Zelfs als ik mijn blikveld tot een tiental kilometers rond om mijn woonstee beperk, neem ik geregeld met verbazing en ook ergernis kennis van plannen die beleidsmakers presenteren.
Neem nou Borger. Na de aanleg van een woonwijk op een volstrekt foute plek (namelijk volledig geïsoleerd van het oude dorp), de verrommeling en vercommercialisering van het dorpscentrum, de recente verwoesting van de prachtige historische Koesteeg voor overbodig asfalt krijgt deze kern op de Hondsrug het eerste toeristische bedrijventerrein van Nederland. Vermaak voor dagjesmensen en toeristen, dat moet het Avontuurlijk Toeristisch Centrum (ATC) in Borger vanaf 2010 gaan bieden. De zakenwereld wil financieel participeren. Een kermis trekt altijd volk, denken de betrokkenen blijkbaar. Drenthe is zo langzamerhand vergeven van de pretparadijzen en Borger werkt niet als enige dorp in de regio aan nieuw vermaak. Ik vlucht altijd uit dorpen waar ge¸niformeerde nepmachinisten op treintjes met wielen vakantievierders rondrijden door de kern. Hetzelfde geldt voor oorden waar je in de plaatselijke vijver vierpersoonswaterfietsen kunt huren. In Borger hebben ondernemers en bestuurders het over milieuvriendelijke golfkarretjes. Is dit de toekomst van de Hondsrug? Kunnen ze niets beters bedenken dan deze onzin? Een ATC in plaats van natuurlijke schoonheid. Als mensen dan zonodig vermaakt moeten worden, doe dat dan op plaatsen waar niets te bederven valt, maar niet op die kwetsbare Hondsrug. Maar goed, de initiatiefnemers denken dat er geld te verdienen valt en dan mag blijkbaar alles.
Een bedenkelijk project van geheel andere aard wordt ontwikkeld bij Rolde (gemeente Aa en Hunze). Gelukkig stak gedeputeerde Anneke Haarsma een stokje voor de sprong van Beilen over de A28. Zij zag de hierboven genoemde nieuwe wijk bij Borger als het voorbeeld van hoe het niet moet. Maar wat gebeurt nu bij Rolde? Daar verrijst aan de overzijde van Rijksweg 33 een compleet nieuwe wijk met driehonderd woningen, Rolde-Zuid. Deze zal nooit deel van Rolde uitmaken, zodat er een nieuw dorp komt tussen Rolde en Grolloo. De bestuurders op het Gieter gemeentehuis hebben het slim aangepakt, dat moet gezegd. De nieuwe wijk komt op het terrein van De Trans, het vroegere Mariëncamp, een instelling waar al tientallen jaren mensen met een verstandelijke handicap wonen. Het bestuur laat de oude gebouwen slopen en een deel van de bewoners gaat in groepen verspreid in de wijk wonen. Integratie is in Rolde het toverwoord. Gemeente- en provinciebestuur maken zo alle relevante ruimtelijkeordeningsprincipes ondergeschikt aan deze integratie, die net zo goed in het oude dorp Rolde had gekund. De makelaar lokt belangstellenden voor Rolde-Zuid met kreten als ‘wonen op de es, in het bos, aan de brink of in het park’. Het geheel doet erg oud-Drents aan. De belangstelling is overweldigend. Net als vroeger moeten bewoners samen zorg dragen voor de gemeenschappelijke openbare ruimte. Het zou me niets verbazen als ook het gebruik van de boerhoorn hier weer in ere wordt hersteld. En die veelgeprezen integratie? Wedden dat die nieuwe bewoners van deze wijk straks gaan klagen over de buren?
Zelfs als ik mijn blikveld tot een tiental kilometers rond om mijn woonstee beperk, neem ik geregeld met verbazing en ook ergernis kennis van plannen die beleidsmakers presenteren.
