Architect Cor Kalfsbeek geeft uitleg bij zijn ontwerp van een nieuw recreatiepark bij Rolde.

Cor Kalfsbeek neemt de uitdaging aan: samen met historisch geograaf Hans Elerie, geducht criticaster van hedendaagse dorps- en stadsuitbreidingen, bezoekt de bekende Drentse architect voor Noorderbreedte zijn nieuwe creatie. Elerie mag schieten op alles wat hem niet bevalt aan Hof van Saksen. Dit nieuwe superrecreatiepark met achthonderd vakantiewoningen ligt bij Nooitgedacht onder de rook van Rolde. Het wordt deze maand officieel geopend. In reclamespots van projectontwikkelaar Phanos is het, met schaapgeblaat als geluidsdecor, gepromoot als een authentiek Saksisch dorp. Een pretentie die de architect niet deelt. Wel heeft hij de sfeer van een Saksisch dorp willen benaderen. Daar hoort een respectvolle bejegening van het landschap bij. Elerie stapt het complex binnen in superkritische stemming, maar is na afloop van het bezoek opvallend mild gestemd.

Kosten noch moeite gespaard

Vanuit de verte lijkt Hof van Saksen een zee van rietgedekte hoeves. Sta je ertussen, dan zie je iets anders. De rieten kappen zijn gestileerd met rondingen. In strakke uitsparingen, waar het riet kort geschoren lijkt, rusten dakramen. Dit ontwerp is ook een dwingende ontwerptruc, legt Kalfsbeek uit. ‘Riet was vroeger het goedkoopste materiaal, nu het duurste. Ik heb de daken zo ontworpen dat het riet niet uit bezuinigingsoverwegingen door dakpannen vervangen kon worden.’
Achteraf kan de opdrachtgever moeilijk worden verdacht van zuinigheid. Kosten noch moeite lijken gespaard. Phanos-baas Geert Ensing is geen krenterig type. Alleen al de vierhonderd nieuw aangeplante, tien meter hoge lindebomen langs de oprijlaan kostten 350.000 euro. De totale investering in het park is ongeveer 175 miljoen euro.
Hof van Saksen is 62 hectare groot en vervangt gedeeltelijk het oude recreatiepark Nooitgedacht. Dit park, met 136 huisjes op 25 hectare, werd vanaf de jaren zestig gebouwd op voormalige landbouwgrond. Phanos wilde het oude complex volledig ruimen, maar de eigenaars van ongeveer zeventig vakantiehuisjes laten zich niet uitkopen. Hun bezit staat nu wat vreemd tussen de nieuwe rietgedekte buren.

Architectuur met een knipoog

Kalfsbeek: ‘De opdrachtgever wilde 760 recreatiewoningen van vijf tot zeven types met een vloeroppervlak van tachtig vierkante meter. Ik zei: daar kan ik geen Saksisch dorp van maken. Een Saksisch dorp bestaat uit grote en kleine boerderijvormen die elkaar afwisselen. Ze staan plotseling dicht op elkaar en plotseling zijn er grote open groene ruimten. Sterke beslotenheid dus naast sterke openheid.’
Om dit idee te benaderen dekken de rieten kappen nu twee tot zes woningen voor elk vier- tot acht personen. De zeeg, de zo kenmerkende knik in Saksische boerderijdaken, heeft Kalfsbeek gesuggereerd in de vorm van de daklijsten. De dakhellingen zelf verlopen strak. Om een vriendelijke sfeer op te roepen koos de architect voor natuurlijke materialen: hout, riet en baksteen.
Architectuur met een knipoog naar het verleden, noemt Kalfsbeek zijn schepping. ‘Ik heb de symbolentaal van het esdorp teruggehaald, meer niet.’

Intieme sfeer

Huizen ontwerpen is één, hoe je ze neerzet een tweede. Kalfsbeek schakelde landschapsarchitect Ank Bleeker in. Ze werkten nauw samen. ‘Het landschap is voor negentig procent van Ank en tien procent van mij, bij de architectuur is het precies andersom.’
De recreatiehoeves zijn op de meeste plaatsen gegroepeerd rond open plekken, begroeid met gras en verspreide bomen. Zo wordt Hof van Saksen een nieuw Drents dorp met ettelijke brinkachtige plekken. De gasten kunnen bij hun tijdelijke onderkomen buiten zitten, maar een eigen tuin hebben ze niet. Bij huis zitten ze eigenlijk meteen ook op de ‘brink’, slechts van hun buren gescheiden door bescheiden muurtjes en beukenheggen.
Het dorp wordt op 22 juni officieel geopend, maar is nog niet klaar. Nog niet alle huizen staan er, de aanplant (beukenhagen en vooral veel eiken) De investeerder: Drentse boerenzoon met privévliegtuig
Geert Ensing, de man achter Phanos NV, is een Drentse boerenzoon. Hij deed de ULO in Norg en begon zijn loopbaan bij de belastingdienst in Roden. Na een intermezzo als gemeenteambtenaar in Leek vertrok hij eind 1970 naar het westen des lands. ‘Want ik wilde stedenbouw gaan doen’, zegt hij.
Ensing werd directeur stadsontwikkeling in Uithoorn. Pas in 1992 maakte hij de overstap naar het bedrijfsleven en werd statutair directeur van bouwmaatschappij WCN, het latere Phanos. ‘Dat vond ik al heel wat.’ Na drie jaar was hij de enige aandeelhouder. ‘Daar was wel enige inventiviteit voor nodig.’
WCN/Phanos ontwikkelde woonwijken in onder meer Harderwijk, de gemeente Amstelland, Alphen aan de Rijn en Houten. Geen Vinex-wijken, want die ziet Ensing niet zitten. ‘Dat zijn plekken waar mensen liever niet wonen. Te grootschalig en te veel partijen die het eens moeten worden. Dan krijg je nooit een goed product.’ In totaal bouwde het bedrijf meer dan 25.000 huizen.
Recreatie is nieuw voor Phanos. Ensing begon met Hof van Saksen nadat de Rabobank hem polste of hij wat zag in recreatiepark Nooitgedacht. De bank was de grootste schuldeiser van het failliete vakantieoord. Het bestemmingsplan bood geen beletsel voor een forse uitbreiding. ‘Dat is een van de dingen waar ik me het meest over verbaasd heb: dat er zoveel mogelijkheden waren die niet benut werden.’
Er is 175 miljoen geïnvesteerd in Hof van Saksen. Deels via de bank, deels via obligaties, de rest eigen geld. Over de verdeling wil Ensing niets zeggen.
Phanos heeft plannen op stapel staan voor een park bij het Lauwersmeer van 350 vakantiewoningen. In Lauwershage bij Zoutkamp moeten mensen terecht kunnen die zorg nodig hebben. Behalve zorgwoningen komen er gewone vakantiewoningen. ‘Het moet een melange worden, je moet nooit iets maken voor alleen maar zieke mensen.’
Ensing heeft de dagelijkse leiding van zijn bedrijf overgedaan aan zijn kinderen. Hij is nog lid van de raad van bestuur, zijn zoon is voorzitter. Phanos zit ook in vastgoed in Berlijn en Rome. In Toscane doet Ensing aan wijnbouw. Hij pendelt frequent met zijn privévliegtuig tussen Italië en Nederland.
Phanos is hoofdsponsor van FC Utrecht. De hoofdzetel van het bedrijf is Kasteel Heemstede in Houten. Daar runt Ensing ook een sterrenrestaurant. Hof van Saksen krijgt ook zo’n restaurant. Dat zal de gewone man niet afschrikken, meent Ensing, omdat er voor iedere beurs wat te eten valt op het Drentse resort (zoals Phanos zijn park noemt).
moet zich nog ontwikkelen. Maar de toekomstige intieme sfeer is al te bespeuren op de enkele plek waar de huizen staan gegroepeerd rond al bestaande volgroeide bomen. Inderdaad, dit doet denken aan een Drents dorp. Kalfsbeek zelf zegt dat hij een illusie heeft gecreëerd. ‘Willen de mensen in hun vakantie de illusie beleven dat ze een poosje in een oud Drents dorp bivakkeren? Dat gun ik ze graag.’

Alsjeblieft geen schaamgroen

Ook Hans Elerie kan leven met de kunstmatige schepping van een nostalgische illusie. Immers, als je dit de recreant onthoudt, trekt hij naar de authentieke plekken die echt kwetsbaar zijn.
De historisch geograaf legt de nieuwe recreatieve nederzetting langs de meetlat van de principes van het oorspronkelijke esdorp. Dat zijn volgens hem:
1 Het landschap en het dorp vloeien geleidelijk in elkaar over. Het landschap trekt het dorp binnen, het dorp trekt het landschap in.
2 Het dorp communiceert via zichtlijnen met het landschap.
3 De overgang van privégebied naar de openbaarheid verloopt geleidelijk.
4 De vormentaal is die van de Saksische boerderij.

Op alle vier de criteria scoort het dorp in zijn ogen een voldoende. ‘Hier is op een goede manier omgesprongen met de principes. Maar het is geen reconstructie van een esdorp, het is een kunstmatig landschap waarin verschillende elementen zijn samengesmeed. Een collagelandschap met het decor van een esdorp. Ik vind het fascinerend.’
Een groot compliment krijgt de architect voor zijn boerderijen. ‘De vormentaal is hier op een heel slimme manier gebruikt. Dit is geen nabootsing, maar een toepassing van de principes op een eigentijdse manier.’
Een es heeft het dorp niet. Met wat goede wil kun je zeggen dat de recreatieplas de es vervangt. Elerie oppert half voor de grap om midden in de plas een eilandje aan te leggen, met daarop één dikke eik. Zo wordt de es alsnog gesuggereerd.
Serieuzer is zijn suggestie om aan de rand van het dorp, waar de woningen uitkijken over een weidse akker, hoogstammige bomen te planten waar de gasten onderdoor kunnen kijken. Op voorhand is hij lyrisch over het schitterende ruimtelijke effect dat dan zou ontstaan. ‘Alsjeblieft geen schaamgroen om het dorp’, drukt hij Kalfsbeek op het hart. ‘Ik zal het doorgeven’, belooft deze.

Wildwaterbaan

Twijfels heeft Elerie wel bij het hoofdgebouw. Aanvankelijk wilde Ensing daar Laarwoud kopiëren, de oude havezate van Zuidlaren. Maar Kalfsbeek vond dat niet gepast en mocht een eigentijdse ‘havezate’ ontwerpen.
Het is een kolossaal gebouw geworden, 250 meter lang, 50 meter breed. Het staat aan het eind van de 400 meter lange oprijlaan. De havezate herbergt naast de receptie een veelheid van functies: restaurants, een sauna, fitness en beauty, een speelhal, een bowlingbaan, een overdekt zwembad verbonden aan een wildwaterbaan in de openlucht van meer dan 100 meter lang, een grand café dat uitkijkt op een grote brink.
Ook hier knipoogt Kalfsbeek naar het verleden. De plint die havezaten aan de buitenkant kenmerkt, komt terug in een donkere bakstenen rand om het hele gebouw heen. Dwars op het gebouw staat een ‘schuur’. Het donkergeverfde hout en de drie parallelle pannendaken doen haast middeleeuws aan. Maar van dichtbij zie je in de details het moderne ontwerp. Hier komt een congrescentrum.
De havezate zelf wordt afgedekt door een tiental daken met nokken. Elerie betreurt dat het ‘dakenspel’ aan het zicht wordt onttrokken door een verticale borstwering op de nok van het front. Kalfsbeek heeft deze muur opgetrokken om ‘hoogte te maken’. Liever had hij op die hoogte nuttige ruimte gemaakt, maar het bestemmingsplan staat dat niet toe.
‘Hier moet het verdiend worden’, zegt de architect terwijl hij een blik werpt op het bouwwerk. Hij voorspelt dat veel gasten Hof van Saksen niet zullen verlaten tijdens hun verblijf omdat ze er alles van hun gading kunnen vinden. Elerie daarentegen is bang dat het volk zal uitstromen naar de orchideeënveldjes in het nabije stroomdal van de Drentsche Aa. Hij pleit voor de aanleg van een onverhard pad naar de staatsbossen die op enkele steenworpen afstand ten oosten van de nieuwe vakantienederzetting liggen. ‘Daar kunnen de mensen geen kwaad aanrichten.’ Kalfsbeek is meteen voor dat idee te porren.

Het provinciaal beleid:

Geen parken in kwetsbare gebieden

Drenthe wil alleen uitbreiding van vakantieparken als dat leidt tot versterking en kwaliteitsverbetering. Nieuwe parken mogen alleen bij streekcentra zoals Rolde. Ze moeten passen in de provinciale gebiedsvisie. Geen parken dus in natuurgebieden en ander kwetsbare landschappen, aldus een woordvoerder. Volgens hem past Hof van Saksen naadloos in dit beleid.
Voor het overige laat de provincie de groei van deze sector aan de markt over. Volgens een inventarisatie van vorig jaar telt Drenthe tien grotere, tien wat kleinere en nog een aantal zeer kleine recreatieparken. Samen zijn ze goed voor 7773 woningen. Daarvan zijn 4462 tweede woning; 3311 zijn uitsluitend bestemd voor verhuur. Als Hof van Saksen klaar is, is het het grootste vakantiepark van Drenthe.