De provinciale verkiezingen deden in maart heel kort een heel klein beetje stof opwaaien, maar na een week was iedereen, op de betrokken bestuurders na, deze vierjaarlijkse stoelendans al weer vergeten en ging alles als vanouds verder. Hier en daar werd van zetel gewisseld en voort ging de karavaan weer. Haastige heren met veelkleurige stropdassen die onbegrijpelijke nieuwe bedrijvigheid representeren spoeden zich naar gemeente- of provinciehuis. Daar staan dezelfde of identieke nieuwe bestuurders klaar om hen met alle egards te ontvangen. Een bedrijvenman brengt immers bijna altijd goed nieuws mee. Want investeren, bedrijventerreinen aanleggen, winst maken en die dan politiek of misschien zelfs anderszins verzilveren, dat is waar het tenslotte in bestuurdersland om gaat.
Groenlikkers
Met de spanning in zijn voetzolen komt de relatief nieuwe wethouder van de Drentse gemeente Oord bij de provinciaal bestuurder. Hij is vorig jaar gekozen in hetzelfde politieke spectrum als waar zijn overlegpartner van de provincie Drenthe zich al jaren in beweegt. Dat maakt het wel gemakkelijk om de spreekwoordelijke neuzen dezelfde kant op te krijgen. Want zijn gemeente wil groeien, althans de gemeentebestuurders hebben dat zo met elkaar en met die van de provincie besloten tijdens de feestelijke opening van een nieuw bedrijfsterrein van buurgemeente Loo. Groei van de economie is goed voor het volk, schijnt het, en speciaal groei op plaatsen waar die economie getoond kan worden: langs de wegen dus. Een leerzame bijeenkomst was het, dacht de jonge wethouder. En laat hij nou een week later bij een informatie- c.q. borrelbijeenkomst van de provinciale bedrijvenlobbyist in Europa dezelfde mensen tegenkomen! En dat rapport dat hij toen kreeg overhandigd! Hij krijgt er nog rode oortjes van als hij eraan denkt. Dit kan een flinke carrière betekenen, maar dan moet hij het wel slim aanpakken. En wie weet zit er méér in het verschiet. Zijn vrouw is zwanger van hun derde en ze wil zo graag naar die prachtige nieuwbouwwijk waar je je huis zelf mee kunt ontwerpen. De projectontwikkelaar en het uitvoerende bouwbedrijf zouden heel goed passen op de nieuw aan te leggen ‘bedrijvenstrip’. En dat zal nou eens niet zo maar een strip worden, deze keer zal de gemeente Oord alle andere kapers op de kust overtroeven, nu maar eens flink uitgepakt, voordat de dreigende op-slot-constructies van ’s lands bouwmeesters en landschapsesthetici en hoe al die andere groenlikkers heten bij Oord langs komen om de bosjes en beestjes in het kreupelhout als waardevol te betitelen. Hij moet dit goed spelen, onze wethouder, dan kan, als alles meezit, het allemaal heel mooi in elkaar vallen. ‘Hou het hoofd koel’, spreekt hij zichzelf streng toe.
Aander luu wil ook wel wat
Buurgemeente Loo grenst aan Friesland. Hij hoort daar wel eens wat over, die confidenties doen hem altijd erg aan concurrentieteksten denken. Ook weer niet zó vreemd, want al behoren ze op een andere schaal zogezegd tot hetzelfde noordelijke landsdeel, dát is maar Haagse en Brusselse taal voor de daar bestaande onbekendheid met provinciale eigenheden en vooral eigenaardigheden. Want over die Friese grens heen spreken ze anders en zijn andere partijen aan de macht. Dat aspect wordt wel heel duidelijk als onze zelfde wethouder met de warme voeten eenmaal in gesprek is met zijn Drentse gedeputeerde. Beide bestuurders hebben het vandaag over het bouwbedrijf dat een optie wil op een nieuw terrein bij Oord. De provinciale onderbaas weet heel zeker dat de baas van dat bedrijf óók zijn weg goed weet te vinden op het provinciehuis in Leeuwarden. En Friesland heeft ook enkele gemeenten, zoals Syl en Lân, die nog wel eens wat willen langs hun oppermachtige verkeersassen. Moet daarmee gewedijverd gaan worden? De eerste aarzelingen over deze wending in zijn carrière overvallen hem eventjes. Maar dan veert hij terug. Want staat een wethouder niet van nature dichter bij het volk, zeker een wethouder die voorheen een brave schoolmeester op het dorp was en die een zwangere vrouw thuis heeft? Zo’n wethouder moet stavast tonen en gaan voor de opdracht van de gemeenteraad! En die was zonneklaar: er komt bij Oord een geweldige bedrijvenstrip en er is geen mooier bedrijf dan een groot landelijk bekend bouwbedrijf dat zich daar als eerste zal vestigen!
Zwaan-kleef-aan
‘Gewoon doen, iemand van ons zijn, toon je een goed huisvader’, heeft zijn vrouw net zoals zijn politieke campagneleider hem altijd voorgehouden. Was hij maar niet zo welwillend geweest. Nu staat ie naast zijn vrouw roze babypakjes te keuren, sinds ze vanochtend van de echo weten dat er een dochter aan zit te komen! Opeens krijgt zijn eega een lotgenote in haar gezichtsveld. ‘Oh, enig’, roept ze, ‘de vrouw van de wethouder van de gemeente Sum in de provincie Groningen, die komt hier winkelen, je houdt het toch niet voor mogelijk?’
Er moet koffie worden gedronken en al gauw komt het verhaal op de mogelijke bouw van een nieuw huis en hoe de kamers verdeeld kunnen worden. ‘Gaan jullie met díe bouwfirma in zee?’ wil de nieuwsgierige lotgenote weten. ‘Grappig, ik weet van mijn man dat ze daar in onze gemeente mee in onderhandeling zijn voor vestiging van een bedrijfsfiliaal op ons nieuw aan te leggen bedrijventerrein voor hoogwaardige nijverheid.’ Wijselijk houdt hij zijn mond en besluit dat dit alles een goede les is in bedrijfspolitiek.
Opruiende teksten
Vermoeid arriveert hij de volgende dag bij het gemeentehuis. De tas met stukken was de vorige avond wel heel zwaar geweest. Er zat een ‘vertrouwelijke’ brief bij van de baas van het bouwbedrijf. Er werd een ernstig beroep gedaan op zijn bekwaamheid om ‘langs de juiste wegen de benodigde subsidies binnen te sluizen’. Hij heeft last van zijn geweten, maar bovenal heeft hij last van concurrentiegedachten. Als niet Oord, zo bedenkt hij, dan wel een andere gemeente, vul maar in.
Gelukkig is enige na-ijver hem niet vreemd, hij recht zijn rug en loopt voortvarend het moderne, strak vormgegeven gemeentehuis binnen. Zijn besluit staat nu vast, aan hem zal het niet liggen, Oord zal langs de snelweg een imposante zichtlocatie krijgen, de gemeente en de economie zullen bloeien, evenals zijn toekomst!
Dan schrikt hij: is dit een overval? Grote felgekleurde borden in de hal van het gemeentehuis met een enkele actievoerder ernaast. Op de borden zijn de drie noordelijke provincies van Nederland in groene en blauwe tinten uitgebeeld waarbij de hoofdverkeersassen A7 en A28 als een rood kruis het hele landsdeel wegstrepen.
‘Zuinig op ruimte’ leest hij op de borden. En nog meer teksten zoals: ‘Nieuwe bedrijfsterreinen verkwisting van open ruimte’ en ‘Stop aanleg nieuwe industrieterreinen’. Met daarbij een oproep aan de nieuwe regering om de regie van de ruimtelijke inrichting weer bij de landelijke overheid neer te leggen!
Naast de actievoerders bevinden zich twee verslaggevers van een alom geroemd maar door de wethouder zeer gevreesd tweemaandelijks noordelijk tijdschrift. Ze stappen op hem af en vragen indringend: ‘En meneer de wethouder, hoe lossen we dat op?’
(Wordt vervolgd)