De Groninger kwelders zijn mede door de opmars van zeekweek hard toe aan een opknapbeurt. Dat vonden ‘ze’ bij het Waddenfonds ook.

Typisch Gronings is de grassoort niet. Zeekweek (spreek uit: zee-kweek) komt voor langs alle kusten in West- en Zuid-Europa. Feit is wel dat de plant intussen tachtig procent van de ‘verouderde’ Groninger kwelders domineert. Waardevolle zoutplanten zie je steeds minder. En wetland-vogels blijven weg. Op louter zeekweek zitten tureluurs, sterns, kluten en ganzen voor hun voedsel en/of nesten niet te wachten.
De Groninger kwelders zijn mede door de opmars van het gewas hard toe aan een opknapbeurt. Dat vonden ‘ze’ bij het Waddenfonds ook. Ruim negen miljoen euro uit deze geldbuidel is beschikbaar voor het herstel en onderhoud van ongeveer duizend hectare kweldergebied tussen Lauwersmeer en Dollard. Een opsteker voor de kwelderaars: de twee Groninger waterschappen, Natuurmonumenten, het Groninger Landschap, de Stichting Beheer Natuur en de verenigde kustboeren.
De waterschappen willen kwelders behouden als buffers voor de dijken. Hoe hoger en breder de kwelders, des te zwakker de golven. Om die reden ook handhaaft Rijkswaterstaat de dammetjes van rijshout in zee opdat het slib kan bezinken. Maar dat zegt nog niets over de inrichting en beweiding van de kwelders. Daarover wordt nog gepraat. De vraag is onder andere hoe je zeekweek bestrijdt. Zijn de elke vegetatie millimeterende schapen het meest geschikt? Of de slordiger vretende runderen? En hoe breng je een variëteit aan bijzondere zoutminnende planten op de kwelders terug? Plaatselijke vernatting is een optie. Greppelonderhoud dient dan te worden gestaakt. In de Dollard zijn daar goede ervaringen mee opgedaan.

Trefwoorden