'Flakkelân', heet de tentoonstelling. Nieuw woord, die titel. Het hoort bij de foto’s van Stephan Vanfleteren, Belg. Hij woont in Vilvoorde, bijna Brussel. Het heuvelt er, maar zo licht dat het nog vlakte lijkt.

Samen met Rimmer Mulder, toen hoofdredacteur van de Leeuwarder Courant, heb ik Vanfleteren daar vorige zomer opgezocht. Na Han Singels (2003) en Theo Baart (2005) moest nu Vanfleteren fotograferen in Friesland (vooruit, Fryslân) vonden we.
Gelukkig vond Vanfleteren dat ook. Hij had er al eerder gefotografeerd. Dat wisten we. Het was hem goed bevallen. Fijn. Hij herinnerde zich de eerste foto. Ja?
‘Ik zag een kerkje boven een weiland en een dijkje. Ik richtte mijn toestel en ineens vlogen er ganzen door het beeld. Nu nog herinner ik me het klikken van mijn sluiter en het zoevend geluid van die vogels. Zo mooi! Ik had ze niet zien aankomen maar ze maakten het beeld compleet.’
Hij had gedacht: op een plek waar ik zoveel geluk heb, wil ik nóg wel eens werken.
Nu, in de aanloop naar de tentoonstelling (Fries Museum, 27 juni t/m 29 augustus), twijfelt hij aan die eerste foto. Zo’n dijkje, het is toch een verhoging. Eigenlijk past dat niet. Friesland? ‘Altijd weer vlakte. Alles plat, plat, plat. En daarin lijnen, lijnen, lijnen.’
Wel stug en mooi en sprekend tot het gemoed, jazeker, daar niet van. Maar toch.
Hij zegt: ‘Ik kom uit Jacques Brels plat pays’. Hij dacht: ik ben wel wat gewend. Maar Friesland? ‘Ik voelde me soms een verdwaalde alpinist.’
Zo verzonnen we de titel. Pays, lân. Plat, flak. Ja, met een f. Fryslân schemert er nog doorheen. En platteland ook.
De alpinist begaf zich tevens op het water. Daar fotografeerde hij, bijvoorbeeld, een palingvisser. Die foto stuurt hij nu vooruit, als voorbode.
Er zitten inderdaad veel lijnen in. Maar let daarbij vooral op de hoogte en de diepte.

Trefwoorden