Nederlanders zijn gek op drop. Maar waar komt de geur vandaan? Op deze vraag is niet een passend antwoord. Wellicht weet Titia de Boer- Lok van het dropwinkeltje in Sneek raad. Ook de twee dropproducten in Friesland, Concorp en Kraepelien & Holm, worden ondervraagd. De grondstoffen zoethoutswortel en salmiakzout zijn verantwoordelijk voor de geur die drop veroorzaakt. Die geur blijft het best bewaard in een glazen pot, vindt Titia De Boer -Lok. Joop Toppers van Klene prefereert verse drop, pas uit de fabriek.

Er zijn twee soorten Nederlanders: zij die drop lusten en zij die het spul mijden, of zelfs verafschuwen. De liefhebbers zijn in de meerderheid. Zestig procent van de bevolking eet regelmatig drop. Vooral vrouwen zijn er dol op. De kans op dropverslaving is bij hen het grootst. Alleen al vanwege de geur. Vrouwen kunnen er zelfs erotisch opgewonden van raken.

Niet alle informatie over drop is misschien even betrouwbaar, maar onloochenbaar is wel dat Nederland met een gemiddeld verbruik van twee kilo drop per persoon per jaar (alle Nederlanders samen: 32 miljoen kilo per jaar) dropland nummer één is. Een relatieve status overigens, want buiten ons land en in mindere mate nog enkele landen in Noordwest-Europa is er sprake van een ware dropwoestijn. De rest van de wereld beschouwt dropjes in de eerste plaats als unidentified rubber objects. Kleverig en vies van smaak.
Groot is de diversiteit waaronder drop aan de man wordt gebracht:
Marineknopen, Hondenkoppen, Bankkluizen, Geitenkeutels, Ufo’s, Bielzen, Geveltjes, Thaise Torpedo’s, Noorse Schijven, Sneeker Zoethoudertjes, Amsterdamse Paaltjes. Je kunt het zo gek niet bedenken of Titia de Boer-Lok heeft ze in huis. In haar dropwinkeltsje met ouderwets hoge toonbank verkoopt ze wel 120 types drop. Verse drop, benadrukt zij. Zorgvuldig bewaard in glazen potten. Haar 35 jaar oude speciaalzaak met overvol magazijn op de eerste etage is te vinden in een smal straatje in het centrum van Sneek. De klanten komen uit heel Nederland – jong en oud, mannen en vrouwen. Het winkeltje valt direct op: de dropgeur komt je buiten al tegemoet. Tientallen dropjaren hebben Titia (55) niet immuun gemaakt voor die geur. ‘Drop ruikt naar vroeger’, zegt zij. De lucht doet haar ‘nostalgisch’ denken aan drogisterijen en kruideniers met losse producten. De Boer-Lok opent enkele potten. ‘Ruik maar. Eén dropje ruik je misschien niet zo maar in een grote pot kun je de geur van drop niet missen.’

Van de zes à zeven Nederlandse dropproducenten van naam zijn er twee in Noord-Nederland gevestigd, beide in ‘dropprovincie’ Friesland: Kraepelien & Holm (Dropworld) in Oosterwolde en Concorp (voorheen Van Slooten) in Jirnsum. Hoe verklaren ze daar de geur van drop? Rond Dropworld hangt ontegenzeglijk een droplucht. Maar veel wijzer word je er niet. Alles staat in het teken van de productie van huismerken voor supermarktketens. Pottenkijkers worden daarom minder op prijs gesteld. ‘Het is vooral de wortel van de zoethoutstruik, naast salmiak een van de basisingrediënten van drop, die de geur veroorzaakt. Kraepelien zelf importeert zoethout uit Iran’, is het enige wat een verstoord kijkende voorman kwijt wil.
Bij Concorp (Oldtimers, Autodrop) heerst meer openheid. Directeur Chris van den Boogaard laat direct nagaan waar de geur van drop vandaan komt. Zijn conclusie: ‘Drop kent niet één geur. Daarvoor is de productgroep te divers. Wel zorgen grondstoffen als zoethoutwortel en salmiakzout in alle drop voor een specifieke beleving.’

De herkomst van droplucht wordt onderhand duidelijk. Voor de zekerheid raadplegen we nog ‘dropprofessor’ Joop Toppers, thans werkend bij Klene en voorheen actief bij Venco. Een typische dropgeur bestaat, beaamt hij. ‘Een sterk zoete, ietwat weeïge lucht.’ Mede bepalend voor die geur is de stof Clycyrrhizine in de zoethoutwortel. Droplucht laat zich volgens Toppers moeilijk vergelijken. Zelf is hij trouwens ‘nog liefhebber van drop’, ook al zit hij ‘al jaren in het vak’ en heeft hij de ‘nodige soorten en smaken ontwikkeld’. Ergens snel drop kopen, doet hij echter niet meer. Want wanneer je ‘in de drop zit, weet je dat zeer verse drop uit de fabriek vele malen lekkerder is dan drop uit de winkel. Die drop is vaak een paar maanden oud.’ Laat Titia de Boer-Lok dát maar niet horen.

Trefwoorden