Wie dichter/journalist Abe de Vries, publicist/fervent zeiler Maarten Meester en onze fotograaf Reyer Boxem volgt in hun observaties vanaf het water, kan zich moeilijk onttrekken aan het gevoel dat het mooie van de meren er op veel plaatsen af is.
Geregeld hoor je noordelijke bestuurders zeggen dat het dom zou zijn de grootste troefkaart die we hier hebben – ruimte, stilte, prachtige landschappen – te verspelen. In Friesland zien we dit dus toch op grote schaal gebeuren. Dat valt niet louter de provincie aan te rekenen, het is ook het onbedoelde gevolg van botsende belangen en verlangens. Behoud van rust en ‘natuurlijke’ schoonheid, ons materialisme, ieders hang naar ontspanning en vertier, de noodzaak om geld te verdienen: geen makkelijk verenigbare zaken.
Dat de watersport belangrijk is voor de Friese economie begrijpt iedereen. Dat de meren niet nog meer toeristen en recreanten aankunnen, begrijpen nu ook beleidsmakers. Daarom mikken die voortaan op meer bestedingen (meer mensen met een ruime beurs) in plaats van op meer publiek. Wij zouden de provincie ongevraagd willen adviseren nu in de eerste plaats zuiniger te zijn op dat andere kapitaal…
Na de reportage uit Friesland staan we in dit zomernummer onder andere stil bij de genoegens van hard fietsen door Drenthe. En bij een eenvoudig houten tuinhuis in de stad Groningen. Het kleine maar fijne bouwwerk, zegt de architect/eigenaar, kan model staan voor een nieuw type starterswoning. ‘Je moet dan misschien wel de televisie wegdoen.’
