De Waddenzee is een prachtig en waardevol natuurgebied, daar is iedereen het over eens. Toch is het beheer ervan een rommeltje, blijkt uit onderzoek. Reden genoeg voor Bas Eenhoorn van de Regiecommissie Waddengebied en Lenze Hofstee van Stichting WAD om in gesprek te gaan over de vraag: wie is er eigenlijk de baas over het Wad?

Ontluisterend. Zo kun je de conclusies uit het rapport ‘Waddengebied: natuurbescherming, natuurbeheer en ruimtelijke inrichting’ van de Algemene Rekenkamer gerust noemen. Want ondanks alle goede bedoelingen blijken alle pogingen om de ecologie en de economie op het Wad vooruit te helpen tot nu toe op niets uit te lopen. Van de miljoenen euro’s die de afgelopen jaren bestemd waren voor het Wad, is maar een klein deel ten goede gekomen aan de natuur, zo constateert de Re­kenkamer. Ook zijn er nog altijd veel te veel beheerders actief (dertien in totaal) en is de regelgeving voor natuurbeheer en vergunningen nog steeds een onoverzichtelijke brij.
Hoe kan het toch dat iedereen elkaar zo voor de voeten loopt als het gaat om het Wad?

In een vergaderkamer op de bovenste verdieping van het Huis voor de Wadden in Leeuwarden steekt Bas Eenhoorn van wal met een anekdote. ‘Het was in mijn tijd als burgemeester op Schiermonnikoog. Ik was net begonnen en als jong ventje nogal overmoedig. Er moest een nieuwe verordening komen voor het autogebruik op het eiland. Mooi, dacht ik, dit is een prachtige kans om het autobezit op Schier aan te pakken. Met de auto naar de winkel, een four wheel drive erbij om op het strand te rijden, het was me allemaal een doorn in het oog. Dus heb ik voorgesteld het eiland helemaal autovrij te maken. Daar zou Schier nog bijzonderder door worden… Nou, die strijd heb ik dus verloren. Het werd een enorm gedoe. Een blokkade op de steiger met een grote giertank en een jachtgeweer erbij. “Blijf van onze auto’s af!”’
De oud-eilandburgemeester heeft zijn lesje geleerd. Als je iets wilt bereiken in het Waddengebied moet je het met zijn allen doen, stelt hij. ‘Er is geen baas op het Wad. Dat is van ons allemaal. Zo wordt dat ook gevoeld.’

Als voorzitter van de Regiecommissie Waddengebied kreeg Eenhoorn afgelopen najaar van het kabinet de opdracht met een plan te komen om het beheer van het Wad te verbeteren, als antwoord op de kritiek van de Algemene Rekenkamer. En – je zou haast kunnen spreken van een historisch moment – laat nu net op de dag van dit gesprek die commissie het eens zijn geworden over haar advies.
‘In 2018 moet er één beheerder zijn van het Waddengebied’, vertelt Eenhoorn opgetogen. ‘Dit betekent dat alle huidige beheerders dan als één beheerder optreden. Dat is misschien polderen, Nederlands, maar het heeft wel resultaat. Het gaat mij erom dat we de balans zoeken tussen ecologie en economie. Maar wel vanuit de voorwaarde dat verdere aantasting van de natuur onaanvaardbaar is. Het kan niet zo zijn dat je je havens maar blijft vergroten.’

Lenze Hofstee heeft zich tot nu toe stilgehouden. Hij heeft zijn regenjack over een stoel gehangen en zijn verrekijker op tafel gezet, en verder alleen aandachtig geluisterd naar de woordenstroom van zijn gespreksgenoot. Kan de natuuractivist en erkend ‘vrijdenker’ wel iets met deze ‘polderoplossing’, dit compromis tussen vertegenwoordigers van verschillende overheden, Rijksinstanties, natuurverenigingen en het bedrijfsleven?

Het antwoord is verrassend. ‘Dit advies is precies wat wij al twaalf jaar roepen.’ De tijden zijn veranderd, zegt Hofstee. ‘De Waddenvereniging zit nu ook namens ons in het Regiecollege, maar toen ik twaalf jaar geleden tegen haar zei dat er één beheerder voor het natte wad moest komen, was de tent te klein.’ Natuurorganisaties keken destijds vooral naar het eigen belang en niet naar het totaalplaatje, stelt Hofstee. ‘De Waddenvereniging was er voor het Wad, de Vogelbescherming voor de vogels.
Er was geen samenwerking.’

Toch is dat precies wat er nodig is, vindt hij. ‘Op het Wad delft de natuur nog steeds het onderspit.’ Hofstee neemt een recente publicatie van het NIOZ als voorbeeld. Uit metingen blijkt dat de visstand in het Wadden­gebied de afgelopen vijftig jaar drastisch achteruit is gegaan. ‘Het gaat mij om de onderliggende vraag: hoe kon die visstand zo enorm dalen? Dat komt doordat de buitendijkse natuur en het gebruik daarvan niet vallen binnen professioneel natuurbeheer. Dat is echt een groot verschil met aan de wal. Alles wat op de wal natuur is, heeft een professionele beheerder, die recht van spreken heeft en kennis van zaken.’

Hofstee neemt een slok water. Het Waddengebied is niet voor niets uitgeroepen tot Werelderfgoed, zegt hij. ‘Iedereen is doordrongen van het belang daarvan, maar het gaat erom dat dat erfgoed ook lading mee­krijgt. Je moet er niet alleen naar streven om de huidige natuur te behouden, maar ook om die weer te ontwikkelen.’

Eenhoorn knikt enthousiast. ‘Daarin vinden wij elkaar! Eén beheerder als een primus inter pares, die ervoor zorgt dat natuur en recreatie samen op kunnen gaan. We hebben nu de kans om het in één keer zo te orga­niseren dat het Waddengebied weer een eeuw vooruit kan.’

Het advies van de Regiecommissie betekent wel een breuk met de huidige trend van decentralisatie. Hofstee kan daar goed mee leven. ‘Als je vraagt: Van wie is de Waddenzee?, is het antwoord simpel: Van het Rijk. Dat is gewoon grondwettelijk vastgelegd.’
Daarom kan het volgens hem niet anders dan dat het buitendijkse Waddengebied eigendom blijft van een Rijksdienst. ‘Maar dat moet wel een instantie zijn met hart voor de zaak. Wat mij betreft gaat het beheer daarom van de Dienst der Domeinen over naar Staatsbosbeheer. Domeinen is vooral een boekhouder, Staatsbosbeheer is dat beslist niet.’ Natuurmonumenten en de provinciale landschappen zoals Het Groninger Landschap en het Fryske Gea kunnen vervolgens delen van het Wad in erfpacht krijgen, stelt Hofstee. ‘Als zij dan gezamenlijk één uitvoeringsorganisatie vormen, krijgt iedereen die iets doet op het Wad, van visser tot recreant, een gelijke behandeling.’
Overheden, instanties en belangenclubs die in het verleden geregeld met elkaar overhoop lagen, krijgen dus tot 2018 de tijd om een samenwerking op poten te zetten. Dat klinkt mooi, maar zijn de problemen op het Wad niet te urgent om daarop te wachten? Moeten we niet direct maatregelen nemen, bepaalde activiteiten verbieden om nog meer schade tegen te gaan?

Eenhoorn schudt zijn hoofd. ‘De praktijk is weerbarstig. Neem de garnalenvisserij. Die bedrijfstak is er nou eenmaal. Je kunt niet zomaar zeggen: stop ermee, zonder dat daar iets tegenover staat. Wat we wel willen is een paar gebieden afsluiten voor de vissers, om de natuur te beschermen, maar dan moeten die natuurlijk niet elders de boel gaan leegvissen. Het doel is dat uiteindelijk alleen duurzame visserij overblijft, dus zonder mechanische beroering van de bodem.’
Hoe we het ook wenden of keren, er is nu eenmaal sprake van economische activiteit in het Waddengebied, stelt Eenhoorn. ‘Havens, recreatie. De Waddenzee is ook waar de mens is. Het gaat erom, wat er is te verduurzamen.’
Zijn gespreksgenoot is daar optimistisch over. ‘Daar gaan we uitkomen, daar ben ik van overtuigd. Door voortschrijdende technieken lukt het bijvoorbeeld steeds beter om visserij op een verantwoorde manier te laten plaatsvinden.’
De Groninger natuuractivist vertelt hoe hij, toen de plannen voor gasboring op het Wad concreet werden, naar de NAM is gegaan voor een gesprek. ‘Wij hebben gezegd: ga in plaats van op zee nou boren vanaf de wal en gebruik niet van die grote installaties.’ Niet veel later kwam de NAM met de definitieve plannen. ‘Wat wij voorstelden bleek technisch heel goed mogelijk. Eigenlijk was het heel leuk om met de mensen van de NAM om tafel te zitten en over dat soort dingen na te denken.’

Innovaties, nieuwe technologieën, duurzame ontwikkelingen; ze moeten het Waddengebied een ‘boost’ geven, maar tegelijkertijd leveren ze soms felle discussie op. Neem de megagrote windturbines. Een prachtig voorbeeld van duurzame techniek, maar toch roepen de plannen om dergelijke megamolens langs de windrijke Waddenkust te plaatsen veel weerstand op.
Ook Hofstee is er fel op tegen. Geprikkeld: ‘Energieopwekking is industriële productie en die hoort thuis op een industriegebied. Ik vind het een vreemde gedachte, dat als iets goed is voor het milieu, het daarom ook wel in een natuurgebied past. Dan haal je dingen door elkaar.’
Eenhoorn is het daarmee eens. ‘Mensen willen die dingen liever niet in hun achtertuin. Het is zo makkelijk om ze dan maar langs de Afsluitdijk te plaatsen. Maar ook hier geldt weer dat je niet de makkelijkste weg moet zoeken. Duurzaamheid is prima, maar niet ten koste van.’
Het toenemende toerisme, de zoutwinning buitendijks bij Harlingen; de balans vinden tussen economie en ecologie zal ook in de toekomst een hele opgave worden, erkent Eenhoorn. ‘Het vervelende is, het Regie­college heeft geen wettelijke basis en geen geld. We kunnen niets af­dwingen. We kunnen alleen werken aan goed overleg, en langzamerhand komen tot een integrale blik. Eerlijk gezegd vind ik het spannend. Hoe zorgen we ervoor dat we over twintig jaar toch niet moeten constateren dat het ons door de vingers is geglipt?’
Lenze Hofstee grijpt zijn kans. Hij wijst op de alom gewaardeerde rol van Programma Naar een Rijke Waddenzee. ‘Het ministerie van Economische Zaken heeft op het Wad nu drie actieve diensten: Staatsbosbeheer, de Waddenunit en Programma Naar een Rijke Waddenzee (PRW)’. Laat die stapsgewijs integreren. Laat PRW het uitvoerend bureau worden van Werelderfgoed Waddenzee. En laat Staatsbosbeheer zijn naam wijzigen in Staatsnatuurbeheer’.

Hofstees Stichting WAD heeft ook een praktische oplossing bedacht voor verstoring van vogels en zeehonden op kwetsbare, drukbezochte plekken, zoals zandplaten en eilandpunten. De wadwacht, een speciale dienst, moet waken voor aantasting van de waarden van het Waddengebied. ‘Niet een politieagent op het Wad, maar een gastheer die duidelijk maakt wat wel en niet kan. Zie het als een soort boswachter, die geeft ook voorlichting’, verduidelijkt Hofstee.
Eenhoorn twijfelt. ‘Hier moet ik over nadenken. Ik pleit er toch vooral voor dat we een overtuigend verhaal houden. Ik ben er dan van over­tuigd dat er geen grote aantasting meer van het Waddengebied komt. Die windturbines langs de Waddenkust, die komen er niet. Bij iedereen leeft het besef: het Wad is zo enorm waardevol, daar zijn we met zijn allen verantwoordelijk voor.’

Maar hoe zit het dan met de kolencentrale in de Eemshaven? Of neem de afvalcentrale in Harlingen, pal naast de Waddendijk. Bewijzen dergelijke projecten niet juist dat er minder overlegd moet worden, dat er een ferme streep moet worden getrokken: tot hier en niet verder op het Wad?
‘Die centrales komen nog voort uit hoe het vroeger was’, zegt Hofstee berustend. ‘Als iemand nu op een dergelijk idee komt, is de kans veel kleiner dat zo’n centrale er ook daadwerkelijk komt. Wij zijn allang afgestapt van het puur principiële, die houding van altijd “nee”, “nee”, “nee”. Als wij als natuurorganisaties dat nu nog niet hadden geleerd, dan stonden we met zijn allen nog steeds recht tegenover elkaar.’
Eenhoorn knikt instemmend. De burgemeester moet terug, de Afsluitdijk over, naar Vlaardingen. ‘Ik vond het een mooi gesprek. Ik denk dat als wij tweeën hier tien jaar geleden tegenover elkaar hadden gezeten, ik veel meer de bestuurder had uithangen en jij de activist. Dat onderscheid begint nu echt weg te vallen.’


Bas Eenhoorn is burgemeester van Vlaardingen en voorzitter van de Regiecommissie Waddengebied, waarin Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen, bedrijfsleven en natuurorganisaties overleg voeren over een evenwichtige ontwikkeling van het Waddengebied. Eenhoorn was van 1976 tot 1983 burgemeester van Schiermonnikoog. Verder was hij een aantal jaren voorzitter van de VVD.

Lenze Hofstee is directeur van CareX Nederland, een bedrijf dat mensen en organisaties huisvest in panden die anders leeg hadden gestaan. Hij is voorzitter van Stichting WAD, die zich richt op goed beheer van zeenatuur, om te beginnen in de Waddenzee. Ook is Hofstee bestuurder van Natuuronderzoek Nederland en Waarneming.nl.