Marleen Felius (Hillegersberg,1948) is veeschilder. Zij woont en werkt in Rotterdam.

‘Tegenwoordig moet je in de kunst “geëngageerd” zijn. Ik las laatst een stuk over het werk van Lucian Freud, volgens mij een waanzinnig goede schilder, zo naakt en kwetsbaar als hij mensen verbeeldt. Mooi, oordeelde de criticus, maar niet geëngageerd. Nou en?, denk ik dan. Dat normatieve, dat stoort me. Alsof we met z’n allen in de kerk zitten… Ik ben een groot kunstliefhebber, maar het gedenk eromheen, daar heb ik niet zoveel mee. Ik voel me bij de nuchterheid van veeboeren vaak beter thuis dan bij het geleuter in de kunstwereld. Toen ik in de jaren zestig op de kunstacademie zat, moest je als kunstenaar “de dingen uit hun context plaatsen”. Dat was enorm belangrijk. Niemand schilderde dieren. Ja, Jan Cremer schilderde koeien, maar bij hem stonden ze symbool voor Hollandse truttigheid. Tulpen, klompen, meiden met tieten, en koeien, dat was Holland. Een koe was geen serieus onderwerp voor een kunstenaar. Ik dacht daar toevallig anders over.’

‘Ik ben al jong begonnen met het tekenen van dieren. Ik was een teruggetrokken kind. Wie mijn klasgenoten waren op de kleuter- en de lagere school herinner ik me nauwelijks. Met tekenen kon ik een eigen wereld scheppen. Nee, ik kom niet uit een huishouden met beesten. Mijn vader was heilgymnast-masseur. Hij had een praktijk aan huis en wij moesten daarom altijd stil zijn thuis. Ik liep vaak naar de boerderijen in de buurt om naar koeien en paarden te kijken. Daar hing ik dan rond en hielp mee in de stallen en leerde melken. De melkboer en de groenteboer kwamen in die tijd nog met paard en wagen langs de deur. Hitten waren dat. Gewoon spul, zeg maar. Ik kende al die paarden, mocht Bobbie van de groenteboer naar de wei brengen, en reed op zijn ongezadelde rug in galop naar de boerderij. Het grote, geheimzinnige van die dieren, dat ze warm zijn en hard en ook zacht, dat vond ik spannend. Dat het totaal andere wezens zijn dan mensen, dat je er niet mee kunt praten en er toch contact mee kunt hebben. Op school tekende ik de dieren die ik kende, om ze bij me te hebben. En dat is nooit anders geworden. Ik heb een atelier in het hart van Rotterdam. Maar als ik een koe schilder, ben ik weer terug op het land of in de stal.’

‘De manier waarop mensen met dieren omgaan, vind ik minstens zo interessant als de dieren zelf. Van alle dieren heb ik de meeste affiniteit met landbouwhuisdieren, ik denk vanwege de samenwerkingsrelatie die wij als mensen met ze hebben. Ik vind ze ook mooi. Neem de oren van paarden en koeien, die zijn zo delicaat, zo welgevormd. Die vervullen mij met liefde, echt, ik kan het niet anders zeggen.
‘Ik heb lange tijd bijna uitsluitend paarden getekend. Toen ik een jaar of acht was, mocht ik op paardrijles. In die tijd was het in maneges gebruikelijk autoritair met paarden om te gaan. Ik ergerde me er in toenemende mate aan dat ruiters hun paard vaak vooral leken te gebruiken als verlengstuk van hun ego. Kijken wat je samen kunt, was er niet bij. Ik kon daar niet tegen. Ik heb op de academie nog wel een tijdje paarden getekend, maar ik besefte op een zeker moment dat de wereld van de paarden de mijne niet meer was. Dat ik ze kwijtgeraakt was aan een wereld van glamour en geld. Vanaf die tijd ben ik me op koeien gaan richten.
‘Er valt over koeien enorm veel te weten, ik leer steeds bij. Mensen vragen mij weleens: “Ben jij nou nog altijd met koeien bezig?” Dan zeg ik: “Ja, ik ploeg aldoor hetzelfde veldje en ik ga steeds een laagje dieper.” Ik interesseer mij niet alleen voor de verschillende koeienrassen, hun uiterlijk, hun anatomie en hun karakter. Nee, er is ook nog een enorme rijkdom aan verhalen en cultuur en menselijke geschiedenis met koeien verbonden. Ik lees al ruim veertig jaar alles wat los en vast zit over het onderwerp, heb mij verdiept in de domesticatie van rundvee, in de rol die koeien spelen in religies en mythologie, in vermaak en sport met koeien, in de werkrelatie die mensen overal ter wereld met koeien hebben. Ik ben in slachterijen geweest, op KI-stations en veemarkten, bij stierengevechten. Ik ga niets uit de weg. De reizen die ik maak, zijn altijd studiereizen. Ik was onder meer in Tsjaad, in Pakistan, Brazilië, Egypte en Niger; India en Indonesië staan nog op mijn verlanglijstje. Ik bezoek al die landen omdat er rassen voorkomen die ik in boeken ben tegengekomen en die ik in het echt wil zien. En ik wil zien hoe mensen met hun koeien omgaan. Niet alleen lezen erover, maar het echt meemaken. In Mali, waar koeien een nomadisch leven hebben, was ik erbij toen in twee dagen tijd duizenden runderen de Niger overstaken. Ik heb vee gedreven in de Verenigde Staten, leerde er de lasso te gebruiken. Ja, ik kan paardrijden zoals cowboys. “You’ve got cow sense”, zeiden die mannen. Ik trots.
‘Mijn meest recente reis ging door North en South Dakota en Nebraska. Ik heb er gesproken met mensen uit de wereld van de bull bucking, het meest spectaculaire onderdeel van de rodeo. Bull riders proberen hun brood te verdienen door acht seconden op een stier te blijven zitten. Het verhaal gaat dat de ballen van de stier worden afgebonden om hem te laten bokken. Maar die mythe heb ik kunnen ontzenuwen. Ze gaan er zorgvuldig met de beesten om. En de stieren lijken er zelf ook wel plezier in te hebben.’

‘De koeien die ik schilder, ken ik meestal van naam. Ik ken hun individuele geschiedenis en de geschiedenis van hun ras. En ik luister graag naar wat veehouders over hen te vertellen hebben. Als ik een koe geschilderd heb, zal ik die later altijd herkennen, ook in een grote kudde. Het zijn geen anonieme koeien die ik schilder, maar portretten van dieren met een naam en een eigen persoonlijkheid. Zeker, koeien hebben een persoonlijkheid. Elke koe is anders, van uiterlijk maar ook van karakter. Sommige zijn vrijkonten, die willen niets liever dan lekker tegen je aanschurken. Ik ken ook schuchtere koeien, verlegen haast, en zelfbewuste. Die zijn rustig en onverstoorbaar. Je kunt er een eind mee oplopen, maar ze blijven volkomen zichzelf. Op het KI-station in Giekerk waar ik veel geschetst en gefotografeerd heb, stond een stier: Leaf. Als ik voor hem stond en met mijn hoofd heen en weer schudde, ging hij ook met zijn kop heen en weer schudden. Om de beurt waggelden wij dan met onze koppen, die stier en ik. Ik denk dat hij het net zo leuk vond als ik. Wat anderen het ook waard mogen vinden: voor mij is dat een vorm van communicatie.’

‘Heeft minister Plasterk dat echt gezegd, dat kunstenaars die niet van hun werk kunnen leven, dan maar koeien moeten gaan schilderen? Niet te geloven! Zo’n opmerking schokt mij om twee redenen. Ik heb de mazzel dat ik iets doe waar ik van kan bestaan. Maar dat is nooit een reden geweest voor mij om ermee te beginnen. Als kunstenaars zich naar de markt gaan richten, wordt het kitsch wat ze maken. Mensen bij wie het niet gaat, die houden er toch vanzelf wel mee op? Of die houden er niet mee op, maar verdienen hun geld bij de post of in de horeca en zijn daarnaast kunstenaar. Alsof je zomaar even iets volstrekt anders kunt gaan maken! Koeien zijn in ja, dat klopt. Dat heeft de minister goed gezien. En er zijn ook steeds meer mensen die ze gaan schilderen, maar veel van hen kunnen het helaas niet. Plasterks suggestie is dat iedereen het kán, koeien schilderen. Dat irriteert me ook.’

‘Ik heb het afgelopen jaar in een paar weken tijd de hele provincie Friesland doorkruist. De Friese Wouden, Elst, de westkant, het wad: ik ben overal geweest. Iedereen associeert Friesland met zwart-wit stamboekvee. Maar dat originele Friese ras komt daar nauwelijks meer voor. Het is bijna allemaal import geworden. Het leek mij interessant te onderzoeken wat er tegenwoordig aan rassen te vinden is en dat met schilderijen in kaart te brengen. En om een routekaartje te maken waarop je kunt aflezen waar je al die rassen vanaf de weg kunt zien. Ik ben mijn vooronderzoek begonnen bij de veehouders die ik kende en van wie ik wist dat ze een bepaald ras hadden. Zij kenden dan vaak wel weer iemand met een ander ras. Soms zag ik die mensen denken: wat moet die mevrouw uit Rotterdam hier? Maar de meesten vinden het leuk dat ik veel weet van hun vee. Ik weet bijna altijd meer van de geschiedenis van een ras dan veehouders zelf. Behalve dat ik met hen sprak, heb ik ook veel tussen de koeien gezeten. Dat doe ik altijd, als onderdeel van mijn voorstudie, het liefst alleen. Ik loop naar ze toe in het weiland of ga in het gras zitten als ik de indruk heb dat zij zich daar prettiger bij voelen. En ik maak veel foto’s. Lopen ze weg, komen ze naar me toe? Het is elke keer weer afwachten hoe ze reageren. Er is er altijd wel één die toenadering zoekt.’

‘In Friesland lopen veel weergaloos mooie koeien rond. Ik heb er 25 rassen aangetroffen en het zou me verbazen als ik er één gemist heb. Nee, er is geen ras dat ik nadrukkelijk mooier of interessanter vind dan de andere. Waar ik vaak voor val, is een combinatie van dingen: de beesten, hun omgeving, de eigenaar met zijn verhalen, het contact dat ik zelf met de koeien heb. Er is een veehouder in de Friese Wouden, een oormerkweigeraar, die een prachtige kudde Friese witruggen, blauwen en valen heeft. Beeldschoon, die kleuren in dat Friese land. Originele Hollandse koeien zijn het. Ik geniet van de liefde en de volharding waarmee zo’n man, tegen de verdrukking in, zijn kudde onderhoudt. Bij een veehouder in het Noorden heb ik Polled Herefords bekeken, Engelse vleeskoeien, roodbruin lijf, witte kop, die buitendijks graasden. Het was september en rotweer, de regen viel onderweg met bakken uit de hemel, maar toen ik met de auto aankwam, hield dat op en trok de lucht ineens helemaal open. Daar sta je dan, op het wad, te kijken naar die zachte koeien in dat prachtige licht. Zo mooi. Dat zijn momenten waarop ik niet gelukkiger zou kunnen wezen.’
Bij de tentoonstelling in Galerie de Vis in Harlingen en de Friesland Bank in Leeuwarden (tot en met 27 september) hoort een boerderijenroute langs 12 van de 25 in beeld gebrachte rassen. Meer informatie: Galerie de Vis, telefoon (0517) 417 116.

Bij De Vis is voor €12,50 ook een mapje met 25 ansichtkaarten te bestellen. Als u abonnee van Noorderbreedte wordt of een abonnement cadeau geeft, ontvangt u de kunstkaarten van Marleen Felius gratis.

Marleen Felius

Marleen Felius (Hillegersberg,1948) is veeschilder. Zij woont en werkt in Rotterdam. Felius studeerde van 1965 tot 1970 aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Rotterdam en gaf enige jaren teken- en schilderles aan de Design Academy Eindhoven. Haar werk is geregeld te zien op solo- en groepstentoonstellingen in binnen- en buitenland. Behalve kunstenaar is Felius ook publicist. Zij schreef artikelen en boeken over rundvee. Zo maakte ze samen met bioloog Anno Fokkinga De Koe (2001), een fraai geïllustreerd naslagwerk dat historische wetenswaardigheden over koeien combineert met informatie over de moderne veehouderij. Felius’ magnum opus is Rundvee. Rassen van de wereld (1995, dat in het Engels uitkwam onder de titel Cattle Breeds. An Encyclopedia). Daarin heeft zij alle runderrassen van de wereld ingedeeld in een omvattende systematiek. Geografische verspreiding speelt in haar classificatie de belangrijkste rol, gevolgd door de historische ontwikkeling en de uiterlijke kenmerken van de runderen. Haar classificatie ondergaat voortdurend veranderingen, die zij sinds het verschijnen van haar boek registreert in een digitaal systeem.
Afbeeldingen van rassen die uitsterven, haalt ze uit het systeem en nieuwe rassen voegt ze eraan toe.
Rundvee. Rassen van de wereld was bij verschijnen al een novum en is nog steeds uniek in de wereld. Met dit monumentale werk vestigde zij voorgoed haar reputatie als koeiendeskundige. Voor het boek heeft Felius van elk koeienras een aquarel gemaakt. Bij het verschijnen ervan exposeerde de Kunsthal in Rotterdam de originelen van de aquarellen samen als een zelfstandig kunstwerk.
Vorig jaar doorkruiste Marleen Felius Friesland. Van de 25 rundveerassen die ze er aantrof, maakte ze een serie schilderijen. Dit werk is (sinds 14 juni) tot en met 27 september te bezichtigen in Galerie de Vis in Harlingen en in de hoofdvestiging van de Friesland Bank in Leeuwarden.
Naast schilderijen van de 25 rundveerassen hangt in de Friesland Bank werk dat de kunstenaar heeft gemaakt naar aanleiding van haar verblijf op het KI-station in Giekerk. Een van de schilderijen uit deze serie is te zien in het Fries Museum in Leeuwarden.

Trefwoorden