De Europese Unie zette de ‘braakregeling’ dit najaar op nul. Nu er veel vraag is naar graan mogen de boeren weer volop produceren. Maar voor de grauwe kiekendieven, veldleeuweriken en patrijzen ziet het er niet goed uit.

‘Het stikt van de muizen in die braakpercelen’, meldt André Edens, met 285 hectare wat je noemt een grote akkerbouwer in Oost-Groningen. Hij is in oktober druk aan het ploegen. Op zijn bedrijf had hij vorig jaar vijf hectare echte braak. Grond waar hij geen voedsel op verbouwde en waar de EU per hectare rond de 400 euro landbouwpremie op betaalde – om het overschot op de markt tegen te gaan. Edens liet er zadenrijke gewassen staan voor muizen en vogels. Maar komend seizoen zal er tarwe groeien. ‘In tarwe zitten ook wel muizen, maar toch niet zoveel als in de braakpercelen’, weet hij. Voor muizenjagers als uilen en kiekendieven valt er dus minder te halen.
‘Het lijkt erop dat we de natuurresultaten van de laatste jaren gaan verspelen omdat we zitten te pitten’, zegt Ben Koks, beschermer van de grauwe kiekendief. Hij is zeer verontrust over de gevolgen van de Europese landbouwmaatregel. Hij begrijpt best dat de braakregeling ophoudt nu de graanprijzen zo hard stijgen. Maar er moet, vindt hij, compensatie komen voor de natuur.
Toen zo’n vijftien jaar geleden percelen op de vette klei braak werden gelegd, ontdekte Koks dat zeldzaam geworden grauwe kiekendieven terugkeerden. Eerst heel voorzichtig, maar met extra bescherming van de nesten kwamen er meer vogels terug. Ook doken er weer meer leeuweriken en gele kwikstaarten op.
Koks en zijn maten van de Werkgroep Grauwe Kiekendief ontdekten dat niet alle braak evenveel vogels lokt. Er verschenen stroken op uitgekiende plaatsen met speciaal voor de fauna ingezaaide mengsels, in Groningen ligt 800 kilometer van die speciale faunaranden. Koks: ‘Als je de plekken goed kiest, bij slaperdijken en sloten in de buurt bijvoorbeeld, hebben zulke stroken een groot effect op vogels.’
Naast faunaranden bleef de braak belangrijk, al was het alleen al door de omvang: in Nederland lag vorig jaar 25 duizend hectare akkergrond braak, terwijl er amper drieduizend hectare aan faunaranden is aangelegd. Aan die situatie komt nu dus een eind.
Douwe Hollenga, CDA-gedeputeerde in Groningen, reageert gepikeerd: ‘Natuurlijk zitten we niet te pitten. We zijn bezig met een plan van aanpak voor de terugloop van het aantal weide- en akkervogels. Het afschaffen van de braak komt er nu als extra dimensie bij. Dat overvalt ons een beetje. Om leeuweriken weer terug te krijgen op het niveau dat we eigenlijk willen, hebben we in Groningen jaarlijks zo’n 35 miljoen euro nodig. Dat kan dus echt niet, het ministerie van LNV voorziet maar in een beperkt bedrag.’
Met het afschaffen van de braak in Nederland bespaart de EU weliswaar 10 miljoen euro, maar dat geld blijft in Brussel. Ben Koks: ‘Dat hebben de Britten bijvoorbeeld veel beter gedaan. Die hebben de braak omgevormd tot natuurbeleid. Daarvoor biedt Brussel mogelijkheden via wat je noemt modulatie van de landbouwgelden. Per land heb je de ruimte om dat zelf in te vullen.’
Nederland wil daar niet aan. Parlementariër Harm-Evert Waalkens (PvdA) stelde dit najaar voor om 5 procent van de landbouwpremies te gebruiken voor natuurmaatregelen op het boerenland. ‘Ik raakte aan een open zenuw. Geld van de boeren weghalen en gebruiken voor akkerranden! Ze sprongen me boven op de nek’, vertelt hij. ‘Maar ik denk dat de hele legitimatie van de landbouwsubsidies in duigen valt als de boerenstand zo blijft steken in dit stelsel. Je moet nieuwe argumenten aandragen om de landbouw te ondersteunen. Die legimatie kun je nu vinden in het plattelandsbeleid en de zorg voor akker- en weidevogels.’
Sinds 1 januari 2007 zijn de provincies in Nederland direct verantwoordelijk voor het natuurbeleid. Daarom wil gedeputeerde Hollenga de staten voorstellen om extra middelen voor de vogels uit te trekken, ook al staat voor hem vast dat het leeuwendeel van het geld uit Den Haag moet komen.
Is Hollenga niet bang dat zijn eerste winter als gedeputeerde voor de vogels in Groningen een hongerwinter gaat worden? ‘Ik denk dat het zo acuut ook weer niet is’, antwoordt hij aarzelend. ‘Maar we zullen wel iets moeten doen. Misschien moeten we het beheer concentreren in de gebieden waar de hoogste aantallen zitten. Meer doen in minder gebieden.’
Boer Edens heeft zijn voormalige hectares braak voor de wereldmarkt ingezaaid. Hij verwacht een opbrengst van zo´n drieduizend euro. De 20 hectare faunaranden houdt hij in stand zolang het natuurcontract met de overheid doorloopt, en dat is zes jaar. Maar de premie voor faunaranden van 1300 euro is niet eens voldoende om zijn grondkosten te dekken. Dus als de graanprijzen blijven stijgen, is het sommetje snel gemaakt.

Trefwoorden