In de vrije natuur voel je je een ander mens dan in het dagelijks leven, in de stad. Omgeven door drukte, grenzen en tijd óf omgeven door leegte, rust en avontuur. Wim Boetze plaatst een kritische noot bij het natuurtransferium van het Nationaal Park Drentse Aa. Het lijkt alsof de stad zo lang mogelijk bij je moet blijven, voordat je aan het landschap wordt toevertrouwd.

Een ritje van stad naar land, van de straat naar ‘buiten’, gaf je toch altijd het gevoel de vrije ruimte te betreden. Je verruilde in het weekend de beslotenheid van huis en haard, kantoor en werkplaats voor de onbegrensde ruimte van de natuur. Hoogstens kwam je een enkele landarbeider tegen of een boswachter. Op zondag brak je even door de wanden van de week heen. De paden op, de lanen in, op weg naar ongereptheid. Een paar uur in de week gunde je jezelf het verblijf in de eindeloosheid, het wegdromen naar de horizon.
De schoenen voor laarzen verruilen, maakt een wandeling al gauw tot een zwerftocht in de vrije natuur. Het valt op hoe snel je malende gedachten van elke dag bij een verblijf in de natuur worden verdrongen door fantasieën over verre reizen, nomadisch leven of lekker hout kloven voor een kachel die je binnenkort gaat aanschaffen. Zijn in de natuur loutert. Je wordt er een ander mens van. Er breekt iets door van puurheid, verdwenen verlangens en avontuur.
Langs de weg van Tynaarlo naar Zuidlaren, ongeveer halverwege, is een natuurtransferium aangelegd. Een officiële ingang van het Nationaal Park Drentse Aa. Het is een parkeerterrein voor bezoekers die hier hun auto achterlaten om te voet of met de fiets verder het landschap in te trekken. Het terrein is enthousiast doorontworpen tot een soort wijkparkje met pleintjes, vlonders, vijvertjes en rond om een kleinschalig heuvellandschap met mini-wipvee en wipkarretjes die verwijzen naar de historie van de eeuwenoude landbouw in het gebied. De natuur, daar trek je niet zomaar in. Daar wandel je niet zomaar binnen. Je gaat eerst naar een ontvangstruimte, waarin je met veel info en goede raadgevingen wordt geholpen om de stap naar buiten goed te kunnen zetten. Je verblijft kortstondig in het voorgeborchte, alvorens de gewijde grond te betreden. Kinderen kunnen tot vlak voor de grote wandeling ‘into the wild’ een warming-up krijgen op de rug van hun vertrouwde wipdier.
Het lijkt alsof de stad zo lang mogelijk bij je moet blijven voordat je aan het landschap wordt toevertrouwd.
Een kalf drukt met boze blik in een koppige houding zijn ongenoegen uit over de situatie waarin het verkeert. Niet echt uitnodigend.

Trefwoorden