Altijd fijn te weten dat er in Den Haag iemand zit die om het Noorden geeft. Nog beter: als dat ook nog eens de rijksadviseur voor het Landschap is.

Altijd fijn te weten dat er in Den Haag iemand zit die om het Noorden geeft. Nog beter: als dat ook nog eens de rijksadviseur voor het Landschap is. Wat dat betreft waren de laatste vier jaren gouden tijden. Dirk Sijmons werd in 2004 als eerste rijksadviseur voor het Landschap aangewezen door toenmalig minister Veerman. Sijmons, hoewel een geboren Amsterdammer, heeft onmiskenbaar hart voor het Noorden. Leest u zijn artikelen die hij voor Noorderbreedte schreef er maar op na.
Ik schrik dus even als ik de krant opensla en lees dat hij wordt vervangen. Het hele team van rijksadviseurs overigens. Minister Verburg benoemt per 15 augustus Yttje Feddes als opvolger van Sijmons. Een vrouw, daarmee scoort ze bij mij al haar eerste punt. En haar naam heeft een vertrouwde noordelijke klank. Maar wie is Yttje Feddes, en belangrijker: wat heeft zij met het Noorden? Al googelend vind ik ‘Yttje Feddes, geboortejaar 1953, landschapsarchitect’. Samen met Berdie Olthof heeft zij een bureau voor landschapsarchitectuur in Utrecht. Haar cv is al even indrukwekkend als randstedelijk, met gelukkig één (noordelijk) lichtpuntje: ze heeft tien jaar gewerkt bij H+N+S Landschapsarchitecten, het bureau van Dirk Sijmons. Hopelijk heeft hij Feddes aangestoken met zijn liefde voor het noordelijke landschap.
Het krantenartikel geeft wel aan-knopingspunten voor de weg die zij als rijksadviseur wil inslaan. Zij wil kritisch kijken naar de plaatsing van windmolens en megastallen. ‘Het is onterecht dat besluiten daarover op het bordje van de gemeenten liggen’, aldus Feddes. Mijn gedachten gaan direct terug naar een bijeenkomst die ik dit voorjaar bijwoonde in Workum. Bewoners werd gevraagd mee te denken over kansen voor het Nationaal Landschap Zuidwest Friesland. Eén van de aanwezigen verzuchtte dat elke gemeente zoekt naar het lelijkste plekje binnen het eigen grondgebied om daar windmolens te plaatsen. ‘Maar het lelijkste plekje van Wûnseradiel is nog tien keer mooier dan het mooiste plekje van Vlaardingen.’ Geheel persoonlijk natuurlijk, maar hij had wel een punt. Over de toekomst van het landschap moet je niet op lokaal niveau beslissen. Zeker nu de windmolens alsmaar hoger worden en de megastallen megalomaner. Feddes onderkent dit gelukkig ook: ‘Het is zinvol om eens in beeld te brengen wat er gebeurt als 26 gemeenten in Friesland elk hun eigen park met windturbines neerzetten.’
Is haar uitspraak een voorbode van een trendomslag, waarbij de beslissingen over onze backyard steeds meer in Den Haag gaan vallen? De recente decentralisatie in de ruimtelijke wetgeving wijst daar niet op. Maar wie weet wat Feddes teweeg gaat brengen? Ik ben benieuwd.

Trefwoorden