Aan de oostkant bij het dertien woningen tellende buurtschap Kiesterzijl wordt de Wynalderumerpolder begrensd door de Slachtedijk. Laat dat nu precies het streekje zijn waarheen Netty Vos (44) en Patrick Psotta (29) zo’n vijf jaar geleden vanuit Almere besloten te verhuizen.

Moederpolders heten ze. Mogelijk zijn het de oudste polders van Europa: vier oorspronkelijk wat hoger gelegen gebieden in Noordwest-Friesland, het vroegere Westergo, die al duizend jaar na Christus voor het eerst werden bedijkt, en ruim zestig jaar geleden zo genoemd door waterstaatkundigen Rienks en Walther in hun standaardwerk Binnendiken en slieperdiken.
Verschillende dijkvakken rond die oerpolders werden naderhand opgenomen in Frieslands al even historische binnendijk De Slachte, die zich – bijna 42 kilometer lang – door dit deel van de provincie slingert. Een van die ‘moederoorden’ is de Wynaldumerpolder tussen Harlingen en Franeker. Een groene enclave met dorpen als Herbaijum, lange tijd woonplaats van weerman Piet Paulusma – wie kent hem niet.

Aan de oostkant bij het dertien woningen tellende buurtschap Kiesterzijl wordt de Wynalderumerpolder begrensd door de Slachtedijk. Laat dat nu precies het streekje zijn waarheen Netty Vos (44) en Patrick Psotta (29) zo’n vijf jaar geleden vanuit Almere besloten te verhuizen; niet vanwege het historische of typisch Friese karakter van het gebied, maar, heel praktisch, omdat Kiesterzijl op één uur rijden van Amsterdam ligt – Netty werkte toen nog in de hoofdstad – én omdat zij en Patrick rust en ruimte zochten.
Betaalbare ruimte, niet alleen voor zichzelf en een zoon en dochter uit een vorige verbintenis van Netty, maar ook voor hun twee bonte paarden, twee Shetland pony’s, zeven herdershonden en enige katten. Hun witte, naar verluidt bijna 200 jaar oude huisje, is net als het eveneens witte woninkje van de buurman goed zichtbaar vanaf de hoge Kiesterzijlbrug over het Van Harinxmakanaal. Maar hoe er te komen?
Netty (44) en Patrick (29) moeten onzekere bezoekers nogal eens ophalen bij de noordelijke oprit van de antiek stalen, enkelbaans draaibrug, daar waar ook hun brievenbus staat en waar zij hun afvalcontainers plaatsen. Hun visite begeleiden zij vervolgens via een doodlopende puinweg, slecht begaanbaar en onverlicht, onder de brug en over de kanaaldijk naar hun aardig opgeknapte woning, stallen en kennels met 3800 vierkante meter grond.

Eenmaal daar blijkt dat Netty, geboren in Dordrecht en opgegroeid in Zwolle, en Patrick, afkomstig uit Brandenburg bij Berlijn, een juiste keuze hebben gemaakt. Want zelfs op de regenachtige en kille februaridag waarop we het paar in de keuken spreken, blijken huis en omgeving een oase van rust. Privacy gewaarborgd, al doet de directe omgeving op het eerste gezicht anders vermoeden. Want kun je, zoals in Kiesterzijl, hoe pittoresk ook, nog spreken van landelijk wonen als zich op zichtafstand een provinciale weg bevindt, alsmede dat kanaal met die vijf en half meter hoge brug, een spoorlijn aan de overzijde van het water, een windmolenpark, een transformatorstation, een aardgaslocatie, een bedrijvenpark én – bijna pal boven je hoofd – een hoogspanningsleiding?
Netty en Patrick hebben er nauwelijks last van. De provinciale weg is slechts lokaal in gebruik. Het doorgaande verkeer raast voort op de verderop gelegen autoweg. En het kanaal mag dan breed zijn, maar de omvang van de scheepvaart haalt het bij lange na niet meer bij de drukte in andere grote kanalen, zoals het Prinses Margrietkanaal.
De tot hilariteit van Patrick (‘altijd leuk’) nogal eens haperende draaibrug – een afdankertje uit de omgeving van haar geboorteplaats Dordrecht, heeft Netty vernomen – met ‘filevorming’ als gevolg, is weliswaar bijzonder, maar ook hier is louter sprake van lokaal verkeer. En aan de andere kant van het water gaat het boemeltje over enkel spoor.
Van bescheiden omvang (tien propellers) en al even geluidsarm is het belendende windmolenpark. Een van de eerste in Friesland, in de de jaren tachtig van de vorige eeuw opgericht door de Vereniging Collectief Bezit Windmolens Noordenwind. Van trafostations, aardgasputten en hoogspanningskabels heb je ook weinig last, tenzij je horizon- of stralingsgevoelig bent. Zo niet Netty en Patrick. En aan de boven de Slachtedijk uit torenende silo’s van de betonfabriek op het Franeker bedrijventerrein, waren ze ook snel gewend.

Geen haar op de hoofden van Netty en Patrick die er aan denkt om te verhuizen. Het stel voelt zich thuis én ingeburgerd in Kiesterzijl. Drie jaar geleden trouwden ze er. Ze vierden dat met een uitbundige barbecue in de eigen tuin. Met familie, vrienden én buren.
Patrick werkt bij de glasfabriek in Franeker. En hij helpt veelvuldig de bejaarde agrariër wiens weilanden het witte huisje omringen – de boer mist als gevolg van kanker één arm. Ook traint en fokt hij samen met Netty en haar jongste dochter hun herdershonden.
Netty werkt intussen nog steeds bij de grote uitgeversmaatschappij in het westen van het land waarvoor zij ook al actief was ten tijde van de verhuizing naar Friesland. Dagelijks rijdt zij nu op en neer naar Maarssen bij Utrecht waarheen de onderneming haar helaas overplaatste. Een hele rit, maar Kiesterzijl maakt alles goed.
Niet dat er niets te klagen valt. Zo begrijpen Netty en Patrick niet goed waarom hun huis nog steeds niet is aangesloten op de riolering
(zij gebruiken een beerput) en waarom de gemeente of het waterschap niet zorgt voor een beter wegdek op en verlichting van hun doodlopende weg. Voor de brandstof voor hun centrale verwarming en voor warm water zijn ze nog altijd aangewezen op de aanvoer over de weg. En voor gas zijn ze afhankelijk van tankwagens, waarvan er ooit een van hun pad in de sloot gleed.
Daarnaast hebben Netty en Patrick nog wel eens last van jongeren die zich met (brom)fietsen en auto’s graag verzamelen bij de Kiesterzijlbrug. Bij mooi weer neemt de jeugd er graag een duik in het kanaal, ‘verboden te zwemmen’ of niet. En het oude brugwachtershuisje viel onlangs ten prooi aan de vernielzucht van de hangjeugd. De gemeente besloot het gebouwtje daarop af te breken. Jammer voor de zwervers die er soms verbleven. Jammer ook voor Netty en Patrick. Ze missen hun zicht op dat karakteristieke huisje nog steeds. Voor de goede orde: het paar heeft niets tegen de jongeren zelf. Als ze de boel maar heel laten en als ze hun toegangsweg maar niet versperren, zoals net iets té vaak voorkomt.

De Friese taal is Netty nog niet machtig. Patrick spreekt het Fries al wel redelijk. Maar zij beseffen terdege op een op-en-top Fries plekje te wonen. En stugge Friezen? Hoezo? Patrick werd als nieuwkomer gevraagd voor de plaatselijke kaatsvereniging. Hij bedankte overigens, druk als hij en Netty het hebben.
Maar wie weet gaat Netty nog eens kaatsen. Want waren het eeuwen geleden ook niet importpolderjongens en -meisjes uit de omgeving van Dordrecht en de Zuid-Hollandse Biesbosch die de oorspronkelijk uit Frankrijk en België afkomstige kaatssport naar Friesland brachten? Wellicht tot verdriet van menige ‘diepfries’ werd dit enkele jaren geleden ontdekt door Pieter Breuker, Frieslands kaatshistoricus bij uitstek.
Het Van Harinxmakanaal is ook al zo’n Fries begrip. Het vormt de verbinding tussen zeehaven Harlingen, Franeker met het Prinses Margrietkanaal ter hoogte van Leeuwarden. Patrick zwemt er ook wel eens in, ter hoogte van de eigen woning. Vrezen hij en Netty niet de verbreding van dit water waarover al geruime tijd wordt gesproken? Het stel denkt dat het zo’n vaart niet zal lopen. Landmeters hebben ter markering wel eens houten paaltjes in het aangrenzende weiland geslagen maar daarna is van hen nooit meer iets gezien of vernomen. De omgeving is bovendien tot beschermd natuurgebied verklaard.
Bestaat er nog meer bewijs voor het Friese karakter van Kiesterzijl?
Zo’n beetje alle elfstedentochten in de provincie, behalve de echte tocht der tochten, passeren dorp en brug, meldt Patrick trots. Elfstedenwandelaars, -fietsers, -hardlopers, -oldtimerbestuurders, -motorrijders, -roeiers, ja zelfs de deelnemers aan de vierjaarlijkse Slachtemarathon, zien zij allemaal passeren, op nog geen steenworp afstand van hun gerieflijke witte huisje aan dat doodlopende pad in die historische polder. Hun nieuwe moederland.

Trefwoorden