Tekst: Dorine van den BeukelIllustraties: Dorine van den Beukel
De afstand tussen producent en consument is nog nooit zo groot geweest als nu. Daar zitten voor-, maar ook grote nadelen aan. Daarom raken 'korte ketens' steeds meer in opkomst. Dorine van den Beukel zoekt in deze blogserie uit wat de rol is en kan zijn van deze korte ketens.
Het is druk en onoverzichtelijk op het economisch verkeersplein. Waar begin je als de globale schaal, het marketing-geweld van multinationals en de schijnbare desinteresse van de grote groep je de moed in de schoenen doen zinken? Hoe voeg je in zonder door vervuilende lange-afstandsketens onmiddellijk weer naar de zijlijn geduwd te worden? Grote machtige bedrijven houden mensen uit het zicht en maken geen ruimte voor duurzaamheid, biodiversiteit en eerlijk delen. Zij domineren met containers, QR-codes en vrachtbrieven.
Een makkelijk recept voor nieuwe korte ketens is er niet. We zijn ze aan het maken en tegelijkertijd aan het uitvinden hoe we dat het beste kunnen doen. De ervaring leert dat je soms maar gewoon ergens moet beginnen. Misschien begin je namelijk wel een korte keten zon…
De afstand tussen producent en consument is nog nooit zo groot geweest als nu. Daar zitten voor-, maar ook grote nadelen aan. Daarom raken 'korte ketens' steeds meer in opkomst. Dorine van den Beukel zoekt in deze blogserie uit wat de rol is en kan zijn van deze korte ketens.
Het is druk en onoverzichtelijk op het economisch verkeersplein. Waar begin je als de globale schaal, het marketing-geweld van multinationals en de schijnbare desinteresse van de grote groep je de moed in de schoenen doen zinken? Hoe voeg je in zonder door vervuilende lange-afstandsketens onmiddellijk weer naar de zijlijn geduwd te worden? Grote machtige bedrijven houden mensen uit het zicht en maken geen ruimte voor duurzaamheid, biodiversiteit en eerlijk delen. Zij domineren met containers, QR-codes en vrachtbrieven.
Een makkelijk recept voor nieuwe korte ketens is er niet. We zijn ze aan het maken en tegelijkertijd aan het uitvinden hoe we dat het beste kunnen doen. De ervaring leert dat je soms maar gewoon ergens moet beginnen. Misschien begin je namelijk wel een korte keten zonder er erg in te hebben.
Bij een lezing over wol in een Leeuwarder café (onderwerp: alle Nederlandse wol gaat als afval naar China) was het herder Sam Westra die spontaan een voet op het economische verkeersplein zette. Hij bood de wol van zijn hele kudde aan. Zomaar. Zonder plan.
Sam Westra’s aanbod twee jaar geleden was de start van Pleed, een community project dat dekens maakte van lokale wol. Gieneke Arnolli, Johanna van Benthem, Wini van der Zwaag en ik namen Sams wol in dank aan en zaten een paar dagen later aan de keukentafel. Wat gingen we doen met honderden kilo’s wol zonder wolverwerkende industrie in Nederland?
Beeld: Dorine van den Beukel
Wie geen machines meer heeft, heeft menskracht nodig. Dus we gingen op zoek. We liepen met sandwichborden op markten, zaten met spinnewielen op de stoep en deden een oproep in de krant. De eerste mensen meldden zich aan en hun kennissen, buurvrouwen, breiverenigingen, familieleden en collega’s volgden. Uiteindelijk hadden we 150 vrijwilligers. Alle wol werd met de hand verwerkt.
Inmiddels heeft Pleed meegedaan aan de Dutch Design Week,
wordt er onderzocht hoe wol als isolatiemateriaal gebruikt kan worden, brachten
studenten van hogeschool VanHallLarenstein de wolmogelijkheden in beeld, wordt
er een spinnerij opgezet en hebben honderd kinderen gevoeld hoe je van wol een
draadje maakt.
Pleed raakte een gevoelige snaar. We hoorden van veel mensen hoe fijn
ze het vonden om mee te kunnen werken aan een gemeenschappelijk project. Pleed
wilde waardering vragen voor het wolambacht en laten zien hoe waardevol het is. Mensen
die jarenlang onder de radar bleven, kregen aandacht voor hun werk en
vakkundigheid. Daarnaast werken veel wolwerkers alleen. De nieuwe
samenwerkingen die ontstonden, bleken niet alleen op het gebied van
vakkennis, maar ook sociaal zeer waardevol.
Wat we begonnen vanuit de gedachte dat we iets moesten doen voor duurzaamheid en klimaat, bracht uiteindelijk veel meer.
Onlangs ontstond er een onverwacht nieuw lijntje van een
onbekend Nederlands schaap naar de TV. Ieder deed zijn deel. Het lijntje liep
van het schaap via Heleen, die de wol spon en verfde met plantaardige verf, via
Johanna die er een sjaal van weefde, via
Annemarie die wist dat Helga graag een sjaal met klimaatstrepen wilde hebben,
via Ed, een Engelse wetenschapper die de klimaatstrepen bedacht en ze rechtenvrij
beschikbaar stelde aan de hele wereld, naar Helga die meteoroloog is en met de
klimaatsjaal op TV uitlegde hoe klimaatverandering werkt. De sjaal op TV
leverde zoveel vragen op dat er nu plannen zijn op in oktober handgemaakte
klimaatsjaals te gaan verkopen.
Begrijp me goed. Ik wil niet beweren dat Pleed nu op magische wijze in
twee jaar een hele nieuwe wolnijverheid in Nederland heeft geregeld, maar het
heeft wel nieuwe verbindingen gemaakt en het wol-probleem bij veel mensen onder de aandacht gebracht. De nieuwe lijnen die we maken zijn
misschien broos en klein, maar daarom niet minder belangrijk. Doordat het er
veel zijn, worden ze sterker en helpen ze ons om ons doel, een nieuwe wolketen
in Nederland, te bereiken.
We hebben nog een lange weg te gaan en tegelijk hebben we geen tijd meer te verliezen. We hebben de korte ketens nú nodig. Daarom moeten we doen wat we kunnen.
Dus ga op de stoep zitten met een spinnewiel of begin een groentetuin in je dorp of richt een coöperatie op voor lokale energie.
Zoek mensen die met je meedoen, want dan gaat het beter,
sneller en heel veel leuker.
En voor je het weet ben je deel van een nieuwe korte keten.
Lees hier alle blogs van Dorine van den Beukel over korte ketens.