In bos en veld is een picknicktafel een vertrouwd beeld. Je fietst een eind en komt na de eerste tekenen van spierpijn een tafel met bank tegen op een verbreding in de berm. Altijd op het juiste moment. Voor fietsend Nederland is het net aan rijwielpaden zo fijnmazig en is de bezetting aan picknicksets zo dicht dat afzien met verzuurde benen niet nodig is. Doorfietsen met zadelpijn op een parcours met om de twee kilometer een rustpunt is eerder aanstellerij dan sportief.

Al die tafels staan op punten waar het goed rusten is. Het uitzicht is er mooi en wordt vaak uitgelegd door een infopaneel met plattegrond. De rustpunten lijken allemaal op elkaar. Hetzelfde ruw geschaafde meubilair, de afvalbak, het gemaaide gras en de nonchalant verspreide keien die iets van een territorium moeten suggereren. Het geheel drukt landelijkheid uit in een landelijke omgeving. Het concept werkt overal waar maar natuur en boerenland is. In een industrielandschap begint het te wringen. De tafel op de foto staat aan de rand van de gasopslag Langelo in Drenthe. Een mooi punt om de onbegrijpelijke techniek van het gas opslaan te bekijken. Maar het lijkt alsof de vertrouwde stoffering, de ruwe planken, de keien en het struweel hier niet passen. Alsof voor het anders zo landelijke uitzicht een grote foto is uitgerold van het Botlekgebied. Vanuit Drents perspectief zou je kunnen zeggen: het rustpunt klopt, het uitzicht niet. De inrichter heeft geaarzeld het romantisch landelijk model voor rustpunten hier zuiver toe te passen. Hij moet aangevoeld hebben dat het hier niet om een doorsnee fietslandschap gaat: gras is vervangen door schelpen, het infopaneel is van roestvrij staal en voor het struweel is een bescheiden maat gekozen.