In deze nieuwe rubriek bespreekt schrijver Gerrit Jan Zwier telkens een dier- of plantensoort, tegen de achtergrond van zijn reizen en de boeken die hij las.

Nog steeds is het een drukte van belang in het Lauwersmeergebied. Niet wat de mensen, maar wat de trekvogels betreft. Duizenden ganzen, eenden en zwanen, die in verre noordelijke streken broeden, zijn in het najaar afgedaald naar deze voormalige zeebodem. De ganzen spannen de kroon: ruim veertigduizend brandganzen en duizenden grauwe ganzen en kolganzen.
Op een dag ga ik met de boswachter mee om naar de winter- en dwaalgasten te kijken. Op de dijk bij de Bantpolder vraagt hij mij een schatting van het aantal brandganzen te maken. Hij heeft me uitgelegd hoe je dat moet doen: je begint bij tien, breidt die bij benadering uit tot honderd en dan zie je tien groepjes van honderd ongeveer een duizendtal vormen. ‘Je hoeft dus alleen maar tot tien te kunnen tellen’, stel ik vast. ‘Anders zou ik…