H et artikel ‘Waar wij wonen’ van Willem van Toorn helpt je om in de grote ruimtelijke (en maatschappelijke) ontwikkelingen van Nederland het kwaad te zien. Van Toorn stelt dat het landschap vroeger voelde alsof het van ‘ons’ was: van zijn gezin, van de gemeenschap, de maatschappij. Het landschap was leesbaar, de landschappelijke waarden waren geweldig. Het modernisme en de revoluties uit de jaren zestig hebben het landschap een genadeslag toegebracht, de overheid heeft het aan de markt gegeven.

Van Toorns kritiek is deels terecht: de maatschappij en daarmee het landschap zijn wel heel sterk veranderd. Maar zijn uitgangspunt en stellingname leiden tot verstarring en kunnen alleen een achterhoedegevecht opleveren. Dat kan interessant zijn, maar ik vind dat je andere ingangen moet zoeken. Zelf probeer ik dat te doen, als bewoner en gebruiker van dat landschap, en als stedenbouwkundige met veel werk in en aan het landelijk gebied.

In mijn vakgebied – de stedenbouw – bekijkt men het landschap te vaak als de contramal of als aanreiker van elementen die te gebruiken en in te kapselen zijn wanneer nieuwe functies het landschap gaan innemen.
Het landschap zou veel interessanter kunnen zijn als bestuurders en ontwerpers meer oog hadden voor nieuwe waarden in het landschap zoals nieuw g…

Wij willen onze journalistiek zo open mogelijk houden omdat we onze liefde voor het Noorden graag met iedereen delen. Om deze onafhankelijke journalistiek mogelijk te maken, investeren wij veel tijd. Wij hebben lezers nodig om dit te kunnen blijven doen. Voor slechts €57,50 per jaar kun je ons steunen en krijg je vier keer per jaar ons tijdschrift opgestuurd.

Trefwoorden