Human beatboxes, tapdansers en ratels. De vleermuissoorten die ’s nachts langs het Afwateringskanaal in Assen scheren, hebben elk hun kenmerkende ultrasone sound.

De Groningse ecologiestudent Tijs Glazenborg heeft hier wekenlang elke avond gebivakkeerd met zijn scanner, dus hij herkent ze moeiteloos: de gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis, rosse vleermuis, watervleermuis of de laatvlieger. Sommige trekken alleen langs naar andere voedselgebieden, andere foerageren hier, zoals de watervleermuis; hij jaagt op insecten met behulp van zijn echosignaal.
‘Het Afwateringskanaal is ’s zomers een dagelijkse vliegroute van watervleermuizen tussen hun kraamkoloniebomen in het Amelterbos en Kampsheide enerzijds en kanalen rond Assen en vijvers in de stad anderzijds. De gemeente wil op deze route een fietsbrug bouwen en het fietspad verlichten, liefst met energiezuinige, groene ledstraatverlichting. Om een verantwoorde keuze te maken, liet de gemeente nagaan wat het effect van verlichting is op de natuur’, vertelt Reinier Meijer, projectleider ecoplanologie van BügelHajema Adviseurs, die de student op verzoek van de gemeente begeleidde.
Glazenborg koos de watervleermuis als model. Die is het meest lichtgevoelig en foerageert alleen boven het wateroppervlak. De onderzoeker telde het aantal jagende vleermuizen bij (klassiek) wit licht, groen ledlicht en zonder verlichting. Vleermuizen zijn nachtdieren, dus je zou verwachten dat ze licht mijden. In de literatuur valt daar echter weinig over te vinden.
Opvallend genoeg telde de student de meeste dieren bij het intensieve witte licht. Mogelijk schakelen de vleermuizen dan over naar jagen op het oog in plaats van op het oor. Méér vleermuizen is echter niet vanzelfsprekend beter. Bij groene led passeren ongeveer evenveel dieren als in een onverlichte, ongestoorde situatie, zo bleek. Groene led verstoort de watervleermuis dus het minst en is een goede keuze.

Groen licht aan het Havenkanaal, Bèta wetenschapswinkel 2010-3, www.rug.nl/wewi

Trefwoorden