‘We lopen tegen onze grenzen aan’, vindt de Friese gedeputeerde Johannes Kramer. Lang is volgens hem gedacht dat landschappelijke ruimte onbeperkt was.

‘We moeten naar een nieuwe balans’, is de stelling van Johannes Kramer. Ook de gedeputeerde van Fryslân ziet problemen in het landschap. Dat het ondanks alle inspanningen achteruitgaat met de biodiversiteit, verontrust hem. ‘Er zijn minder koeien en toch is er meer stikstof. Dan kijk ik dus naar auto’s en vliegtuigen, er is wat anders aan de hand.’

Zijn hoop heeft hij gevestigd op het definitieve Klimaatakkoord. Het is nog onzeker of de zeshonderd voorstellen daarin ook allemaal worden uitgevoerd. ‘Ik hoop op maatregelen die echt ingrijpend zijn.’ In alles draait het om draagvlak. ‘Kijk naar de gele hesjes in Frankrijk. Je kunt als overheid maatregelen niet eenvoudig uitrollen. Mensen pikken dat niet.’

Het is precies dat waar Kramer steeds op hamert bij de zoektocht naar oplossingen. ‘We komen voor fundamentele keuzes te staan. We kunnen alleen slagen als we burgers erbij betrekken. Zo bereik je doelen.’ Het landschap is van de burgers, beklemtoont hij, ook al zijn de overheden verantwoordelijk. ‘Vergeet niet dat het landschap door mensen is gecreëerd,  door hen zelf stukje bij stukje gebouwd.’

In zijn provincie heeft het debat over ‘landschapspijn’ veel losgemaakt. Kening fan’e Greide heeft de discussie over biodiversiteit in het landschap opgewekt. Kramer vindt het de taak van de provincie om een en ander in goede banen te leiden. ‘Het is een heidens karwei. Het vergt richting en doel.’

De gedeputeerde waakt ervoor om de boeren de zwartepiet toe te spelen. ‘Zo’n boer zegt: “Wie gaat mij de les lezen? Dit is mijn grond.” Hier ligt een belangrijke taak voor ons als provincie om mensen te verbinden. Het is een gemeenschappelijke opdracht om aan te geven hoe het landschap te veranderen. Maar dat moet wel met de bewoners. Met “Gij zult” werkt het niet. En ook niet met kaarten met allerlei grijze en blauwe lijnen.’
Spinazie- en plankgasboeren

Een halve eeuw Europees landbouwbeleid heeft zijn sporen nagelaten in het landschap. ‘Met wat het ons heeft gebracht ben ik niet tevreden. Spinazieboeren en plankgasboeren hebben een monotoon landschap opgeleverd’, concludeert Kramer. ‘Als het landschap ons lief is, dan ligt er bij ons allemaal een verantwoordelijkheid. Dan ben je er niet door slechts naar de boeren te wijzen als schuldigen. Zij zijn ook de oplossing, we moeten ze helpen met een duurzame landbouw.’

‘Elke oplossing moet Europees zijn’, stelt de gedeputeerde vast. ‘Je kunt geen hek om ons land of Fryslân zetten. Een eigen landbouwbeleid is niet reëel.’ Hij pleit voor beloning van duurzaamheid. ‘Dan is dat dubbeltje extra nodig voor de melk, kaas en boter. Eerlijke, natuurinclusieve producten moeten ons wat waard zijn.’

Zijn frustratie zit in het gegeven dat de consumenten toch blijven kiezen voor de goedkoopste producten. ‘We hebben het geprobeerd met steun voor initiatieven als veenweidemelk. Die slaan onvoldoende aan.’ De Friese macht is beperkt: ‘We kunnen sturen wat we willen, maar we kunnen geen Frexit doen.’

Kramer maakt zich boos over het feit dat er voor de grote vervuilers als de industrie en de luchtvaart geen prijskaartje komt te hangen aan de CO₂-uitstoot. ‘Dat is toch waanzinnig.’ Hij gruwt van de dubbele moraal. ‘Ondertussen mag Jan en alleman voor zestig euro naar Barcelona vliegen. We zijn hartstikke gek.’

Regie van de overheid is nodig om het energievraagstuk op te lossen, constateert Kramer. ‘Het landschap moet geen energiefabriek worden. We gaan het landschap niet verknallen met zonneparken her en der. We hebben ook als leeuwen gevochten om geen windmolens op land toe te staan. Dat was hoog politiek spel.’

Bij voorkeur legt hij de daken vol met zonnepanelen. Maar hij constateert dat die ambitie nog niet worden gehaald, onder andere omdat het elektriciteitsnetwerk dat op veel plaatsen niet aankan. Er moet nog een tandje bij. Er kunnen op bedrijfsterreinen nog veel daken vol. ‘Wat mij betreft gaan we dat afdwingen.’

Trefwoorden