Ik lig in bed en probeer me voor te stellen hoe het is om een aardbeving mee te maken. Een zware vrachtwagen die door de straat rijdt, dat lukt me wel. Schuddende meubels, rinkelende kopjes in de kast, dat is al moeilijker. Hoe klinkt een beving van vijf eigenlijk? Gaat de aarde grommen, is het een diep zoemen of een scherp scheuren?
En hoe voelt de angst? In het donker denk ik aan de kinderen. Hoe moet ik ze redden als het dak instort, als de gevel naar binnen klapt? Ik bedenk verschillende scenario’s. De slaapkamerdeuren moeten open blijven staan, dan kunnen ze niet klem komen te zitten als de deurposten ontzetten. En ik moet de babyfoon weer installeren.
Hoe voelt de woede? En de onmacht? Waarschijnlijk als iets wat de een langzaam opvreet van binnen en de ander met de trekker naar het gemeentehuis doet rijden. Ik probeer iets te verzinnen wat mij ook woedend en onmachtig zou maken, maar mijn bed staat niet in Noordoost-Groningen.
Zo staat van verreweg de meeste Nederlanders het bed niet in het bevingsgebied. Zij draaien zich nog een keer lekker om, onwetend, onverschillig misschien wel.
Deze Noorderbreedte gaat over de aardbevingen en de toekomst van het bevingsgebied. We hebben een gastredactie gevraagd met ons mee te denken over de invulling van het thema. Op pagina.. stel ik die graag aan u voor. Een ding werd al snel duidelijk: van de mensen wiens bed er niet staat hoeven ze het niet te hebben in Groningen. De veerkracht, de energie, ja, de toekomst zit in het gebied zelf.
Annelies van der Goot, hoofdredacteur