Ook in Noord-Nederland zijn diverse gebieden aangewezen als Europese natuurparels.

Neem het Lauwersmeer. Meer recreatie in dit Nationale Park heeft nadelige gevolgen voor kiekendieven, zilverreigers, kluten, lepelaars en Noordse sterns. Niet door ‘oppervlaktevermindering’ voor deze bijzondere vogels. Neen, ze zijn ‘zeer gevoelig’ voor ‘verstoring door mensen’. En ze houden niet van ‘mechanische effecten’ als ‘betreding, luchtwervelingen en golfslag’.
Nogmaals het Lauwersmeer. Wijziging van het waterpeil pakt slecht uit voor bontbekplevieren, dwergmeeuwen, kemphanen en porseleinhoenen. Beide laatste soorten zijn zeer gevoelig voor ‘verdroging’. En de eerste twee soorten zijn niet gebaat bij veranderingen in de ‘dynamiek’ van het ‘substraat’, ofwel wijzigingen in de ‘abiotische randvoorwaarden’ zoals veranderingen van het vochtgehalte of de zuur- en/of zoutgraad in de bodem. Met gevolgen voor de vegetatie. Kluten en kiekendieven floreren daarentegen wel beter bij een andere dynamiek.
Ingewikkeld? Voor leken misschien maar niet voor deskundigen, menen de ontwerpers van de Effectenindicator Natura 2000, waaraan deze voorbeelden zijn ontleend. Het instrument, vervaardigd bij onderzoeksbureau Alterra, is volgens de opstellers een prima hulpmiddel voor initiatiefnemers, vergunningverleners en planmakers die te maken krijgen met Natura 2000.

Boertje pesten

Het zit er dik in dat deze indicator de komende tijd vaker wordt geraadpleegd. Want na jaren van voorbereiding is het zo ver dat met Natura 2000 kan worden begonnen. Als het kan nog in deze kabinetsperiode. Ex-minister Veerman van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit legde onlangs de eerste 111 ontwerp-aanwijzingsbesluiten van de in totaal 162 toekomstige Natura-gebieden ter inzage (zie kader). Het Lauwersmeer zat daar nog niet bij. Dat gebied volgt later, in de tweede fase, als daar meer duidelijk is over het toekomstig waterbeheer.
Organisaties van boeren, bedrijven en recreanten, maar ook decentrale overheden hebben inmiddels hun hart gelucht tijdens twaalf informatiebijeenkomsten, waarvan drie in Noordelijk Nederland, zoals begin februari in Paterswolde, waar liefst vijfhonderd aanwezigen kritiek (‘boertje pesten’) en angst (‘een nieuwe stortvloed aan regels’) uitten. En veel vragen stelden. Mag ik nog een nieuwe schuur bouwen?
Mag ik een drainage aanleggen? Ik heb een nieuwe sloot gepland, kan dat nog? Wat zijn precies de grenzen van die Natura 2000-locaties? Hoe kan ik bezwaar aantekenen?
Aan Veerman’s opvolger, CDA-minister Gerda Verburg en haar ambtenaren op het departement van LNV, de taak om hieraan vervolg te geven. Rijk en provincies moeten als ‘bevoegd gezag’ binnen drie jaar voor elk van de Natura-gebieden beheerplannen vaststellen. ‘Alle belanghebbenden worden daarbij betrokken’, benadrukt LNV in haar voorlichting.

Natuurparels in de EU

Voor wie het nog niet weet: Natura 2000 is een uitgebreid ecologisch netwerk van ‘natuurparels’ in de Europese Unie. Elke lidstaat wijst een selectie aan van speciaal te beschermen gebieden: omgevingen, bijzonder op grond van hun ‘habitat’, specifieke land- en waterzones én leefgebieden van bijzondere diersoorten.
Belangrijk criterium: het betreft soorten en habitats die buitengewoon zijn in één van de EU-lidstaten óf in eigen land tamelijk algemeen zijn maar in Europees opzicht zeldzaam. Het is in en bij de geselecteerde gebieden hoe dan ook de bedoeling om de rijkdom aan flora en fauna ‘duurzaam te behouden’. Wat niet wil zeggen dat er geen ruimte is voor bestaande en nieuwe activiteiten zoals wonen, bedrijven, landbouw, visserij. Dat alles wel onder stringente voorwaarden. Want Natura 2000-gebieden hebben een ‘bijzondere waarde voor hun omgeving. Zij dragen bij aan het woongenot en een betere gezondheid van mensen’.
Het Natura 2000-areaal in Nederland bedraagt circa 11.000 vierkante kilometer of wel één kwart van Nederland. Driekwart van dit areaal bestaat uit water (Waddenzee, Deltawateren, IJsselmeer). Van het landoppervlak valt ‘maar’ tien procent onder het Natura-regime.
De vraag is of er, ook in de drie noordelijke provincies, veel verandert door Natura 2000. Tachtig tot negentig procent van de Nederlandse natuurgebieden valt immers al onder de bestaande Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn, waar Natura 2000 op voortborduurt. En bijna honderd procent valt hier te lande al onder de Ecologische Hoofd Structuur (EHS).

Omkering van de bewijslast

Directeur Eric Wanders van Staatsbosbeheer Noord-Nederland denkt dat het in de praktijk zal meevallen met die veranderingen. Wel zal er in zijn ogen in de toekomst minder onduidelijkheid bestaan over wat wel en wat niet mag in met name de ‘grijze gebieden’ tussen natuurterreinen en hun omgeving. En zijn hoop is dat ook kleinere, nu nog minder beschermde natuurterreinen, behorend tot de EHS, straks onder Natura 2000 vallen.
Belangrijk is volgens Wanders ook dat natuurgebieden door de Natura 2000-regelgeving ‘juridisch voor het eerst echt worden beschermd’. De Europese regels moeten namelijk worden opgenomen in nationale wetgevingen. Volgens Wanders een hele verbetering vergeleken met de wijze waarop natuurgebieden in ons land tot nu toe bescherming genoten.
En nog aantrekkelijker, voor natuurbeschermers althans: met Natura 2000 is er sprake van een omkering van de bewijslast. Was het voorheen aan natuur- en milieuorganisaties om aan te geven dat ontwikkelingen schadelijk konden zijn voor natuurterreinen, in de toekomst is het aan overheden en particuliere planmakers om aan te tonen dat hun voornemens niet strijdig zijn met Natura 2000. Wanders: ‘Het voordeel van de twijfel zit dan dus bij de natuur’.

Snel en zorgvuldig

Wie is nu eigenlijk verantwoordelijk voor de keuze van Natura-2000 gebieden in Nederland? En in de drie noordelijke provincies? Hendrik Oosterveld, regiodirecteur Noord van LNV, kent het antwoord. Uiteindelijk is het de minister die daarover besluit. Maar niet nadat LNV uitgebreid belanghebbende organisaties en personen heeft geconsulteerd.
Zo is ook de eerste groep concept-aanwijzings-besluiten tot stand gekomen. Bij deze 111 gebieden is volgens Oosterveld ‘wel ongeveer duidelijk welke doelstellingen daar gelden en hoe daar de gebiedsgrenzen lopen’.
Anders ligt dat nog bij de tweede groep (‘tranche’ in het jargon).
Volgens Oosterveld moet over een aantal gebieden nog ‘overlegd worden over enkele vraagpunten’. Het Lauwersmeer is één van die gebieden. Wat betreft de Waddenzee, de Noordzeekustzone en de duinen van de vijf Waddeneilanden kan het aanwijzings-traject spoedig starten. Wanneer en hoe de ontwerpbesluiten hierover naar buiten komen, hangt af van ‘nadere discussie’, ook in de Tweede Kamer. Oosterveld hoopt wel dat zijn departement die tweede tranche Natura-gebieden nog dit jaar ter inzage kan leggen. Zijn ‘credo’: ‘Van belang is een snelle procedure én tegelijk zorgvuldig handelen’.
Veel verschil tussen de Natura benadering in Noord-Nederland en andere landsdelen is er volgens Oosterveld trouwens niet. ‘Elk gebied wordt qua betekenis, procedures en planvorming toch op zijn eigen merites beoordeeld.’ In Noord-Nederland is naar verhouding ook niet meer terrein als toekomstig Natura-gebied aangemerkt dan in de andere landsdelen.

Lauwersmeer als testcase

Tot slot: waar en wanneer zal Natura 2000 in Noord-Nederland binnen enkele jaren voor het eerst ‘echt’ spelen? Oosterveld: ‘In de voorbereiding hebben wij geprobeerd zo veel mogelijk problemen in de toekomst te voorkomen. Ook in de nog op te stellen beheerplannen trachten we zo veel mogelijk duidelijkheid te geven. Voor de rest hangt het bij elk gebied van zoveel ontwikkelingen af. Wie weet wie er te zijner tijd bezwaren aantekenen? Bedrijven zowel als individuele burgers.’
Eric Wanders noemt het Lauwersmeer als mogelijk eerste grote Natura-‘testcase’ in het Noorden. Daar speelt immers de discussie over nut en noodzaak van beperkte getijdenbeweging met als gevolg een lichte verzilting van het gebied.Volgens natuurbeheerders nodig om het gebied ten behoeve van de vogelrijkdom open te houden. Tegenstanders, onder wie veel bestuurders, vooral aan de Friese kant van het gebied, zullen in het kader van Natura 2000 moeten bewijzen dat het Lauwersmeer ook zonder die getijdenbeweging kan. Wanders: ‘Dat zullen ze niet altijd even leuk vinden’.

Groningen

Leekstermeergebied
Lieftinghsbroek
Zuidlaardermeergebied

Friesland

Alde Feanen
Bakkeveense Duinen
Deelen
Drents-Friese Wold en Leggelderveld
Fochteloërveen
Groote Wielen
IJsselmeer
Oudegaasterbrekken-Fluessen e.o.
Sneekermeergebied
Wijnjeterper Schar
Witte en Zwarte Brekken

Drenthe

Drents-Friese Wold en Leggelderveld
Drouwenerzand
Dwingelderveld
Elperstroomgebied
Fochteloërveen
Havelte-Oost
Leekstermeergebied
Mantingerbos
Mantingerzand
Norgerholt
Witterveld
Zuidlaardermeergebied