Hoe om te gaan met de (verwachte) bevolkings-daling? De begrippen ‘communiceren’ en ‘faciliteren’ duiken veelvuldig op in de krimprapporten en -actieplannen van provincies, gemeenten en andere organisaties. Veel inwoners van (potentiële) krimpgebieden weten niet dat de bevolking in hun dorp of streek in de toekomst (mogelijk) van samenstelling verandert en afneemt. Gemeenten willen daarom met hen een dialoog over krimp aangaan. Bewustwording moet een misschien moeilijke boodschap verzachten: overheden willen meer aan burgers zelf overlaten. Een pleidooi voor actief burgerschap dus.

ZELFREDZAAMHEID.
Hoe om te gaan met de (verwachte) bevolkings-daling? De begrippen ‘communiceren’ en ‘faciliteren’ duiken veelvuldig op in de krimprapporten en -actieplannen van provincies, gemeenten en andere organisaties.
Veel inwoners van (potentiële) krimpgebieden weten niet dat de bevolking in hun dorp of streek in de toekomst (mogelijk) van samenstelling verandert en afneemt. Gemeenten willen daarom met hen een dialoog over krimp aangaan. Bewustwording moet een misschien moeilijke boodschap verzachten: overheden willen meer aan burgers zelf overlaten. Een pleidooi voor actief burgerschap dus. Dorpen en dorpsbewoners moeten zowel intern als extern meer samenwerken om het activiteiten- en voorzieningenaanbod op peil te houden. En hier komt het ‘faciliteren’ in beeld: als overheden een actieve rol van dorpsbewoners verwachten, dan zullen zij die zelf meer mogelijkheden moeten geven. Dat stelt de Vereniging Groninger Dorpen (VGD) in haar notitie ‘Dorpsbewoners geven geen krimp’. Overheden kunnen dorpen handreikingen geven om de regie bij de dorpen te laten/leggen. Zo pleit de VGD voor dorpsbudgetten die dorpen naar eigen inzicht kunnen inzetten om de leefbaarheid te verbeteren.

KERNENHIËRARCHIE.
Een andere overeenkomst in de rapporten is de constatering dat krimp een regionaal fenomeen is, dat op lokaal niveau verschillend kan uitwerken. Dit hangt af van de bewoners, het type dorp, de grootte van het dorp, het verleden, de toekomstverwachtingen et cetera. Om hier voldoende oog voor te kunnen hebben, is in de op 22 april verschenen ‘Atlas voor gemeenten 2010’ een krimpkaart opgenomen met een gedetailleerde analyse van de bevolkingsontwikkeling op gemeenteniveau en op wijkniveau. Om een inschatting te kunnen maken van de toekomst van voorzieningen, stoeien onderzoeksbureaus en overheden met het begrip ‘kernenhiërarchie’. De toekomstige hiërarchie is afhankelijk van de bestaande hiërarchie, maar ook van de verwachte ontwikkeling van onder andere de mobiliteit en arbeidsmarkt. De indicatieve kernenkansenkaart voor Oost-Drenthe van onderzoeksbureau Companen geeft een handvat om te bepalen wat de meest gewenste kernenhiërarchie is. Uit deze kaart blijkt dat de veenkernen de grootste moeite zullen hebben om de eigen inwoners vast te houden.

BEDREIGD BESTAAN.
In april verscheen de heruitgave van Bedreigd Bestaan, een studie naar de sociale, economische en culturele situatie in Noord-Groningen uit 1959. Toen werd het bestaan in Noord-Groningen bedreigd doordat jonge mensen wegtrokken en de werkgelegenheid terugliep. Nu, vijftig jaar later, zijn er opnieuw zorgen over het bestaan in deze regio. De heruitgave van het boek is de opmaat naar een hernieuwd onderzoek. Dat wil in kaart brengen wie de bewoners van Noord-Groningen zijn, wat zij met het gebied hebben, hoe zij zich ruimtelijk gedragen en wat zij belangrijk vinden.

Trefwoorden