De waddenkust is hot in Groningen. Eind juni vormt de Groninger waddendijk de slotetappe van de fietsconferentie mooiKUST, voor ruimtelijk professionals. Begin juni was er het festival OVERdeVLOED, langs negentig kilometer nieuw fietspad langs de dijk. En afgelopen vrijdag debatteerden betrokkenen over hoe het verder moet met de kust op de eerste Dag van het Groninger Landschap in Pieterburen.
Wat is er aan de hand?
De Waddendijk in Groningen is een grote groene muur die ons belet om van de Waddenzee te genieten. En als je deze horde al zou willen nemen, dan kun je er niet komen. Veel land is particulier bezit, wegen lopen dood, of we weten alleen de weg naar Noordpolderzijl te vinden. Waar het trouwens ook steeds minder druk is, want de vaargeul naar de haven is zo goed als dichtgeslibd. Er is volgens Het Groninger Landschap en Landschapsbeheer Groningen, die deze eerste Dag van het Groninger Landschap organiseerden, een nieuwe visie op de kust nodig. Dat was niet tegen dovemansoren gericht, nieuwe visies zijn er zat; de vraag is alleen wat we eigenlijk willen.
Parels poetsen
Marketing Groningen, bij monde van directeur Hans Poll, weet het wel: om toeristen te trekken heeft de Groninger kust een icoon nodig, of in marketingtermen, een mustsee. Dat wat je als toerist gezien móet hebben. Een kwalitatief hoogwaardig Werelderfgoedcentrum in Lauwersoog bijvoorbeeld. Tijs van Loon van Bureau Bosch Slabbers – landschapsarchitecten – noemt de kuststreek een ‘gepasseerd gebied’. Toeristen rijden erdoor op weg naar de Waddeneilanden, maar verblijven er niet. ‘Poets je parels op’, adviseert Van Loon. En verbeter de routes naar de steden Groningen en Leeuwarden. Ontwikkel nieuwe natuur, door bijvoorbeeld de dijk in het Lauwersmeergebied door te ‘knippen’. Inderdaad, een beetje terug naar de Lauwerszee. Ook de dubbele dijk bij de Eems-Dollard biedt kansen. Experimenten met zilte landbouw bijvoorbeeld. En waarom niet een afgedankt boorplatform voor de kust waar je waddentapas kunt eten?
Amsterdamsea
Over iconen gesproken. Leendert van Galen Last van de provincie Groningen laat op een dia het Muiderslot zien. Sinds het kasteel Amsterdam Castle heet komen er opeens veel meer toeristen. Dat biedt perspectief voor Noord-Nederland. De Afsluitdijk zou Amsterdam-dam of Amsterdam-dike kunnen heten, want hoever is dat nou helemaal van onze hoofdstad? Maar de suggestie uit het publiek om de Waddenzee dan maar Amsterdam-sea te noemen, gaat velen te ver. Toch wil Van Galen Last graag Chinese en Japanse toeristen trekken. Je moet ze een bijzonder verhaal bieden, is zijn idee, een bijzondere ervaring. Lopen over de bodem van de zee bijvoorbeeld. Of laten zien dat ze in het oudste polderlandschap ter wereld zijn. Niet iedereen zit trouwens op hordes Chinezen te wachten. Hoogleraar Theo Spek van het Kenniscentrum Landschap en Bram Verhage van Staatsbosbeheer pleiten juist voor het in stand houden van het kleinschalige karakter van het gebied. Die iconen zien ze trouwens ook niet zo zitten, kijk wat er met Giethoorn is gebeurd. Het karakter van het dorp is weg, nu het overspoeld wordt met hordes toeristen uit het verre oosten.
Niks is goed genoeg
Tijdens de lunch verzuchten een paar heren dat ze veel te weinig over de natuur hebben gehoord. Want dát is wat Groningen mooi maakt en verder moeten we van het landschap afblijven is hun stellige mening. Zo’n nieuwe buitendijkse wierde bij Noordpolderzijl, een project van Het Groninger Landschap, is ze een gruwel. We hebben geen iconen nodig, vinden ze. Rust en ruimte, verder helemaal niks. ‘Als de Japanners dat niet mooi vinden, nou dan komen ze maar niet.’
Voorlopig is de grote groene muur nog niet geslecht, maar misschien blijkt de mentale barrière nog wel een grotere horde te zijn.