Wat zijn de grootste bedreigingen voor de Waddeneilanden?
Jurrit Visser, Terschelling (PvdA, burgemeester sinds 2003): ‘De meeste aandacht gaat uit naar een veilige scheepvaart op de Noordzeeroute. Er zijn met de containervaart de laatste jaren enkele incidenten geweest en het kan een keer echt verkeerd gaan. En er moet op de gevolgen van de klimaatverandering worden geanticipeerd. Maar de Waddenzee moet wel de Waddenzee blijven, er moet niet te veel worden getuinierd.’
Bert Swart, Schiermonnikoog (CDA, burgemeester sinds 2004): ‘De scheepvaart, en in het bijzonder de containervaart, boven de eilanden. Dat kan eens goed mis gaan.’
Albert de Hoop, Ameland (D66, burgemeester vanaf 2006): ‘Wij hebben ’s werelds drukste zeestraat voor de deur liggen. Het is filevaren met het karakter van een Russische roulette. Er kan snel een ramp ontstaan. Jaarlijks worden er op deze vaarweg gemiddeld 150 containers verloren waarvan zestig procent met chemicaliën. Slechts 45 procent van de verloren containers wordt geborgen. Een deel van die chemische stoffen blijft dus ergens.’
Yorick Haan, Vlieland (partijloos, dit jaar benoemd): ‘De zeespiegelstijging als gevolg van de klimaatverandering zien we als een ernstige bedreiging. Er zullen tijdig maatregelen worden getroffen, bijvoorbeeld een uitbreiding van onze dijkenring.’
De bestuurlijke inrichting van het Waddengebied is complex en bureaucratisch. Het mes moet er in. Wat moet er concreet gebeuren?
Visser: ‘Ik pleit ervoor om van de Waddenzee een marien park te maken met een status aparte waarin de Waddengemeentes opgaan. De Wadden zijn van iedereen, maar ook weer van niemand. Ten aanzien van een bestuurlijke herindeling van het gebied moeten we het heft in handen nemen en voorloper zijn in plaats van volgend.’
Swart: ‘Het is een bestuurlijke spaghetti waar we uit kunnen komen met zo weinig mogelijk mensen die wat durven zeggen en besluiten nemen. Minder vergaderen, meer doen en geen academische oplossingen zoeken voor problemen op mavo-niveau. De eilanden moeten door hun ligging zelfstandig blijven, een gemeentelijke herindeling heeft geen meerwaarde. En bij calamiteiten zijn we in eerste instantie op onszelf aangewezen.’
De Hoop: ‘Goed beschouwd hebben we niet veel last van al die overlegorganen en adviescommissies. Wij weten waar de echte beslissers zitten. We weten ze te vinden. Het zou wel verstandig zijn de organisatiestructuur te stroomlijnen. Aan een gemeentelijke herindeling bestaat geen behoefte en er is ook geen aanleiding voor. Klein is fijn.’
Haan: ‘Een aantal bestuurlijke en ambtelijke gremia houdt zich bezig met de Wadden met als gevolg een grote overlap. Daar moet een grote stofkam doorheen. Een gemeentelijke herindeling leidt niet tot een betere bestuurbaarheid. Zo’n reorganisatie geeft in de praktijk problemen. Zo kost het reizen tussen de eilanden veel tijd. Van Ameland naar Vlieland 5,5 uur, gaf collega De Hoop tijdens mijn installatie aan.’
Steunt het Waddenfonds voldoende projecten op de eilanden – onlangs werd de derde tender van subsidieaanvragen gesloten?
Visser: ‘Het perspectief in de aanloopfase van het fonds laat nog niet veel samenhang zien. Duurzaamheid en kwaliteitsverbetering van het toeristische product zijn voor ons items. We willen onze haven als een visitekaartje presenteren met ook aandacht voor de natuurbelangen: er ontstaat dan een win-win situatie.’
Swart: ‘Wij zijn tot dusver niet ontevreden. De gemeente heeft 1,8 miljoen euro gekregen voor een nieuw bezoekerscentrum en 1,2 miljoen euro voor een biovergister. Woningisolatie staat ook op onze verlanglijst. Met de andere eilanden hebben we ingezet op de verbetering en aanpassing van de strandovergangen.’
De Hoop: ‘Van dat Waddenfonds word ik niet echt vrolijk. Het fonds is omgeven van “nieten” met een tendens van geheimzinnigheid en zonder transparantie. We weten bijvoorbeeld niet wat een andere partij bedenkt om op ons grondgebied iets te willen doen. Als we niet oppassen zit de gemeente met de gebakken peren.’
Haan: ‘We hebben met geld uit het Waddenfonds de bouw van windmolens in de jachthaven en op de camping gefinancierd en er worden zonneboilers in huurwoningen geïnstalleerd. De directie van rederij Doeksen wil hun veerboten energiezuiniger laten varen.’
Tijdens de laatste Trilaterale Regeringsconferentie over de Waddenzee werd besloten dat de regio binnen twintig jaar CO2-neutraal moet zijn. Realistisch?
Visser: ‘Dat zal ontzettend lastig zijn, het is een vrijwel onmogelijke opgave. Niettemin is er al veel in beweging gezet en de techniek staat niet stil. We moeten de lat hoog houden.’
Swart: ‘De wens is de vader van de gedachte, het zal niet eenvoudig zijn. Er moet worden gedacht in oplossingen en niet in problemen, dus de eilanden als een pilotproject.’
De Hoop: ‘Dat is best mogelijk, waarom niet. Ameland is opengesteld voor duurzame, experimentele projecten waarbij we via een herenakkoord met de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) en energiebedrijven Eneco en GasTerra de krachten hebben gebundeld. Daar zijn we nu vier jaar mee bezig en er zijn al miljoenen euro’s geïnvesteerd.’
Haan: ‘Daar zullen we niet aan ontkomen. Die CO2-uitstoot moet naar beneden en dat heeft onder meer als consequentie dat het autoverkeer op Vlieland niet meer op benzine en diesel kan rijden. We hebben met alle Waddeneilanden via een Ambitiemanifest besloten om in 2020 qua water en energie zelfvoorzienend en klimaatneutraal te zijn. Er zal een verantwoorde balans tussen economie en ecologie moeten ontstaan.’
Kan het Waddenvasteland net als de eilanden ook een ‘toeristische topregio’ worden?
Visser: ‘De vaste wal biedt kansen voor het toerisme. Maar er moeten keuzes worden gemaakt. En dan niet vanuit de gedachte om de toeristische druk op de eilanden te ontlasten. Die druk is de laatste tijd gestabiliseerd. Er kan bijvoorbeeld veel meer gebruik worden gemaakt van de potenties van Harlingen.’
Swart: ‘De eilanden en de Waddenkust versterken elkaar door hun perspectieven meer op elkaar af te stemmen. Wij hebben het geluk dat de nationale parken Schiermonnikoog en Lauwersmeer in elkaar’s verlengde liggen. Er moet worden ingezet op kwaliteit en niet zozeer op het massatoerisme.’
De Hoop: ‘De Fries-Groningse kust heeft altijd met de rug naar het wad gestaan. Er wordt met de nodige afgunst naar ons gekeken In de kuststreek moet durf worden getoond en moeten initiatieven worden genomen. De kustbestuurders moeten de eilanden niet na-apen.’
Haan: ‘Wij zijn sterk verbonden met Harlingen. Dat is een pluspunt. Er kan daar wel een aantrekkelijker routing door de binnenstad worden gecreëerd voor de mensen die gebruik maken van de parkeervoorzieningen naar de eilanden. Bovendien denken we nog meer toeristen te kunnen trekken door op Vlieland meer groepsaccommodaties te realiseren.’