De serie 'Gebouw van ooit' over de zondagsschool in Siberië

Het gehucht Siberië ligt even ten noordoosten van Hoogeveen. Tot tien jaar geleden kwamen hier de gemeentegrenzen van Ruinen, Beilen en Hoogeveen samen. Het was tot de twintigste eeuw een afgelegen en arm gebied. Daarna ontwikkelde Siberië zich tot een buurtschap met een gespreide bewoning van keuterboeren, die zich kerkelijk oriënteerden op Hoogeveen.
Omstreeks 1930 kwam in de hervormde gemeente in Hoogeveen de gedachte op dat het goed zou zijn om, vanwege het grote aantal kinderen daar, in het perifere gehucht een zondagsschool te stichten. De hervormden hielden een inzamelingsactie en de Stichting Bouwen en Bewaren droeg een financieel steentje bij. Gerrit Grit, kruidenier en keuterboer op Siberië, stelde een stukje grond beschikbaar.

Fenna Veuger is geboren en getogen in Siberië. Ze is nu 82 jaar en herinnert zich dat de zondagsschool in 1931 werd gebouwd. Er kwamen hier op zondag wel veertig kinderen, vertelt ze. Ze werden verdeeld over twee groepen: vier tot acht jaar en acht tot twaalf jaar. Zij gingen school in twee lokaaltjes, gescheiden door een schuifwand en toegankelijk via een eigen buitendeur. Door die wand weg te schuiven, wat bijvoorbeeld voor het kerstfeest gebeurde, ontstond één grote ruimte. Een kolenkachel verwarmde het pand. In de wintermaanden werd het gebouw om de veertien dagen op woensdagavond gebruikt voor bijbellezing en meditatie. Er kwam dan een dominee uit Hoogeveen. Deze bijeenkomsten trokken veel bezoekers, vooral mensen die minder goed ter been waren en voor wie de kerkgang naar Hoogeveen problemen opleverde. Op de gevel viel de tekst ‘Uw Koninkrijk Kome’ te lezen.
Rond 1980 ging de functie als zondagsschool verloren. Het gebouwtje diende later nog sporadisch als vergaderplaats voor de dorpsbelangenvereniging en als opslagplaats voor rommelmarktspullen van de hervormde kerk van Tiendeveen.

Trefwoorden