We moeten leren op een totaal nieuwe manier naar ons Waddengebied te kijken. Pas dan kunnen we het gebied als eenheid ervaren, waarderen en beschermen, zo bleek op de eerste dag van ‘Waddenland Outstanding‘, georganiseerd door de Nederlandse Waddenacademie, het Nordfriisk Instituut en de Fiskeri- og Søfartsmuseet uit Esbjerg.
Er zullen grenzen geslecht moeten worden, zo werd al snel duidelijk. De taalgrens is daarvan nog wel de makkelijkste, zo bleek tijdens de lezingen die in het Engels gehouden werden en de gesprekken in de pauze. Blijkbaar is taal niet het belangrijkste als het gaat om de vorming van een identiteit. Geen Noord-, Oost- of Westfries stond op z’n taalstrepen.
Lastiger zijn de geografische grenzen. ‘Nederlanders kennen het Duitse en Deense Waddengebied helemaal niet, terwijl het misschien het mooiste deel van de Wadden is’, zei Jens Enemark van de Waddenacademie. En we kennen elkaars verhalen niet, zo bleek uit de lezing van Thomas Steensen, directeur van het Nordfriisk Instituut. Maar dan zou het best handig zijn als het gebied ook eenvoudig te bereiken is, meende sociaal-geograaf Meindert Schroor, terwijl hij een foto liet zien van de spoorbrug over de Eems die al een tijdlang kapot is. Geen overheid die daar nou eens snel werk van wil maken.
Ook wetenschappelijke grenzen moeten geslecht. Het onderzoek moet interdisciplinair: geografen, archeologen en historici moeten samenwerken. Alleen dan kunnen we ontdekken wat we weten van het Waddengebied. Maar ook, en dat is misschien nog wel belangrijker, dan pas weten we wat we niet weten.
Ook de bewoners van het Waddengebied, die zich eeuwenlang juist van het wad hebben afgekeerd moeten betrokken worden. Hun verhalen zijn belangrijk, hun initiatieven verdienen steun. Hans Renes van de Universiteit van Utrecht haalde het plan Holwerd aan Zee aan als een voorbeeld van hoe dat zou kunnen. Hier draaien de bewoners zich terug, en kijken naar de Waddenzee als bron van ontwikkeling, en wie weet, welvaart.
Maar het aller, allerbelangrijkste is dat de grens tussen cultuur en natuur geslecht wordt. De insteek van het symposium is dat het Waddengebied gezien wordt als een cultuurlandschap en niet als een natuurlandschap. Het helpt het Waddengebied echt niet vooruit als we in deze tegenstelling blijven denken, zo was de communis opinio. Het Waddengebied is een man-made gebied bij uitstek. Sinds de jaren zestig van de vorige eeuw hebben biologen en ecologen het voor elkaar gekregen dat we de Waddenzee als natuur zijn gaan zien. Als onze echte en enige wildernis. Dat is een grote verdienste, maar nu voldoet dit label niet langer. In weerwil van de stelling van Hans-Ulrich Rösner van het Wereld Natuur Fonds, dat de Waddenregio misschien grotendeels een cultuurlandschap is, maar de Waddenzee toch echt een natuurgebied, wil de meerderheid van de sprekers dat het hele Waddengebied als door mensen gemaakt wordt beschouwd.
Wil ik een Waddenidentiteit? Vóel ik een Waddenidentiteit? Ben ik zo verbonden met dit landschap dat het me een gevoel van thuis geeft? Gisteravond laat bracht een vriendelijke taxichauffeur met een duidelijke niet-westerse achtergrond me naar mijn hotel. Vandaag vertelde een van de sprekers dat hij gisteravond in Husum geen bratwurst had kunnen vinden, maar wel shoarma. Is het idee om een heel nieuwe identiteit te creëren (of vooruit, voor de archeologen en historici, een oude identiteit wakker te kussen) niet een geweldige kans? Voor oude en nieuwe Waddenbewoners? Dat is pas grenzen slechten.
Op de site van de Waddenacademie zijn alle presentaties in te zien.