.’ Een ander aspect is dat de woningen in een zoet-zoutgebied staan. ‘Zout is niet bevorderlijk voor de levensduur van een woning.’ En er is veel te zeggen voor de aanblik van de ondergaande zon in een stoeltje vanaf het balkon, als een zwarte zwerm vliegjes vervolgens je slaapkamer binnenvliegt, is dat minder aantrekkelijk. Met dit soort aspecten moet je allemaal rekening houden.’

Woningen op eilandjes in de Waddenzee vindt Vos ‘een interessante gedachte’. ‘Al moet je je wel afvragen hoe duurzaam zo’n oplossing is en wat het effect ervan op de rest van een uniek natuurgebied als de Waddenzee is.’ Waarbij hij wil aantekenen dat de kwaliteit van de natuur van nu niet die van 2100 hoeft te zijn. ‘Natuur wijzigt onder invloed van de veranderingen van het klimaat. Stel dat de temperatuur van de zee stijgt, zijn er dan nog zeehonden in de Waddenzee? Of trekken die noordwaarts?’ Een ander aspect is de noodzaak van zoet water voor de drinkwatervoorziening en de landbouw. In dat perspectief kun je je afvragen of patiowoningen in het IJsselmeer zo’n goed idee zijn, vindt Vos.

Zonnepanelen

Jan Brouwer, rijksadviseur infrastructuur, vindt de Afsluitdijk niet geschikt voor grootschalige woningbouw. ‘De Afsluitdijk is een van de meest bezochte en gefotografeerde monumenten van ons land. Hij dient als kering tussen zoet en zout water. Je moet kunnen blijven zien dat dat zijn belangrijkste functie is.’ Brouwer ziet, in tegenstelling tot Crouwel en Vos, evenmin weinig in meer recreatie op of bij de dijk. ‘De strakke lijn van de dijk moet blijven bestaan. In een hotel of restaurant zie ik niets. Wel zou je bijvoorbeeld een onderzoeksinstituut op het gebied van watermanagement bij Breezanddijk kunnen neerzetten.’
Woningbouw is ook niet het eerste waar directeur Hidde van Kersen van de Waddenvereniging bij de Afsluitdijk aan denkt. ‘Ik verbaas me erover dat niemand op het idee komt om op de dijk zonnepanelen te plaatsen. De IJsselmeerkant ligt prachtig op het zuiden. Het lijkt me een ideale en logische plek voor zonnepanelen.’ De natuur verdient een betere bescherming bij het waterbeheer. Van Kersen pleit voor het zoeken naar een alternatief voor dijkverhoging waarbij hij zelf aan een stormvloedkering denkt. ‘Om de uitwisseling van zoet en zout water te verbeteren, zou er net als bij de Oosterschelde een flexibele open afsluiting moeten komen. Veel vissen overleven het nu niet als er zoet water wordt gespuid op de Waddenzee.’
Een flexibele oplossing is beter voor de natuur. Van Kersen: ‘De aanleg van de Afsluitdijk heeft grote gevolgen gehad voor de migratie van vissen en op de loop van water- en sedimentstromen. Het gebied is er na zeventig jaar nog steeds niet hersteld van de bouw van de dijk.’

Trefwoorden