Herman Erbé (58) en Josje Hennink (45) blijken te wonen aan het einde van niet meer dan een weidepad langs de Arumervaart of Franekervaart.

Verse koffie, goed eten, lekker slapen. Herberg De Gekroonde Leeuw in Arum doet zichzelf met deze droge tekst op een sober bordje achter een van haar majestueuze ramen wel erg tekort. Want de uitspanning is niet zomaar een hotel-café annex zalencentrum. Het is sinds 1876 dé pleisterplaats van dit op en top Friese kaats- en schaatsdorp in de vruchtbare lytse bouhoeke van de provincie. Vroeger was de ‘Leeuw’ naast de kerk helemaal een middelpunt, want toen deed de herberg ook dienst als halte op de tramlijn Bolsward-Harlingen.

Een bruisend hele-jaar-door-bedrijf is De Gekroonde Leeuw niet (meer). In elk geval niet anno 2007, in november, vroeg in de week, om tien uur ’s morgens. Dan tref je er slechts de schoonmaakster. Maar wel een vriendelijke werkster die meteen haar werk onderbreekt om een nieuwsgierige bezoeker rond te leiden in onder meer de naar tabak geurende gelagkamer met afgedekt biljart en volle prijzenkasten van de lokale sportverenigingen. Boven bevindt zich een antieke toneelzaal. Een al even ‘bruin’ pronkstuk, goed voor zo’n honderd bezoekers, met – aanpalend achter indrukwekkende deuren – een kleine toog.
Twee dagen eerder speelde in de sfeervolle zaal nog de ‘legendarische’ muziekband Fungus. De poetsvrouw wijst op de nog niet opgehaalde geluidsapparatuur en affiches van deze popgroep die in de jaren zeventig als eerste Nederlandse groep volksmuziek op een moderne manier vertolkte. Een cabaretesk folk-optreden zoals die geregeld in de herberg worden georganiseerd door Herman Erbé en Josje Hennink.
Dat komt goed uit want de bezoeker is juist op weg naar dit tweetal, wel bekend bij de schoonmaakster en bij wie in Arum (duizend inwoners) eigenlijk niet. De route erheen? Afslaan bij de Spar, door een naoorlogs wijkje heen en dan, tja wat dan?

Herman Erbé (58) en Josje Hennink (45) blijken te wonen aan het einde van niet meer dan een weidepad langs de Arumervaart of Franekervaart. Passeer het bordje ‘voetpad’ en je komt na enkele honderden meters – de TomTom laat het inmiddels afweten – terecht bij een modern, uitzichtrijk, door een jeugdvriend van Herman en Josje verbouwd pand. Een voormalig gemaal mét woninkje dat tientallen jaren geleden voor het laatst meehielp de 800 hectare grote Arumerpolder droog te houden.
De ‘weg’ naar dit pompstationnetje heeft nog een naam ook: Boltapad. Waarschijnlijk genoemd naar een oud Fries geslacht. In het noorden van de provincie bevinden zich nog drie boerderijen met die naam; in de plaats gekomen van gelijknamige stinzen. In Arum tref je de naam verder niet meer aan. In heel Nederland wonen volgens de telefoonboeken (voor wat die nog waard zijn) trouwens nog maar drie Bolta’s. Een uitstervend ras dus, lijkt het. Bij de nationale volkstelling in 1947 werden in heel Nederland zegge en schrijve zeven Bolta’s genoteerd, van wie liefst vier in Amsterdam, de geboorteplaats en lange tijd woonplaats van Herman, evenals van de oorspronkelijk uit Overijssel afkomstige Josje.
Het duo mist Amsterdam niet meer. Bovendien: over die ‘geweldig mooie’ Afsluitdijk is het, zelfs in de spits, ‘maar’ anderhalf uur rijden naar de stad. Geen reden om er niet bijvoorbeeld af en toe eens een filmpje te bekijken.

Herman en Josje komen door hun beroepen sowieso nog wel eens ergens. Herman als veelzijdig musicus, liedjesschrijver en performer, en Josje als freelance documentairemaakster. Beiden hebben een indrukwekkende staat van dienst. Menigeen zal, wellicht zonder het direct te beseffen, wel eens van hun (werk) gehoord of gezien hebben.
Ga maar na. Van eertijds Edison-winnaar Herman Erbé verscheen al in 1975 een eerste solo LP. In de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw vormde hij samen met anderen de destijds bekende band Circus Custers; met optredens in heel Nederland. Geregeld hoorbaar en zichtbaar ook via radio en tv.
De afgelopen jaren legde Herman zich succesvol toe op het schrijven en uitvoeren van theaterprogramma’s voor kinderen. Sinds kort werkt hij ‘meer voor zichzelf’ aan de Oude Lullen Social club: een project met ‘popmusici in de afbouwfase, ouder dan vijftig, die niet steeds on the road willen zijn’. Een project met door Herman geschreven nieuwe nummers, dan wel opnieuw vertaalde songs van bijvoorbeeld Bob Dylan en The Rolling Stones. Een cd staat in 2008 op stapel. En de groep wil – steeds in wisselende samenstelling – ook gaan optreden.
Josje heeft al menige documentaire op haar naam staan. VPRO-programma’s als Groeten uit Nederland (2003), 26.000 gezichten (2005) en Van hot naar her (2006) zijn van haar hand. Sedert een jaar is ze lid van de gemeenteraad in Wûnseradiel, de gemeente waarvan Arum deel uitmaakt. ProWûn (Progressief Wûnseradiel) heet de partij die zij met een collega in de raad vertegenwoordigt. Een opmerkelijke fractie, want waar elders vind je zo’n samenwerking tussen Groen Links, D66 ?en SP?
Waar ProWûn zo al voor staat? Voor het behoud en het herstel van het open landschap, voor de dorpen (de fractie wenst dorpscoördinatoren) en voor het behoud van het cultureel-historisch erfgoed in de gemeente. Voor meer wandel- en fietspaden ook. En voor kwetsbare groepen. Ergo: voor een sociaal, democratisch én groen Wûnseradiel.

Herman en Josje mogen van oorsprong geen Friezen zijn, je kunt niet zeggen dat ze na zes jaar Arum en daarvoor al enkele jaren Kimswerd, niet zijn ‘ingeburgerd’. Hoewel? Ingeburgerd is misschien niet het goede woord, vinden ze. Maar ze maken wel volop deel uit van de Arumer gemeenschap. Organiseren niet alleen optredens in De Gekroonde Leeuw, maar nemen ook op andere manieren graag deel of steunen plaatselijke activiteiten zoals de jaarlijkse Arumer Merke. De Arumers zijn vriendelijk en belangstellend, vinden Hermen en Josje. Ze voelen zich echt ‘geaccepteerd zoals wij zijn’.
Terug naar het Boltapad. Naar hun opstallen met erf waar ze bij hun eerste kennismaking niet eens heen durfden te gaan. Zo privé leek het er. Herman en Josje genieten er van de rust en de ruimte. ’s Avonds laat nog eens lekker twee uur saxofoon spelen? Of zingen? Geen probleem. De meest directe buren wonen aan de overzijde van het water. Ver genoeg om geen overlast te ervaren, dichtbij genoeg om enig toezicht te houden als het tweetal niet thuis is.
Josje kan goed tegen stilte. Herman is op dat punt minder zeker, maar constateert dat een soms gevoeld gebrek aan geluid vooral het gevolg is van ‘onrust’ in hemzelf. Rust en stilte zijn trouwens relatieve begrippen, benadrukt het tweetal. Want het kan stevig waaien aan het Boltapad; zeker in november. Een kwestie van microklimaat. De wind valt soms over het ‘warme’ dorp op hun ‘koude’ huis. Zo zeer zelfs dat zij af en toe moeten oppassen aan welke kant hun huis te verlaten.

Ongemakken aan hun doodlopende weg zijn er nauwelijks. De sceptic tank in plaats van riolering en de absentie van kabel-tv ervaren ze in elk geval niet als zodanig. Televisie kijken doen ze nauwelijks. De tv staat verborgen onder een modern verzinkte wenteltrap. Waar ze wel rekening mee moeten houden, is dat hun door riet geflankeerde ‘oprijlaan’ niet bereikbaar is voor vrachtauto’s. Bestelde spullen van enige omvang moeten na telefonisch contact met de afleverende chauffeurs in het dorp worden opgehaald.
Zouden Herman en Josje het uiteindelijk aan het Boltapad toch even niet uithouden, dan biedt de Franekervaart uitkomst. Want dit belendende water, met vooral zomers een enkele varende passant, is niet doodlopend. Met een kano of met hun binnenkort aangeschafte nieuwe zeiljachtje kunnen zij alle kanten op. Naar de Friese meren. Of naar hun geliefde Waddenzee. En anders is er natuurlijk altijd nog de warme gelagkamer van de Gekroonde Leeuw.

Trefwoorden