De jaknikkers mogen tot het verleden behoren, voor de oliewinning in Schoonebeek geldt dat niet. Eind dit jaar begint die weer. Sinds eind 2008 is de NAM in de omgeving van het Drentse dorp druk bezig met de aanleg van achttien boorlocaties. Uiteindelijk worden daar voor de ‘herontwikkeling van het olieveld Schoonebeek’ 73 putten geboord.

Nu is al ver buiten Schoonebeek de aanwezigheid van de NAM merkbaar. Een woud aan gele routeborden moet het NAM-verkeer langs de juiste wegen leiden. In het veld en ook langs wegen worden pijpleidingen aangelegd. Vrachtwagens rijden af en aan en sommige wegen zijn tijdelijk afgesloten. Dat ‘Schoonebeek’ weer in productie genomen wordt, heeft alles te maken met het feit dat de voortschrijdende techniek het mogelijk maakt de resterende olie economisch verantwoord te winnen. Dat gaat gebeuren met zogenoemde hoogrendementspompen. Halverwege de vorige eeuw meldde de NAM zich voor het eerst in Schoonebeek. Gezinus Jan Wilms, destijds ARP-wethouder in Schoonebeek, oordeelde positief over de aanwezigheid van de aardoliemaatschappij in die beginperiode. ‘Als wethouder heb ik ervaren hoe belangrijk de NAM altijd voor Schoonebeek is geweest’, zei hij in het jubileumboek ter gelegenheid van zestig jaar NAM. ‘Niet alleen voor het sociaal-maatschappelijke leven in het dorp en voor de economische ontwikkeling, maar ook als bron van inkomsten voor het gemeentebestuur. (…) Bovendien gaf het bedrijf natuurlijk ook een geweldige impuls aan de werkgelegenheid in de regio.’ Ervaart Schoonebeek anno 2010 de hernieuwde NAM-activiteiten wederom als positief? Jan Schapink, voorzitter van de Vereniging voor Dorpsbelangen: ‘Er is beslist overlast voor de bewoners van het gebied, maar de NAM doet er alles aan om die te minimaliseren. De bevolking is vroegtijdig bij het hele traject betrokken en goedgeïnformeerd en de plannen zijn op onderdelen aangepast. Zo wordt de kleurstelling van de leidingen en de installaties zodanig dat die het landschap zo weinig mogelijk verstoren. Verder komen er hier en daar aarden wallen om de leidingen aan het zicht te onttrekken en is het tracé van één van de leidingen aangepast om die niet te dicht langs een nieuwe woonwijk te laten lopen. Bovendien zijn de 73 boorputten gegroepeerd op slechts 18 locaties, terwijl er honderden jaknikkers in het landschap stonden.’ Over de economische voordelen voor het dorp op langere termijn maakt Schapink zich niet al te veel illusies: ‘De hernieuwde activiteiten leveren het Schoonebeker bedrijfsleven tijdens de bouw van de installaties veel werk op, maar daarna zal dat weer minder worden.’