Ineke Noordhoff is enthousiast over de nieuwe Waddenwandelkaarten. Ze genoot in het veld, al kreeg ze vuile voeten en raakte ze in de knoop met nummer 51.

Kaarten zijn prachtig! Ze tonen plaatsen in relatie tot elkaar en hun omgeving. Je ziet welke dorpen iets met elkaar hebben en waar verbindingen ontbreken. Kanalen en rivieren zijn zonder brug onneembare barrières. Soms zijn er puzzels. Waarom houdt het Boterdiep in Uithuizen op en loopt het water niet door tot de Waddenzee? Wat doet een wierde (verhoging tegen het zeewater) twaalf kilometer van de zee? Waarom bleef het Oldambt grotendeels leeg?

De nieuwe serie Waddenwandelkaarten van Falk is een feest. Dat komt niet alleen doordat de terpen en wierden er duidelijk op staan, zodat je ziet hoe ze in rijen aan de kust zijn ontstaan, of door de goed bruikbare aanduiding van borgen, kerken (‘beklimbare toren’), slingertuinen, parken en musea. Deze serie sluit aan bij mijn liefde voor de Waddenzee en het land dat eraan grenst. Maar mijn enthousiasme voor de Waddenwandelkaarten werd vooral aangewakkerd door de paarse gestippelde lijntjes. Die geven namelijk de geheimen van het landschap prijs waar ik in het veld meestal voor terugdeins: de onverharde wegen. Soms mijd ik die uit vrees dat het pad toch doodloopt, want teruglopen over hetzelfde stuk vind ik ontmoedigend. Maar ook bescheidenheid nekt me. Mag ik hier wel lopen? Zijn er eigenaren die me wegkijken of hun hond op me afsturen? Ik wandel voor mijn lol en niet om extra stress door mijn lijf te jagen. Er zijn dus veel onverharde wegen die ik nooit had ontdekt. Tot ik deze kaartenserie in handen kreeg.
Het kustgebied van Noord-Holland tot Duitsland blijkt te wemelen van de wandelpaden. Op deze vijf kaarten (Noordoost- en Noordwest- Groningen, Noordoost- en Noordwest- Fryslân en de kop van Noord-Holland) zijn ze tot ongeveer tien kilometer landinwaarts ontsloten. Werken de Waddenwandelknooppunten echt? Ik kies het zakelijke jonge zeekleilandschap in Oost-Groningen om de proef op de som te nemen. Zouden de boerenpaden wat meandering kunnen brengen in de verder strakke rechte wegen en dijken in deze streek? Vanaf de Kiekkaaste in Nieuw Statenzijl (een vogelkijkhut in de rietkraag van de Dollard) neem ik de Dollardijk westwaarts. De route loopt langs de kaarsrechte dijk maar is toch niet saai. Daarvoor zorgen de kwelders en het erachter liggende water. Tureluurtjes buitelen om elkaar heen en duizenden brandganzen lopen te kwetteren op de kwelder. Wordt de zeewind te veel, dan switch je gewoon naar de andere kant van de dijk, waar gele kwikstaartjes rond de lammeren wippen.
In de Carel Coenraadpolder bij wandelknooppunt 51 heeft het Groninger Landschap een nieuw pad aangelegd over de kwelder naar het water. Een kilometer lang ben ik te gast in vogelland. Mijn schoenen plakken aan de kwelderklei, ik zie het water in de geul opkomen terwijl ik over een lichte verhoging loop naar het knooppunt verderop aan de Dollard. Het doel is virtueel want Waddenwandelknooppunt 54 bestaat niet echt. Ik moet hier maar een bord denken, zo vertelt de kaart me. Prima besluit, laat de kwelder maar lekker naturel. Als Waddenwandelaar ben ik hier helemaal in mijn element – zelfs zonder bordje. De ganzen snateren en kwetteren oorverdovend om me heen terwijl ik in de lege ruimte sta. Dit is werkelijk genieten!
Wanneer de oren te koud worden (pet en handschoenen nooit vergeten in Waddenland!), keer ik terug naar de dijk. Even verderop bij knooppunt 50 is een nieuwe mogelijkheid om binnendoor terug te lopen naar Nieuw Statenzijl via boerenlandpaden en grasdijken. Hier begint het avontuur van de paars gestippelde lijnen: een vijandig hek sluit het pad tussen twee akkers af. Maar de Waddenwandelen-pijl (een rood-blauwe sticker met een witte pijl erop) wijst echt deze kant op. Dit mag, houd ik mezelf voor terwijl ik het hek over klauter en het prikkeldraad opzij buig. Tussen het opkomend gewas wandel ik de polder in. Ook hier voel ik me een gebenedijde, zo in mijn eentje te midden van dit weidse land lopend over een particulier pad alsof de hele wereld van mij is. Hetzelfde exclusieve gevoel als op de kwelder. Daar deelde ik de wereld met duizenden brandganzen die zaten op te vetten voor ze door zouden vliegen naar Siberië. Hier is geen gesnater maar elke minuut een knal uit een carbid kanon dat daar is neergezet door de boer die zijn opkomend gewas probeert te beschermen. Totaal verschillende werelden, zo pal naast elkaar.
Anderhalve kilometer verderop voert de route me over een oude dijk – rond 1870 door Groningse boeren aangelegd toen ze de Reiderwolderpolder op de zee veroverden. Achter deze particuliere dijk ligt een forse sloot, maar gelukkig heeft de eigenaar daar lang geleden een bruggetje overheen gelegd. Het hekwerk bij de brug is totaal verroest, toch moet het dicht vanwege de schapen die op de dijk lopen. Ook het slot was kennelijk vergaan, maar een ouderwetse houten pollepel doet dienst als afsluiter. Ik schuif het gebruiksvoorwerp terug als de horde is genomen. Wie zou hiermee in de pannen hebben staan roeren? Zo brengt deze wandeling me tot in de keuken van de boerderij.

Niet alleen boeren laten Waddenwandelaars over hun kavels lopen, ook de waterschappen doen mee en hebben kades en grasdijken naast kanalen en sloten opengesteld voor voetgangers. Zo kan ik via het graspad langs het Boezemkanaal (via knooppunten 87, 94 en 72) weer terug naar het startpunt van deze unieke zelf gecreëerde wandeling. Hè, alweer knooppunt 51? Aan de Dollarddijk bij het kwelderpad sloeg ik af bij een ander knooppunt 51. Ivon Benus van Landschapsbeheer Groningen legt me later uit dat er veel meer knooppunten zijn dan de 88 mogelijkheden van de tweecijfercombinaties tussen 11 en 99. Toch moest ze het daarmee doen toen ze het wandelnetwerk in kaart bracht. Daarom legde ze over de kust een raster met vakken van zes bij zes kilometer en daarin negen hokken van twee bij twee kilometer. Zodra een wandeling twee vakken beslaat, kunnen er dus dubbele nummers in voorkomen.
De site (www.waddenwandelen.nl) leert me dat ik ruim twintig kilometer gelopen heb, waarvan meer dan de helft over onverharde paden. Via de knop ‘route maken’ kun je op het web eindeloos variëren met routes langs de kust: wind mee op de dijk, terug door het binnenland, of ’s ochtends met de zon meekijken over het water – wat je maar wilt. Dit Waddenwandelen is echt een aanwinst. De vaak onbenaderbare lange Ommelanderzeedijk is erdoor op meer punten benaderbaar geworden. En op de terugweg doorbreken de boerenland-paden de saaie rechte polderwegen waar de fietsers zwoegend langs moeten.