Verveling, voor je uit staren, wachten, je tijd niet economisch gebruiken, de klok de klok laten. In de interessante filosofische bestseller Stil de Tijd betoogt schrijfster Joke Hermsen dat het bevrijdend kan zijn om eens anders naar het begrip ‘tijd’ te kijken. Wie tijd niet uitsluitend ziet als de spanne waarbinnen allerlei activiteiten dienen te worden afgewerkt, wie verveling niet onderdrukt maar weet te verdragen, die maakt zijn of haar geest ontvankelijk voor nieuwe indrukken. En dat leidt niet zelden tot hernieuwde of zelfs andersoortige productiviteit. Verveling, mits die niet te lang duurt natuurlijk, moet je dus niet vrezen – verschillende grote denkers zeiden het al.

Dat er uit verveling mooie, onverwachte dingen kunnen ontstaan, heeft Ton Broekhuis bewezen met zijn onvergetelijke foto’s van de landschappen van Noord- en Oost-Groningen. Deze contreien, waar hij verzeild was geraakt door de liefde, vond hij eigenlijk oneindig saai en maatschappelijk niet relevant. Uit landerigheid richtte hij zijn lens toch op de weidse akkers en wolkenluchten. Gelukkig maar. Zie de pagina’s 12-27 in dit vakantienummer.
De waarde van ‘lege’ uren is slechts één aspect van de ‘innerlijke’ tijd waarover Joke Hermsen schrijft. Ze heeft het dan niet over de tijd die vliegt, dringt en drukt, maar over tijd als iets letterlijk voortdurends. De tijd die maakt dat een mens steeds in wording is – ‘en precies dat maakt zijn mens-zijn uit’. De tijd, kortom, die steeds de mogelijkheid tot vernieuwing, verrijking en verruiming
met zich meebrengt.
Mensen zijn wat dat betreft net landschappen, en omgekeerd: het levende, telkens onvoltooide resultaat van een aangroeiend verleden. Theo Spek, eerst tijdelijk en nu ‘vast’ hoogleraar landschapsgeschiedenis in Groningen, weet daar alles van, zoals u in deze Noorderbreedte kunt lezen.

Trefwoorden