‘Een woonwens van velen kan in vervulling gaan door aankoop van een flat-appartement. Ruime kamers, centrale oliestookverwarming, liften, ijskastjes, telefoons, centraal antennesysteem, badkamer, uitgebreide sanitaire inrichting.’ Zo maakt makelaarskantoor Van der Made in 1956 reclame voor nieuw te bouwen flats aan wat toen nog het Harlingerplein heette. Modern waren ze. Dat vooral. Nog maar een paar jaar eerder waren voor de aanleg van het plein krotwoningen geruimd en nu al konden mensen in een doorzonflat gaan wonen. Met de nieuwe flats, acht verdiepingen hoog maar liefst, was de nieuwe tijd ook in Leeuwarden definitief aangebroken.
In 1954 werd het Harlingerplein, aan de westelijke toegangsweg van de stad, in gebruik genomen. Kenmerkend is een groot en groen ovaalvormig middenterrein, daaromheen ruime rijbanen, een parallelweg voor langzaam verkeer en maar liefs acht uitvalswegen naar verschillende stadswijken. In eerste instantie moest er laagbouw rond om het plein komen. Door de woningnood in de naoorlogse jaren besloot de gemeente toch al snel hoogbouw toe te staan, de eerste hoogbouw van Leeuwarden. In 1958 kreeg het plein zijn huidige naam, Europaplein, op speciaal verzoek van de Raad van Europa, die gemeenten opriep straten en pleinen naar Europa te noemen.
Het plein straalt typisch wederopbouw-optimisme uit, vindt architectuurhistoricus Wijnand Galema. ‘In de jaren vijftig was de flat een heel nieuw type woning. Na de donkere jaren van crisis en oorlog werd hij het symbool voor de vooruitgang.’ Betonskeletbouw maakte grote lichte ruimtes mogelijk, en nieuwigheden als elektrische apparaten en moderne badkamers kwamen uit Amerika overwaaien. De groeiende welvaart maakte het moderne wonen bereikbaar voor een nieuwe middenklasse. De vraag was er, en aannemers die wilden bouwen waren er ook. Zo kwamen er in de loop van de jaren vijftig en zestig zeven karakteristieke flats rond het plein te staan.
Sieraad
Ook de rotonde was een nieuwigheid. ‘Tegenwoordig struikelen we erover, maar zo vlak na de oorlog was dit een nieuwe oplossing voor een lastig probleem’, zegt Galema. De verkeersdruk in en om Leeuwarden nam toe en er moest – bij gebrek aan een rondweg – ín de stad ruimte gevonden worden om het verkeer in goede banen te leiden. Door een verkeerscarroussel hoefden de wegen elkaar niet te kruisen en kon het verkeer doorstromen. ‘Nergens is dat zo mooi gedaan als in Leeuwarden’, meent de architectuurhistoricus. ‘Verkeerspleinen uit de jaren vijftig zijn er wel meer – bijvoorbeeld het Hofplein in Rotterdam – maar nergens vind je een plein dat samen met de omringende bebouwing uit dezelfde periode zo’n mooi ensemble vormt.’
Leeuwarden was maar wat trots op het moderne plein. ‘De gehele aanpak van de aanleg van dit plein getuigt van een stedebouwkundige visie, waaraan het in vroeger jaren maar al te vaak ontbroken heeft’, jubelt de Leeuwarder Courant in 1956. Het plein wordt een sieraad voor de stad genoemd. Er zijn zelfs plannen voor een futuristisch ogend motel midden op het verkeersplein. Gericht op de duizenden toeristen die jaarlijks de ‘Scandinavische route’ volgen van Noord-Europa via Amsterdam naar Parijs en nu worden uitgenodigd modern Leeuwarden te ontdekken. En hoe tekenend is het dat één van de eerste gebouwen aan het plein een garage is, met een etalage van wel zeventig meter lang, waarachter de nieuwste modellen van Ford staan te glimmen. Uiteraard niet voor iedereen weggelegd, maar wel binnen bereik van steeds meer mensen. Leeuwarden werd, kortom, een stad van vooruitgang en beweging.
Spits
Maar anno 2012 staat het verkeer op het Europaplein in de spits vast. De gemeente Leeuwarden wil het plein daarom aanpakken. Móet het plein aanpakken, zegt stedenbouwkundige Jos van Langen van de gemeente. ‘Er is geen twijfel over mogelijk dat er een ingreep plaats moet vinden.’ Groot struikelblok is vooral de vermenging van verschillende soorten verkeer. Ook voetgangers en fietsers maken namelijk gebruik van het plein en zorgen voor oponthoud. Daarom heeft de gemeente een plan ontwikkeld waarbij de verschillende verkeersstromen worden gescheiden. Het autoverkeer kan via een turborotonde – ongehinderd door langzaam verkeer – sneller doorstromen. En de fietsers hebben door fietstunnels geen last van het autoverkeer en zorgen zelf niet voor oponthoud. Klinkt logisch, maar Wijnand Galema merkt op dat dit idee om verkeersstromen te scheiden alweer achterhaald is. De sociale onveiligheid van fietstunnels blijkt te groot. Hij haalt een voorbeeld aan op de Amsterdamse Zuidas, waar pogingen worden gedaan om de scheiding van verkeersstromen op verschillende niveaus weer ongedaan te maken.
Lelijke taart
Terug naar het Leeuwarder plan. Wat doet dit met het uiterlijk van het plein? Om de fietsers niet te ver de diepte in te sturen komt de turborotonde op minstens een meter boven het maaiveld te liggen. Het grote, groene middenterrein (120 bij 75 meter) wordt grotendeels opgeofferd aan de turbobanen en de ruimte die er moet komen voor de fietsers. De beeldbepalende fontein (een gemeentelijk monument) zal niet meer het imposante middelpunt van een ruimtelijk opgezet plein zijn, maar een ‘kers op een lelijke taart’ aldus de Leeuwarder architect Chris Vegter. ‘Het hele karakter van het plein wordt om zeep geholpen.’
Vegter is verklaard tegenstander van het nieuwe plan. In zijn kantoor aan de Harlingerstraatweg – grote tekening van de turborotonde aan de muur – beschrijft hij het huidige karakter van het plein. ‘De stad begint bij het Europaplein. Hier krijgt de overgang van buiten de stad naar binnen de stad een gezicht.’ Hij schetst de situatie met vloeiende bewegingen op papier. ‘Kijk, je komt lineair de stad binnen en het plein geeft je vervolgens in grote ronde slagen de kans je verder te oriënteren. Het hele plein op maaiveldniveau geeft het een grote overzichtelijkheid en ruimtelijkheid. De flats die eromheen staan sluiten de boel niet af, maar definiëren juist het plein. Het zijn individuele gebouwen die in gezamenlijkheid betekenis geven aan het plein. De essentie van het Europaplein is beweging, in tegenstelling tot een kruispunt, waar het verkeer tot stilstand wordt gebracht.’
Vegter maakt zich kwaad over ‘de absoluut botte houding en eenzijdige blik waarmee hier een zogenaamd ontwerp op tafel wordt gelegd’. Het plan doet volgens de architect totaal geen recht aan de plaats, geschiedenis en noodzaak van het gebruik. Er zit volgens hem maar een ding op voor de gemeente: uithuilen en opnieuw beginnen.
Nette mensen
Maar zo eenvoudig is dat niet. Er ligt namelijk flink wat ‘geoormerkt’ geld klaar voor het nieuwe plein. Als de plannen niet doorgaan is dat geld weg. En zo is de hele kwestie een behoorlijk heet hangijzer geworden. Zeker nadat welstandsorganisatie Hûs en Hiem de vloer heeft aangeveegd met het eerste ontwerp voor de turborotonde. De raadsfracties van PvdA en Pal/GroenLinks laten hun goedkeuring van de plannen nu afhangen van het definitieve oordeel van Hûs en Hiem. De gemeente heeft inmiddels een aantal deskundigen aangetrokken om met een ‘frisse blik’ naar de plannen te kijken. Maar ingrijpende veranderingen zijn niet meer mogelijk, zegt stedenbouwkundige Van Langen. ‘Het zal gaan om een onsje eraf of een onsje erbij. De contouren staan vast.’
En de bewoners? Dat zijn ‘heel nette mensen, die niet de straat opgaan’. Een afvaardiging van de bewoners drinkt koffie in het Euro-hotel, met uitzicht op het plein. Een dame en drie oudere heren met dossiermappen onder handbereik. Ze voelen zich geschoffeerd door de gemeente die niet wil luisteren naar bezwaren en niet reageert op de aanvraag het Europaplein en omringende flats als ensemble tot een gemeentelijk monument aan te wijzen. Daarom pakken ze het nu anders aan. Ze zijn bereid te procederen, desnoods tot aan de Raad van State. Want niet alleen heeft het plein historische en architectonische betekenis, ze wonen er ook zo fijn en het plein is gewoon mooi zoals het is. ‘Ik wil geen asfaltplein voor de deur’, zegt oud-huisarts Rinze van der Hem strijdlustig. ‘Het ovale groene hart zal ik tot het laatste grassprietje verdedigen.’